Ieder geschil, en dus ook iedere rechtszaak, is anders. Zo zijn er niet alleen verschillen ten aanzien van de in eerste aanleg bevoegde rechter (de kantonrechter of de rechtbank, en heel soms een Gerechtshof), en of tegen een uitspraak
hoger beroep
Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep (bij een Gerechtshof) en/of
cassatie
Het beroep dat tegen een arrest van het Hof kan worden ingesteld bij de Hoge Raad
» Meer over cassatie
cassatie (bij de Hoge Raad) openstaan, maar ook ten aanzien van het procesverloop. Advocaat procesrecht Max Wester licht toe hoe een typische kantonrechtersprocedure in zijn werk gaat.
Een gewone procedure begint met een
dagvaarding
De inleiding van een procedure, die tevens de oproep bevat om op een bepaalde datum bij de rechtbank te verschijnen.
» Meer over dagvaarding
dagvaarding. Dat is een door een deurwaarder betekend
exploot
Een exploot is een proces verbaal van de ambtshandeling van een deurwaarder.
» Meer over exploot
exploot waarin de eisende partij (soms zelf, maar meestal zijn advocaat) toelicht wat er tussen partijen speelt en wat hij wil dat de rechter doet. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de
wederpartij
De tegenpartij in een procedure of de partij met wie een contract is gesloten.
» Meer over wederpartij
wederpartij wordt veroordeeld om iets te doen, iets niet te doen of om iets te dulden.
De meeste procedures betreffen incassozaken. Meestal strekt een dagvaarding daarom tot betaling: er wordt dan gevorderd de
gedaagde
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde.
» Meer over gedaagde
gedaagde te veroordelen een bedrag te betalen. De
eiser
De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
eiser moet ook uiteenzetten wat hij al heeft gedaan om de wederpartij daartoe te bewegen, welke verweren er zijn gevoerd en waarom die verweren onterecht zijn. Vanzelfsprekend moet de eiser goed motiveren waarom hij vindt dat de wederpartij moet worden veroordeeld.
In de dagvaarding staat een zittingsdatum genoemd. Dat is bij een
bodemprocedure
De gerechtelijke procedure waarin een geschil definitief wordt beslist.
» Meer over bodemprocedure
bodemprocedure een zogenaamde roldatum: een (tegenwoordig meestal schriftelijke) zitting, waarop de eiser en de gedaagde niet aanwezig hoeven te zijn, maar wel een bepaalde handeling moeten verrichten. Zo moet de eiser de dagvaarding op de eerste roldatum ‘aanbrengen’ (naar de rechtbank sturen), en moet de gedaagde partij zich ‘stellen’ (melden). De gedaagde krijgt vervolgens in kantonzaken een termijn (in beginsel vier weken) voor het nemen van een
conclusie van antwoord
Een conclusie van antwoord bevat de reactie op de dagvaarding, en kan tevens een eis in reconventie bevatten. De wet geeft diverse regels over de formaliteiten waaraan een conclusie van antwoord moet voldoen.
» Meer over conclusie van antwoord
conclusie van antwoord: de rechter bepaalt daarvoor een nieuwe roldatum. De gedaagde kan daarvoor in de regel één keer een uitstel van vier weken vragen.
In de conclusie van antwoord schrijft de gedaagde op wat hij van de vordering van de eiser vindt. Meestal zal hij het ermee oneens zijn, en daarom in de conclusie van antwoord uiteen zetten waarom de vorderingen moeten worden afgewezen. De gedaagde zal in de conclusie van antwoord ook zijn eigen visie op de feiten en omstandigheden geven. Soms wil de gedaagde een tegenvordering instellen: de conclusie van antwoord is dan ook de eis in reconventie. Er wordt dan een soort parallelle procedure geopend die tegelijkertijd met de hoofdprocedure wordt behandeld: de eerste procedure wordt dan de ‘conventie’ genoemd, de tweede de ‘reconventie’. De oorspronkelijke eiser (in conventie) wordt dan ook gedaagde (in reconventie).
