In een recente uitspraak van de Hoge Raad komen de verrekeningsmogelijkheden in faillissement aan de orde. Kun je als schuldenaar een vordering van een failliete vennootschap verrekenen met een (kort daarvoor) ontstane vordering op dezelfde vennootschap? Advocaat insolventierecht Sander Schouten bespreekt de (on)mogelijkheden. [geüpdatet in juli 2018]
In de zaak die aanleiding gaf tot de betreffende uitspraak van de Hoge Raad nam een naar Luxemburgs recht opgerichte vennootschap kort voor datum faillissement vorderingen van een Nederlandse (groeps)vennootschap A op derden over, maar betaalde daarvoor niet. De Luxemburgse vennootschap had eerder dat jaar al een lening verstrekt A. Vervolgens werd het faillissement van A uitgesproken.
De advocaat van de Luxemburgse vennootschap stelde dat haar cliënte niets hoefde te betalen omdat zij haar vordering op A kon verrekenen met de koopsom voor de vorderingen. De
curator
Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator stelde echter (onder meer) dat
verrekening
Het tegen elkaar wegstrepen van schulden over en weer waardoor een verbintenis teniet gaat.
» Meer over verrekening
verrekening van de koopsom met de geldlening in strijd zou zijn met artikel 54 Fw en vorderde betaling van de koopsom voor de overgenomen vorderingen. De rechtbank wees de vordering van de curator toe. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.
Regels met betrekking tot verrekening in faillissement zijn te vinden in de artikelen 53 tot en met 55 Fw. Artikel 53 Fw bepaalt dat degene die zowel schuldenaar als schuldeiser van gefailleerde is, zijn schuld met een vordering op deze gefailleerde kan verrekenen indien deze beide zijn ontstaan voor faillietverklaring, of wanneer zij voortvloeien uit handelingen die voor faillietverklaring met gefailleerde zijn verricht. Artikelen 54 en 55 Fw bevatten uitzonderingen. In artikel 54 Fw is opgenomen dat degene die een schuld aan de gefailleerde of een vordering op de gefailleerde voor faillietverklaring van een derde heeft overgenomen, bij die overname niet ter
goede trouw
Goede trouw is in het BW niet algemeen gedefinieerd. Goede trouw ontbreekt indien de feiten of het recht de goede trouw betrekking heeft bekend waren of bekend hadden moeten zijn.
» Meer over goede trouw
goede trouw heeft gehandeld.
In
cassatie
Het beroep dat tegen een arrest van het Hof kan worden ingesteld bij de Hoge Raad
» Meer over cassatie
cassatie betoogt de Luxemburgse vennootschap dat zij wel gerechtigd is om de vorderingen te verrekenen. Verrekening zou in dit geval niet in strijd zijn met artikel 54 Fw omdat de Luxemburgse vennootschap de vorderingen van A niet kort voor datum faillissement heeft verkregen door deze over te nemen van een derde, maar van de vennootschap zelf. Dit standpunt leidt tot de vraag wat het toepassingsbereik van artikel 54 Fw op dit punt is.
De Hoge Raad oordeelt in bovengenoemde uitspraak dat de Luxemburgse vennootschap inderdaad geen schulden van specifieke derden aan vennootschap A heeft overgenomen van deze derden maar de vorderingen van vennootschap A op deze derden heeft gekocht. Dat geval wordt niet bestreken door artikel 54 Fw. Verrekening kan in dit geval daarom doorgang vinden, waardoor de Luxemburgse vennootschap geen bedrag meer verschuldigd is aan de curator.
AMS advocaten heeft ruime ervaring op het gebied van het faillissementsrecht. Een aantal van onze advocaten wordt met regelmaat zelf benoemd tot curator, een ervaring die in veel gevallen goed van pas komt.