3 min lezen

De klachtplicht geldt niet wanneer de werkgever (of werknemer) in zijn geheel niet heeft gepresteerd

NL

In een arbeidsovereenkomst De overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.
» Meer over arbeidsovereenkomst
arbeidsovereenkomst
staan allerlei rechten en verplichtingen voor zowel werkgever als werknemer. Als een van de partijen deze verplichtingen niet (volledig) nakomt, dan kan de andere partij hem/haar daarop aanspreken. In de wet staat dat een schuldeiser tijdig moet klagen over een gebrek in de prestatie van de schuldenaar. Als de schuldeiser nalaat om tijdig te klagen, dan verliest hij of zij het recht op de vordering. Deze klachtplicht De plicht van een koper om tijdig een gebrek aan een gekochte zaak te melden bij verkoper.
» Meer over klachtplicht
klachtplicht
geldt ook in het arbeidsrecht. Onlangs heeft het gerechtshof een arrest gewezen waarin deze klachtplicht in het kader van een loonvordering een rol speelde. Arbeidsrecht-advocaat Sander Schouten bespreekt deze uitspraak.

Ontslag wegens bedrijfseconomische redenen

De twee werknemers traden 1 juni 2007 en 1 augustus 2009 in dienst bij de maatschap. In 2016 vroeg de maatschap een ontslagvergunning bij het UWV aan voor beide werknemers. Nadat de maatschap de toestemming van het UWV ontving, heeft zij de arbeidsovereenkomsten opgezegd tegen 1 juni 2016, wegens bedrijfseconomische redenen.

Recht op toelagen

Op de arbeidsovereenkomsten van de werknemers was de cao (collectieve arbeidsovereenkomst) Een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is een schriftelijke overeenkomst waarin afspraken over arbeidsvoorwaarden zijn vastgelegd.
» Meer over cao (collectieve arbeidsovereenkomst)
cao
voor de glastuinbouw van toepassing verklaard. De werknemers stellen dat zij onder verwijzing naar de relevante bepalingen uit de cao aanspraak kunnen maken op nog niet betaalde toeslagen, overuren en vakantiedagen. In eerste aanleg zijn de werknemers gedeeltelijk in het gelijk gesteld. De werknemers komen op tegen dat vonnis.

De basisregeling uit de cao geldt

Het hof stelt voorop dat op grond van artikel 11 van de cao de basisregeling geldt, tenzij partijen andersluidende afspraken hebben gemaakt. Het is aan de maatschap om te stellen en bij gemotiveerde betwisting zijdens de werknemers te bewijzen dat die andersluidende afspraken zijn gemaakt. Het hof oordeelt dat de maatschap niet is geslaagd in haar bewijslast. De maatschap heeft niet gesteld dat door partijen is gesproken over andersluidende afspraken terwijl dat, gelet op de cao, wel op haar weg had gelegen.

Wel verwijst de maatschap naar de feitelijke gang van zaken in de glastuinbouw en binnen haar eigen onderneming, maar deze omstandigheden acht het hof onvoldoende om aan te nemen dat partijen een (al dan niet impliciete) afspraak hebben gemaakt op basis waarvan de werknemers hebben ingestemd met een andere regeling dan de basisregeling uit de cao. Ook het verweer van de maatschap dat de werknemers nooit protesteerden tegen het loon dat ze ontvingen, kan de maatschap niet baten. Dat is eveneens onvoldoende om aan te nemen dat partijen een impliciete afspraak hebben gemaakt, aldus het hof.

Geen klachtplicht bij niet-nakoming

Doorredenerend is het de vraag of de niet-betaling van de toeslagen en de vergoeding van niet-genoten vakantiedagen conform de cao moet worden gekwalificeerd als een ondeugdelijke prestatie of als een niet (tijdige) nakoming. Als er sprake is van een ondeugdelijke prestatie, geldt er mogelijk een klachtplicht voor de werknemers. Deze klachtplicht geldt echter niet als komt vast te staan dat er sprake is van een niet (tijdige) nakoming.

Het hof acht het in deze kwestie van belang dat de vordering van de werknemers ziet op betaling – en dus nakoming – van verschuldigde toeslagen wegens overuren en vergoeding van niet-genoten vakantiedagen. De toeslagen zijn steeds periodiek opeisbaar geworden. Dat geldt niet voor de vergoeding van de niet-genoten vakantiedagen. Hierop konden de werknemers pas aanspraak maken op het moment dat hun arbeidsovereenkomsten eindigden. Deze verbintenis tot betaling is de maatschap in zijn geheel niet nagekomen. De prestatie is uitgebleven. Er is hier aldus het hof sprake van niet-nakoming waardoor de klachtplicht van artikel 6:89 BW niet van toepassing is.

Conclusie

Ook al wordt in deze uitspraak het beroep op de klachtplicht verworpen, deze uitspraak bevestigt wel dat partijen zich in beginsel ook in het arbeidsrecht kunnen verweren met een beroep op de klachtplicht. Dat wordt echter niet veel gedaan. In veel situaties zullen (te) late vorderingen afgewezen worden op grond van de verval- of verjaringstermijnen, maar als dat niet succesvol is en een werkgever of werknemer zich benadeeld voelt door een te late claim, kunnen zij de klachtplicht inroepen. Uit de rechtspraak blijkt dat dit met name succesvol zal zijn in kwesties van een gebrekkige prestatie. Een gebrekkige prestatie impliceert dat de overeenkomst Een meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere partijen een verbintenis aangaan.
» Meer over overeenkomst
overeenkomst
niet volledig en/of ondeugdelijk wordt nagekomen. Maar dat is dus niet het geval als er in zijn geheel niet wordt gepresteerd.

Sander Schouten

Sander Schouten

Sander is sinds 2001 advocaat. Hij heeft bij twee middelgrote advocatenkantoren in Amsterdam ervaring opgedaan. Sander legt zich voornamelijk toe op de rechtsgebieden ondernemingsrecht, insolventierecht, verbintenissenrecht en arbeidsrecht. Volg Sander op LinkedIn of Twitter.

Ravel Residence