4 min lezen

Aansprakelijkheid Raad van Commissarissen

NL

In het kort

  • Voor interne aansprakelijkheid van commissarissen is kennelijk onbehoorlijk toezicht vereist. Hiervan is sprake wanneer geen redelijk denkende commissaris onder dezelfde omstandigheden zo zou hebben gehandeld.
  • Commissarissen zijn hoofdelijk aansprakelijk als de RvC haar toezichthoudende taak onbehoorlijk heeft vervuld. Ze kunnen dan persoonlijk worden aangesproken voor het geheel van de schade.
  • Commissarissen kunnen aansprakelijk zijn voor schade aan derden als zij onrechtmatig handelen en derden schade lijden door bijvoorbeeld een misleidende jaarrekening.

Wanneer is sprake van interne aansprakelijkheid (2:9 BW)?

Norm

Het is de taak van de raad van commissarissen Het toezichthoudende orgaan van de N.V., B.V. en de vereniging (waaronder ook de coöperatie en onderlingen waarborgmaatschappij) .
» Meer over raad van commissarissen
RvC
om toezicht te houden op het bestuur en de algemene gang van zaken in de onderneming/organisatie. Voor persoonlijke aansprakelijkheid De gehoudenheid van een persoon of bedrijf om schade ontstaan uit een onrechtmatige daad of wanprestatie te vergoeden.
» Meer over aansprakelijkheid
aansprakelijkheid
van commissarissen moet sprake zijn van kennelijk onbehoorlijk toezicht waarvan de commissarissen een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling is sprake wanneer geen redelijk denkend commissaris onder dezelfde omstandigheden zo zou hebben gehandeld.

Het handelen in strijd met statuten De statuten vermelden bij rechtspersonen met in aandelen vermeld kapitaal het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het soort, aantal en het bedrag van de aandelen. Voorts bevatten de statuten bepalingen over bestuur, aandeelhoudersvergadering, een eventuele raad van commissarissen, ontbinding en vereffening.
» Meer over statuten
statuten
, reglement of een (branchegerichte) gedragscode is een belangrijke reden voor aansprakelijkheid. Met name wanneer deze regels nou juist zijn bedoeld om de betreffende risico’s op schade te voorkomen.

Collectieve/ hoofdelijke aansprakelijkheid schuldenaren gezamenlijk aansprakelijk voor een en dezelfde schuld. Betaling van de een werkt bevrijdend voor de ander, jegens de schuldeiser.
» Meer over hoofdelijke aansprakelijkheid
hoofdelijke aansprakelijkheid

Uitgangspunt is dat alle leden van een RvC hoofdelijke aansprakelijkheid schuldenaren gezamenlijk aansprakelijk voor een en dezelfde schuld. Betaling van de een werkt bevrijdend voor de ander, jegens de schuldeiser.
» Meer over hoofdelijke aansprakelijkheid
hoofdelijk
aansprakelijk zijn wanneer de RvC haar toezichthoudende taak onbehoorlijk heeft vervuld. Dit betekent dat iedere commissaris persoonlijk kan worden aangesproken voor het geheel van de schade.

disculpatie Uitzondering algemene aansprakelijkheid bestuurders vanwege ontbreken schuld.
» Meer over disculpatie
Disculpatie

Een commissaris is niet aansprakelijk als hem geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk toezicht te voorkomen. Hij zal dat dan zelf moeten aantonen.

Wanneer is sprake van aansprakelijkheid voor het tekort bij faillissement (2:248 BW)?

Norm

De norm voor aansprakelijkheid voor onbehoorlijk toezicht bij faillissement is vergelijkbaar met de interne onbehoorlijke taakvervulling. De curator Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator
beroept zich vaak op beide bepalingen. Van onbehoorlijk toezicht kan pas sprake zijn als ook onbehoorlijk bestuur wordt vastgesteld.

Boedeltekort

Wanneer aannemelijk is dat het onbehoorlijk toezicht een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement is iedere commissaris aansprakelijk voor het totale boedeltekort. Dit voor zover geen sprake is van een succesvol disculpatie verweer.

