3 min lezen

Vorderingen na einde distributieovereenkomst en wanprestatie

NL

Twee partijen hebben een distributieovereenkomst over elektronische rookwaren. Nadat de wettelijke voorschriften voor gezondheidswaarschuwingen wijzigen ontstaat oneindigheid. Nadat de samenwerking is beëindigd vorderen partijen tonnen van elkaar. Advocaat verbintenissenrecht Thomas van Vugt licht het vonnis van de rechtbank toe.

Einde distributieovereenkomst: afspraken over retourzending

gedaagde De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde.
» Meer over gedaagde
Gedaagde
ontwikkelt, produceert en verkoopt elektronische rookwaren. eiser De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
Eiser
is distributeur van deze producten. Per 1 januari 2015 hebben zij een overeenkomst Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst
voor de verkoop van deze producten. Omdat de regels over gezondheidswaarschuwingen op de producten wijzigen, spreken partijen af dat producten met verkeerde waarschuwingsteksten door eiser retour kunnen worden gezonden. Begin 2016 stoppen partijen hun samenwerking.

Vorderingen partijen voor producten en marketingkosten

Eiser vordert € 412.989,46 van gedaagde voor reeds betaalde teruggestuurde producten en marketingkosten. Gedaagde is het eens met de vorderingen ten aanzien van de eerste twee van de vier retourzendingen en de marketingkosten (€ 196.395,71), maar betwist de derde en vierde retourzending. Gedaagde stelt zelf een vordering op eiser te hebben ter waarde van € 159.950,93 (in plaats van door eiser gestelde € 51.050,93).

Wie stelt moet bewijzen

Wie stelt, moet bewijzen. Over de derde retourzending stelt eiser dat deze producten niet aan de (nieuwe) eisen voldeden en dat zij deze op basis van een afspraak (welke niet op papier staat) mocht terugsturen. Gedaagde heeft met foto’s aangetoond dat de producten wel aan de wettelijke eisen voldeden. Omdat eiser er niet in slaagt haar stelling te onderbouwen, wijst de rechter deze vordering af.

Eiser leest mogelijkheid in overeenkomst die er niet is

De vierde retourzending is teruggestuurd nadat de overeenkomst tussen partijen is beëindigd. Eiser stelt dat op basis van de overeenkomst het terugbrengen van de producten de enige optie was. De rechter zegt dat het op basis van de overeenkomst niet aan eiser was om – zonder overleg – te bepalen wat zij met de producten zou doen. Dat de partij teruggestuurd kon worden met volledige terugbetaling staat niet in de overeenkomst, aldus de rechter. Ook deze vordering wordt afgewezen.

Onduidelijkheid over extra factuur van gedaagde

Gedaagde stelt dat zijn vordering ruim een ton hoger is dan door eiser aangegeven. Ter zitting licht hij deze extra factuur toe. De rechter kan uit het verhaal van gedaagde geen wijs worden en vindt de toelichting onvoldoende. De door gedaagde aangehaalde e-mail is volgens de rechter onderdeel van een schikkingsvoorstel in plaats van erkenning voor de extra factuur. De extra factuur kan dus niet verrekend worden. Gedaagde moet dus de eerste twee retourzendingen, minus zijn vordering (€ 196.395,71 – € 51.050,93) aan eiser terugbetalen, te weten € 145.344,78.

Tegenvordering gedaagde wegens wanprestatie eiser

Als tegenvordering vordert gedaagde € 229.500,- wegens het niet nakomen van de verplichtingen door eiser. Hij stelt dat het aantal verkooppunten hierdoor is gedaald van 1.500 naar 500, met omzetverlies als gevolg. Eiser stelt dat in de overeenkomst juist is opgenomen dat bij het einde van de samenwerking geen recht op schadevergoeding bestaat. De rechter concludeert dat dit niet het geval is, aangezien uit de overeenkomst blijkt dat schade door wanprestatie Niet nakomen van verplichtingen uit overeenkomst maakt schadeplichtig.
» Meer over wanprestatie
wanprestatie
niet is uitgesloten.

Eisen voor geslaagd beroep op wanprestatie

Voor wanprestatie is echter wel vereist dat gedaagde feiten en omstandigheden aandraagt die de wanprestatie onderbouwen. Daarnaast moet eiser in gebreke zijn gesteld om in aanmerking te kunnen komen voor schadevergoeding wegens wanprestatie (artikel 6:74 BW). Zowel de onderbouwing als een ingebrekestelling Een schriftelijke aanmaning waarbij de schuldenaar die tekortschiet in gebreke wordt gesteld en hem een redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld.
» Meer over ingebrekestelling
ingebrekestelling
(of redenen waarom dit niet nodig zou zijn) ontbreken. Ook deze vordering wordt afgewezen.

Advocaat verbintenissenrecht

Uit deze uitspraak blijkt eens te meer dat goed juridisch advies vaak onmisbaar is. Een advocaat kan inschatten of een eis haalbaar is. Het is van groot belang dat een eis helder onderbouwd wordt. Op basis van incomplete of vage onderbouwingen zal geen rechter een vordering toewijzen. AMS Advocaten helpt u graag bij de onderbouwing van úw vordering.

Thomas van Vugt

Thomas van Vugt

Thomas adviseert en procedeert met name op het gebied van het verbintenissenrecht, het vastgoedrecht, en mediarecht. Bekijk hier zijn track record. Volg Thomas op Twitter en LinkedIn.

Ravel Residence