Nadat de conclusie van antwoord is genomen zal de kantonrechter in een tussenvonnis bepalen hoe er verder moet worden geprocedeerd. In veel gevallen bepaalt hij dat er een zitting komt, waarbij allebei de partijen aanwezig moeten zijn: de
comparitie
Een zitting waar de rechter vragen aan partijen kan stellen.
» Meer over comparitie
comparitie van partijen. De partijen moeten daarvoor hun verhinderdata opgeven, waarna de rechter een datum zal bepalen voor de comparitie. Het kan ook zijn dat de rechter bepaalt dat er een tweede schriftelijke ronde komt: namelijk voor de conclusie van repliek (eiser) en dupliek (gedaagde).
Tijdens de comparitie van partijen kan de kantonrechter aan de partijen inlichtingen vragen. De comparitie dient er ook vaak toe om te bekijken of er een schikking mogelijk is. Hoe de comparitie precies verloopt, hangt af van wat de rechter in zijn tussenvonnis heeft bepaald. Soms krijgen de advocaten van de partijen de gelegenheid om hun standpunten nader toe te lichten (al dan niet aan de hand van een pleitnota), maar soms bepaalt de rechter juist expliciet dat daar geen gelegenheid voor is.
Na de comparitie zal, als er geen schikking is getroffen, de rechter opnieuw bepalen hoe de zaak verder gaat. Weet hij voldoende, dan zal hij een termijn bepalen waarbinnen vonnis zal worden gewezen. Het kan ook zijn dat een tweede schriftelijke ronde wordt bevolen, of dat partijen in de gelegenheid worden gesteld bepaalde stellingen nader te bewijzen.
Als de zaak voor conclusie van repliek en (daarna) conclusie van dupliek komt te staan, dan mag elke partij nog één keer schriftelijk reageren. De eiser reageert op de conclusie van antwoord. Als de gedaagde een tegenvordering heeft ingesteld, dan is de conclusie van repliek ook meteen de conclusie van antwoord in reconventie. Daarna mag de gedaagde nog een (laatste) keer reageren met de conclusie van dupliek (en, in geval van een tegenvordering: repliek in reconventie, waarop de eiser dan weer mag reageren met een conclusie van dupliek in reconventie).
Het is toegestaan om daarbij nieuwe bewijzen in het geding te brengen (producties), maar dat betekent wel dat de wederpartij nog een keer met een
akte
Een ondertekend geschrift, bestemd om tot bewijs te dienen.
» Meer over akte
akte (een kort schriftelijk stuk) op die bewijsstukken mag reageren. Ook voor het nemen van de conclusies van re- en dupliek mogen de partijen één keer een uitstel van vier weken vragen.
Na de comparitie van partijen en/of de repliek en dupliek zal de rechter meestal vonnis wijzen. Als er geen comparitie heeft plaatsgevonden bestaat in principe het recht op pleidooi: het op een zitting mondeling nader toelichten van de zaak. In het vonnis worden de stellingen van partijen tegen elkaar afgewogen, wordt bekeken of de wederpartij de gestelde feiten heeft betwist of dat ze op een andere manier zijn komen vast te staan. In het dictum staat vervolgens waartoe de gedaagde (of de eiser) wordt veroordeeld. De rechter kan de vordering van de eiser (in conventie en/of in reconventie) geheel toewijzen, gedeeltelijk toewijzen of afwijzen. Doorgaans spreekt de rechter ook een kostenveroordeling uit in het nadeel van de verliezende partij.
Tegen een vonnis van de kantonrechter staat hoger beroep open, tenzij de vordering in eerste aanleg niet meer beloopt dan € 1.750,-. Als de vordering geen directe geldvordering betrof staat hoger beroep open als er duidelijke aanwijzingen zijn dat deze een hogere waarde dan € 1.750,- vertegenwoordigt. Als geen hoger beroep openstaat, staat nog slechts op beperkte gronden cassatie open. Hoger beroep moet altijd worden ingesteld door een advocaat; cassatie zelfs door een advocaat bij de Hoge Raad. De termijn bedraagt in beide gevallen 3 maanden (maar let op: een cassatiedagvaarding moet ook de inhoudelijke klachten tegen het vonnis bevatten)!