3 min lezen

Rekening-courantvordering onterecht afgeboekt

NL

De bestuurder van een vennootschap boekte een forse, verpande rekening-courantvordering die de vennootschap op hem in privé had af, waarna hij de vennootschap ontbond. De bank mocht deze afboeking vernietigen, zo oordeelde de Rechtbank Noord-Holland recent. Advocaat Sander Schouten bespreekt de zaak.

Kredietovereenkomst en pandrecht

De bank had sinds 2005 een kredietovereenkomst met de vennootschap. Als zekerheidsrecht Zakelijke rechten die strekken tot ter zekerheid van een vordering, zoals pand en hypotheek.
» Meer over zekerheidsrecht
zekerheid
vestigde de bank een (stil) pandrecht Een pandrecht is een beperkt recht strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen.
» Meer over pandrecht
pandrecht
op “alle huidige en toekomstige bedrijfsactiva, waaronder de vorderingen”van de vennootschap. In 2013 beëindigde de bank de kredietovereenkomst, omdat de vennootschap de maximale kredietfaciliteit had overschreden. Op dat moment bedroeg de vordering van de bank ongeveer € 85.000,-.

Rekening-courantvordering

De bestuurder van de vennootschap had een rekening-courantschuld aan de vennootschap, die in 2016 opliep tot ruim € 150.000,-. De bank wilde haar vordering op de vennootschap verhalen door haar pandrecht op de rekening-courantvordering uit te winnen.

Afboeking vordering

In 2017 werd de vennootschap “bij gebrek aan baten” ontbonden. De bestuurder liet de bank weten dat de rekening-courantvordering van de vennootschap op hem was afgeboekt, omdat deze vordering volgens de bestuurder oninbaar zou zijn. Volgens de bestuurder had hij tevens nog recht op achterstallig salaris, dus kon een en ander tegen elkaar worden afgestreept.

In de procedure ging het voornamelijk om de vragen of (i) de bank een rechtsgeldig pandrecht had gevestigd op de rekening-courantvordering en (ii) of de bank de afboeking kon vernietigen om daarmee het pandrecht te doen herleven. Spoiler alert: het antwoord op beide vragen is ‘ja’.

Pandrecht vestigen op een vordering – reeds bestaande rechtsverhouding

In mijn vorige blog ben ik uitgebreider ingegaan op de algemene vereisten voor het vestigen van een pandrecht. Een zeer algemene beschrijving van de verpande goed Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.
» Meer over goed
goederen
kan voldoende zijn, als achteraf aan de hand van objectieve gegevens kan worden vastgesteld welke goederen zijn verpand.

Voor het vestigen van een pandrecht op een vordering die de pandgever op haar debiteur De schuldenaar, iemand die nog moet betalen voor een bepaald product of dienst.
» Meer over debiteur
debiteur
heeft, stelt de wet een extra eis. De te verpanden vordering – in de procedure: de rekening-courantvordering van de vennootschap op de bestuurder – moet op het moment van verpanding Verpanding is het vestigen van een pandrecht op een goed.
» Meer over verpanding
verpanding
voortvloeien uit een op dat moment reeds bestaande rechtsverhouding.

Pandrecht op rekening-courantvordering

De bestuurder stelde dat de rekening-courant verhouding met het bouwbedrijf op het moment van de verpanding nog niet bestond, maar de rechtbank geloofde daar niets van. Toen de kredietovereenkomst werd gesloten – en daarmee de verpanding plaatsvond – bestond het bouwbedrijf reeds enkele jaren. De rechtbank vond het onaannemelijk dat de rekening-courantverhouding pas later zou ontstaan, terwijl de vennootschap al enige tijd bestond.

Om die reden was volgens de rechtbank sprake van een ‘reeds bestaande (en daarom verpandbare) rechtsverhouding’.

Vernietiging wegens pauliana

Dan de afboeking van de rekening-courantvordering. De wet regelt dat een onverplichte rechtshandeling Een rechtshandeling is een feitelijke handeling met rechtsgevolg.
» Meer over rechtshandeling
rechtshandeling
kan worden vernietigd, als daardoor een schuldeiser in zijn verhaalsmogelijkheden wordt benadeeld en als de betrokken partijen dit wisten. Dit wordt ook wel de ‘pauliana’ genoemd.

Volgens de rechtbank was aan deze voorwaarden voldaan. Hoewel de bestuurder stelde dat de rekening-courantvordering werd verrekend met nog te betalen salaris – en daarom niet onverplicht zou zijn, oordeelde de rechtbank dat de bestuurder onvoldoende had bewezen dat hij van de vennootschap nog salaris had moeten krijgen. Daar kwam bij dat de bestuurder en de vennootschap niet zomaar hadden mogen besluiten dat de rekening-courantvordering oninbaar zou zijn.

De bank mocht de afboeking dus vernietigen, met als gevolg dat het pandrecht op de rekening-courantvordering herleefde.

Conclusie

Hoewel bij het sluiten van grotere commerciële contracten wellicht niet altijd ruimte is voor uitgebreide onderhandelingen over pandrechten, dient u zich vooraf goed te informeren over de mogelijke gevolgen. Als u eenmaal bepaalde zekerheid heeft verstrekt, dan zult u onder omstandigheden rekening moeten houden met uw crediteur.

Heeft u vragen over (het opstellen van) overeenkomsten of zekerheidsrecht Zakelijke rechten die strekken tot ter zekerheid van een vordering, zoals pand en hypotheek.
» Meer over zekerheidsrecht
zekerheden
? De advocaten van AMS hebben jaren ervaring en staan u graag te woord!

Sander Schouten

Sander Schouten

Sander is sinds 2001 advocaat. Hij heeft bij twee middelgrote advocatenkantoren in Amsterdam ervaring opgedaan. Sander legt zich voornamelijk toe op de rechtsgebieden ondernemingsrecht, insolventierecht, verbintenissenrecht en arbeidsrecht. Volg Sander op LinkedIn of Twitter.

Ravel Residence