3 min lezen

Niet doorgeven nieuw adres voor risico van debiteur!

NL

Een vordering verjaart − in beginsel − vijf jaar nadat deze opeisbaar is geworden. De verjaring wordt gestuit als de schuldeiser aan de schuldenaar duidelijk maakt dat hij nog aanspraak maakt op betaling. Dit kan hij bijvoorbeeld doen door een stuitingsbrief te sturen. Maar heeft zo’n stuitingsbrief werking als deze de debiteur De schuldenaar, iemand die nog moet betalen voor een bepaald product of dienst.
» Meer over debiteur
debiteur
nooit heeft bereikt, bijvoorbeeld omdat een oud adres is gebruikt? Advocaat verbintenissenrecht Thomas van Vugt beantwoordt deze vraag aan de hand van een recente uitspraak.

Casus: opeisbare vordering van bank

In deze zaak speelde het volgende: een bank heeft uit hoofde van een kredietovereenkomst een opeisbare vordering op een debiteur van € 10.000. Op 12 augustus 2009 heeft de bank een sommatie Een schriftelijke aanmaning om binnen een bepaalde termijn een contractuele of wettelijke verplichting na te komen.
» Meer over sommatie
sommatiebrief
gestuurd (dit heeft de verjaring gestuit). De bank heeft vervolgens de vordering gecedeerd aan een derde (hierna: de crediteur). De crediteur is op 18 oktober 2016 een incassoprocedure gestart. Volgens de debiteur is de vordering verjaard op 12 augustus 2014 (vijf jaar na de laatste sommatiebrief van de bank). 

Werking stuitingsbrieven

De crediteur wijst op een aantal brieven die zij vanaf 27 september 2012 heeft gestuurd. Hiermee zou de verjaring verder zijn gestuit, aldus de crediteur. Het punt is echter dat de brieven naar het oude adres van de debiteur zijn verstuurd. Volgens de debiteur hebben de brieven geen werking, omdat deze hem niet hebben bereikt.

Verklaring moet persoon bereiken

De rechtbank stelt voorop dat een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring pas werking heeft als de verklaring die persoon heeft bereikt (art. 3:37 BW). Bij een schriftelijke verklaring geldt als uitgangspunt dat deze de geadresseerde heeft bereikt als zij door hem is ontvangen. Als de geadresseerde de ontvangst betwist, dan is het aan de afzender om feiten en omstandigheden te stellen en te bewijzen waaruit volgt dat de verklaring naar een adres is verzonden waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat de geadresseerde daar door hem kon worden bereikt. 

Doorgeven adreswijziging verplicht

In de procedure gaat het om de vraag of de crediteur redelijkerwijs mocht aannemen dat de debiteur kon worden bereikt op zijn oude adres. De crediteur wijst op de algemene voorwaarden van de bank. In artikel 14 staat dat een kredietnemer een adreswijziging schriftelijk moet doorgeven aan de bank. Dit heeft de debiteur in deze zaak nagelaten. De crediteur is van mening dat hij op grond van artikel 14 van de algemene voorwaarden mocht aannemen dat de brieven de debiteur op het oude adres konden bereiken.

Onredelijk bezwarend beding

De debiteur voert aan dat artikel 14 onredelijk bezwarend en in strijd met de Europese Richtlijn over oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten is. Volgens de richtlijn wordt een beding als oneerlijk beschouwd als dit het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Volgens de rechtbank is hier in dit geval geen sprake van. De rechtbank wijst erop dat de Nederlandse wetgever de voorwaarde, dat de gebruiker het door de wederpartij opgegeven adres als zodanig mag blijven beschouwen totdat hem een nieuw adres is meegedeeld, heeft uitgezonderd van hetgeen als onredelijk bezwarend wordt aangemerkt. Dit volgt uit artikel 6:236 sub l BW.

De conclusie is dan ook dat de stuitingsbrieven, die door de crediteur aan het oude adres van de debiteur zijn gestuurd, werking hebben en de verjaring van de vordering tijdig hebben gestuit.

Thomas van Vugt

Thomas van Vugt

Thomas adviseert en procedeert met name op het gebied van het verbintenissenrecht, het vastgoedrecht, en mediarecht. Bekijk hier zijn track record. Volg Thomas op Twitter en LinkedIn.

Ravel Residence