3 min lezen

Retentierecht: feitelijke macht over de zaak vereist

NL

Voor een geslaagd beroep op een retentierecht moet de zaak waarop het retentierecht Het recht van een schuldeiser om een zaak van de schuldenaar onder zich te houden totdat zijn vordering is voldaan.
» Meer over retentierecht
retentierecht
wordt uitgeoefend al in de feitelijke macht liggen van degene die het beroep doet (de retentor). Of dit het geval is hangt volgens het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden onder meer af van de vraag of de retentor kan bepalen wie er toegang heeft tot de betreffende zaak. Advocaat bouwrecht Marco Guit licht de uitspraak toe.

Aannemer failliet tijdens bouw

Tijdens de bouwwerkzaamheden van een woningbouwproject dreigde faillissement voor de aannemer. Eén van de onderaannemers ging vervolgens over tot het uitoefenen van zijn retentierecht in verband met een openstaande vordering op de aannemer. De onderaannemer plaatste hiertoe hekken om één van de nog niet opgeleverde woningen. De aannemer is vervolgens failliet gegaan.

Uitoefening retentierecht rechtmatig?

De projectontwikkelaar (eigenaar van het project) heeft de onderaannemer verzocht de hekken te verwijderen omdat de hij zich, volgens de projectontwikkelaar, ten onrechte op een retentierecht zou beroepen. De onderaannemer was hiertoe enkel bereid na volledige voldoening van zijn openstaande vordering. In kort geding heeft de projectontwikkelaar vervolgens gevorderd de onderaannemer te veroordelen om het beroep op het retentierecht te staken en het hekwerk te verwijderen. De Voorzieningenrechter wees deze vordering af en de projectontwikkelaar ging in hoger beroep Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep
.

Vereisten retentierecht

In hoger beroep gaat het om de vraag of de onderaannemer op het moment van het uitoefenen van het retentierecht wel de feitelijke macht had over de betreffende woning. Voor een geldig beroep op een retentierecht is namelijk vereist dat de retentor (degene die het retentierecht uitoefent) een zodanige feitelijk macht heeft over de zaak dat de zaak voor de schuldenaar of –zoals in dit geval- een derde ontoegankelijk is. De situatie dat de retentor de feitelijke macht heeft moet vervolgens een normaal gevolg zijn van de uitvoering van de aannemingsovereenkomst.

Hof: retentor exclusieve zeggenschap toegang

De projectontwikkelaar heeft aangevoerd dat de onderaannemer op het moment van het plaatsen van het hekwerk haar werkzaamheden al had afgerond. De onderaannemer had dus geen feitelijke macht meer over de woning. Het hof overweegt dat voor het vestigen van een retentierecht vereist is dat uitsluitend de retentor de zeggenschap had over wie er toegang had tot de teruggehouden woning. De onderaannemer heeft niet aangetoond dat hij exclusief kon bepalen wie de betreffende woning in of uit kon en dat uitsluitend hij daar werkzaamheden uitvoerde. Volgens het hof is onvoldoende aannemelijk dat de onderaannemer een geldig beroep op een retentierecht toekomt. De onderaannemer wordt in hoger beroep alsnog veroordeeld om het retentierecht te staken.

Advocaat bij retentierecht

Uit deze uitspraak blijkt dat er niet lichtvaardig kan worden omgegaan met het retentierecht. Simpelweg een hek om een bouwwerk plaatsen als je nog een vordering hebt op de eigenaar of hoofdaannemer is onvoldoende. De retentor zal niet alleen moeten aantonen dat hij aan het werk was in of aan de betreffende teruggehouden zaak maar ook dat hij exclusief controle op de toegang uitoefende. Deze invulling van het criterium van feitelijke macht wordt strikt uitgelegd door het hof en zal met name voor onderaannemers of bij projecten waar veel verschillende mensen (tegelijk) werken de mogelijkheden van het uitoefenen van een retentierecht ernstig beperken.

Marco Guit

Marco Guit

Marco adviseert en procedeert vooral op het gebied van insolventierecht en bouwrecht. Volg Marco ook op LinkedIn of Twitter.

Ravel Residence