3 min lezen

Bestuurders ondanks bewijsvermoedens toch niet aansprakelijk voor tekort in faillissement

NL

Voor bestuurders van een failliet verklaarde vennootschap liep het, na een veroordeling tot betaling van het tekort in het faillissement door de rechter in eerste aanleg, toch nog goed af. Ondanks dat sprake was van een schending van de deponeringsverplichting en niet vaststond dat wel was voldaan aan de administratieplicht De wettelijke verplichting van het bestuur van een onderneming een adequate administratie bij te houden.
» Meer over administratieplicht
administratieplicht
oordeelde de rechters in hoger beroep Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep
dat de bestuurders tóch niet aansprakelijk waren voor het tekort in het faillissement van zo’n € 600.000,=. Advocaat insolventierecht Marco Guit licht deze uitspraak van Gerechtshof Den Haag toe.

Curator wikkelt faillissement, ondanks onbehoorlijk bestuur, bij gebrek aan baten af

Het ging in deze zaak om het faillissement van een Antilliaanse vennootschap die eigenlijk alleen houdsteractiviteiten verrichte. De dochtermaatschappij Een rechtspersoon waarin meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering kunnen worden uitgeoefend.
» Meer over dochtermaatschappij
dochtermaatschappij
was al eerder failliet gegaan. Ondanks dat de curator Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator
van die dochtermaatschappij meende dat in dat faillissement sprake was van onbehoorlijk bestuur, verbond deze curator daar uiteindelijk verder geen gevolgen aan en wikkelde hij het faillissement via een opheffing bij gebrek aan baten af. De houdstervennoot failleerde later ook omdat zij hoofdelijke aansprakelijkheid schuldenaren gezamenlijk aansprakelijk voor een en dezelfde schuld. Betaling van de een werkt bevrijdend voor de ander, jegens de schuldeiser.
» Meer over hoofdelijke aansprakelijkheid
hoofdelijk
aansprakelijk was voor sommige schulden van de failliete werkmaatschappij en een van deze schuldeisers het faillissement aanvroeg.

Deponeringsplicht geschonden, aan administratieplicht niet voldaan: onbehoorlijk bestuur

De curator van de houdstervennootschap constateerde dat de jaarcijfers niet op tijd waren gedeponeerd en was ook van oordeel dat niet aan de administratieplicht was voldaan. Volgens artikel 2:248 lid 2 BW staat in zo’n geval vast dat sprake is van onbehoorlijk bestuur en wordt vermoed dat dát de oorzaak van het faillissement is geweest. Het gaat hier om een wettelijk bewijsvermoeden. Alleen als dat vermoeden weerlegd kan worden, kan aan aansprakelijkheid De gehoudenheid van een persoon of bedrijf om schade ontstaan uit een onrechtmatige daad of wanprestatie te vergoeden.
» Meer over aansprakelijkheid
aansprakelijkheid
voor het tekort in het faillissement nog ontkomen worden. Dat lukte hier.

Failliet door onbehoorlijk bestuur of door slechtere omzet door economische crisis?

Kort samengevat was het hof van oordeel dat het faillissement van de houdstervennootschap was veroorzaakt door het faillissement van de werkmaatschappij, welk faillissement op haar beurt weer oorsprong had in teruglopende omzetten.  Daarvan was aannemelijk  gemaakt dat die het gevolg waren geweest van de economische crisis. Dat de curator van de werkmaatschappij gevonden had dat in het faillissement van de dochtermaatschappij ook sprake was van onbehoorlijk bestuur heeft daar niet aan af gedaan.

Curator onderneemt geen actie: geen bestuurdersaansprakelijkheid

Het hof oordeelde namelijk dat omdat de curator van de werkmaatschappij geen actie ondernomen had ten aanzien van zijn oordeel (dat er wel sprake was van onbehoorlijk bestuur), daarmee de kous voor bestuurdersaansprakelijk van het bestuur van de werkmaatschappij af was. Het was dan ook niet meer aan de curator van de houdstermaatschappij om daar nog aan te tornen.

Voorkom van toepassing zijn bewijsvermoedens van artikel 2:248 lid 2 BW

Voor de bestuurders was dit natuurlijk goed nieuws. Na jarenlange onzekerheid over hun positie waren zij uiteindelijk toch niet aansprakelijk. De bewijsvermoedens kunnen het lastig maken om aan aansprakelijkheid te ontkomen maar als aangetoond kan worden dat het faillissement veroorzaakt is door externe omstandigheden, raakt aansprakelijkheid daarmee toch nog van de baan. Die externe omstandigheden hoeven ook niet bewezen te worden, maar moeten aannemelijk worden gemaakt. Als bestuurder sta je als de bewijsvermoedens van toepassing zijn wel al 1-0 achter. Veel beter is het dus om jaarcijfers op tijd te deponeren en om de administratie steeds goed bij te houden.

Vennootschap failliet? Advies van advocaat insolventierecht

Als u als bestuurder van een failliet verklaarde vennootschap door de curator aansprakelijk wordt is het zaak dat u zich goed laat bijstaan. De insolventierecht advocaten van AMS Advocaten zijn specialisten op dit gebied en kunnen u goed adviseren over uw positie.

Marco Guit

Marco Guit

Marco adviseert en procedeert vooral op het gebied van insolventierecht en bouwrecht. Volg Marco ook op LinkedIn of Twitter.

Ravel Residence