Boekhoudplicht

Net als bij bestuur geldt hierbij een bewijsvermoeden. Wanneer de boekhouding niet op orde is of de jaarrekening niet tijdig is gedeponeerd staat onbehoorlijk bestuur/toezicht vast en wordt vermoed dat dit een belangrijke oorzaak van het faillissement is geweest. De RvC is hier niet zelf verantwoordelijk voor maar moet er wel op toezien dat het bestuur aan de boekhoudplicht voldoet.

Zowel voor de boekhoudplicht als voor overige belangrijke onderdelen van de bedrijfsvoering is de commissaris afhankelijk van de informatie van het bestuur. Dat betekent niet dat de commissaris achterover kan leunen. Van de RvC wordt een actieve houding verwacht, zeker bij belangrijke onderwerpen als financiën en bijvoorbeeld risico beheersing. Wanneer daar aanleiding voor is zal hij nadere informatie moeten opvragen, hij kan het bestuur adviseren en zal zo nodig ook maatregelen moeten treffen. Dit kan bijvoorbeeld schorsing van een bestuurder inhouden.

Wanneer is sprake van aansprakelijkheid tegenover derden?

Onder omstandigheden kan een commissaris of RvC aansprakelijk zijn voor de schade die een derde partij lijdt door zijn/haar onrechtmatig Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig
handelen. Bijvoorbeeld wanneer deze derde partij is afgegaan op een misleidende voorstelling van de toestand van de onderneming in de gedeponeerde jaarrekening en dit heeft geleid tot schade. Ook bij aansprakelijkheid jegens derden is de drempel hoog en moet de commissaris wel een ernstig verwijt treffen.

Andere aandachtspunten

Wanneer een commissaris bestuurstaken uitvoert zal eventuele aansprakelijkheid worden beoordeeld volgens de norm voor bestuurders. Dit zal gewoonlijk sneller tot aansprakelijkheid leiden dan een toezichthoudende taak. Ook is in theorie mogelijk dat iemand die geen commissaris is maar hier wel naar heeft gehandeld aansprakelijk wordt gehouden voor onbehoorlijk toezicht. Deze zgn. ‘pseudo-commissaris’, vergelijkbaar met een ‘feitelijk bestuurder’, is echter uitzonderlijk.

Gelet op het toegenomen risico op aansprakelijkheid als commissaris sluiten veel ondernemingen, maar ook verenigingen en stichtingen, een bestuurders- & commissarissen aansprakelijkheidsverzekering af. Deze vergoeden niet alleen eventuele geclaimde schade maar ook de kosten van verweer hiertegen (behoudens bij opzettelijke fraude e.d.).

Sinds 1 juli 2021: Wet Bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR)

Tot 1 juli 2021 golden de regels voor onbehoorlijk toezicht niet (rechtstreeks) voor commissarissen van een vereniging, stichting Een stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon zonder leden of aandeelhouders.
» Meer over stichting
stichting
, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij Een als onderlinge waarborgmaatschappij opgerichte vereniging met het doel met haar leden verzekeringsovereenkomsten te sluiten.
» Meer over onderlinge waarborgmaatschappij
onderlinge waarborgmaatschappij
. Met de invoering van de WBTR per 1 juli 2021 zijn de wettelijke regelingen grotendeels gelijk getrokken. De bewijsvermoedens bij faillissement golden al voor ‘commerciële’ verenigingen en stichtingen die een onderneming drijven en daarmee vpb plichtig zijn. Sinds 1 juli 2021 gelden de bewijsvermoedens ook voor semipublieke instellingen die op grond van sectorspecifieke regels een jaarrekeningplicht hebben. Dit zijn bijvoorbeeld woningcorporaties of organisaties in de zorg-, onderwijs- en pensioensector. Bij een ‘gewone’ stichting of vereniging, bijvoorbeeld sportclub of muziekschool, geldt dit bewijsvermoeden niet.

Nienke Bobbert

Nienke Bobbert

Nienke heeft ruim 20 jaar ervaring in de procespraktijk, in het bijzonder op het gebied van insolventierecht, aansprakelijkheidsrecht en contractenrecht.

Ravel Residence