3 min lezen

Bezit bij bevrijdende verjaring: hoe zit het?

NL

Iemand die heel lang een zaak bezit zonder dat hij rechthebbende (eigenaar) is, kan door verjaring eigenaar worden van deze zaak. Dit kan door verkrijgende verjaring Verjaring betekent dat een rechtsvordering door verloop van een bepaalde tijd niet langer in rechte afdwingbaar is.
» Meer over verjaring
verjaring
of door extinctieve (bevrijdende) verjaring. Bij beide rechtsvormen is het vereist dat de zaak “in het bezit is gekomen” van de niet-rechthebbende. Aan de hand van een recent arrest van de Hoge Raad legt advocaat vastgoedrecht Thomas van Vugt wanneer dit het geval is.

 

Strook grond al 20 jaar gebruikt door derde

De casus die hier als voorbeeld dient was als volgt. eiser De partij die gedagvaard wordt om te verschijnen in een rechtszaak wordt aangeduid als de gedaagde. Dit in tegenstelling tot de eiser, de partij die het initiatief tot de rechtszaak heeft genomen en daartoe door een gerechtsdeurwaarder een dagvaarding heeft laten betekenen aan de gedaagde.
» Meer over eiser
Eiser
is sinds 1989 eigenaar van een bungalow in Landgraaf. Toen hij de bungalow wilde verkopen in 2010 is hem gebleken dat de Gemeente als eigenaar van een aangrenzende strook grond vermeld staat. Eiser heeft aan de Gemeente verzocht om de strook grond in eigendom Het het meest omvattende recht dat men op een zaak kan hebben. Eigendom is het recht om over een zaak (stuk grond, voorwerp, hoeveelheid geld enz.) naar eigen goeddunken te beschikken.
» Meer over eigendom
eigendom
over te dragen. Hij deed een beroep op (bevrijdende) verjaring. De Gemeente weigerde dit.

Verkrijgende verjaring: bezitter te goeder trouw

Bij verkrijgende verjaring verkrijgt iemand een goed in eigendom als hij dit goed te goeder trouw 10 jaar (bij registergoederen) in bezit heeft gehad. Bij bevrijdende verjaring maakt het niet uit of de bezitter te goeder trouw is. Ook al weet de bezitter dat het goed aan een ander toebehoort, na 20 jaar verjaart de rechtsvordering van de rechtmatige eigenaar tot revindicatie. Revindicatie is het recht van de eigenaar van een roerende of van een onroerende zaak om die van een ieder die deze zaak zonder recht onder zich heeft op te eisen (artikel 5:2 BW).

Extinctieve verjaring: goeder trouw niet vereist

De eiser in deze zaak begon een procedure tegen de gemeente en vorderde een declaratoir vonnis Een vonnis waarmee de rechter door middel van een zogenaamde verklaring voor recht een rechtsverhouding tussen partijen vaststelt.
» Meer over declaratoir vonnis
verklaring voor recht
dat de rechtsvordering van de Gemeente tot revindicatie van de strook grond was verjaard. Eiser deed een beroep op bevrijdende verjaring. Een dergelijk beroep kan pas slagen als komt vast te staan dat de niet-rechthebbende bezitter is geworden van het goed. Met andere woorden, vastgesteld moet worden of de eiser “bezitter” is geworden van de strook grond. Het Hof was van mening dat dit niet het geval was.

Bezit: feitelijke macht met pretentie eigenaar te zijn

Bezit wordt verkregen door inbezitneming op zodanige wijze dat men zich de feitelijk macht over het goed verschaft met de pretentie rechthebbende te zijn. Indien de zaak in het bezit van een ander is, zijn enkele op zichzelf staande machtsuitoefeningen voor inbezitneming onvoldoende. De machtsuitoefening moet zodanig zijn dat deze het bezit van de oorspronkelijke bezitter teniet doet. Het hangt af van de verkeersopvatting en ook van uiterlijke feiten of dit het geval is.

Feitelijke machtsuitoefening door aanleggen pad?

Volgens het hof is er bij de eigenaar geen pretentie geweest van eigendom. Dat eiser een nummerbord heeft geplaatst op de betreffende grond en een pad heeft aangelegd, kan volgens het hof niet duiden op pretentie van eigendom. Immers, ook een huurder zou deze handelingen kunnen verrichten maar zal hiermee niet pretenderen rechthebbende te zijn geworden van de grond.

Hoge Raad: maatstaf hof pretentie van eigendom onjuist

De Hoge Raad vernietigt dit oordeel. Het hof heeft ten onrechte de maatstaf aangehouden dat feitelijke handelingen die ook door een huurder zouden kunnen worden verricht, per definitie niet kunnen leiden tot de vaststelling dat het goed door een niet-rechthebbende in bezit is genomen. Dit zou pas spelen als de rechthebbende (de gemeente in dit geval) de machtsuitoefening (het plaatsen van het nummer bord/aanleg pad) daadwerkelijk als die van een huurder heeft aangemerkt. Dat is hier niet het geval.

Thomas van Vugt

Thomas van Vugt

Thomas adviseert en procedeert met name op het gebied van het verbintenissenrecht, het vastgoedrecht, en mediarecht. Bekijk hier zijn track record. Volg Thomas op Twitter en LinkedIn.

Ravel Residence