Vandaag werd de beschikking van de
ondernemingskamer
Een afdeling van het Gerechtshof te Amsterdam dat bevoegd is kennis te nemen van diverse ondernemingsrechtelijke en sociaal- of financieel-economisch georiënteerde zaken.
» Meer over ondernemingskamer
Ondernemingskamer ter zake de verkoop van Centric gepubliceerd. De uitspraak is het (voorlopige) sluitstuk van de saga rondom het IT-bedrijf als gevolg van de privé beslommeringen van Gerard Sanderink. De uitspraak vormt een uniek precedent over de spanning tussen het recht op
eigendom
Het het meest omvattende recht dat men op een zaak kan hebben. Eigendom is het recht om over een zaak (stuk grond, voorwerp, hoeveelheid geld enz.) naar eigen goeddunken te beschikken.
» Meer over eigendom
eigendom en het maatschappelijk belang, zoals advocaat ondernemingsrecht Onno Hennis in deze blog toelicht.
Centric staat al jaren in de publieke belangstelling. Sanderink, de oorspronkelijke eigenaar van Centric, werd in 2022 door de Ondernemingskamer als bestuurder geschorst en zijn
aandeel
De gedeelten waarin het kapitaal van een BV of NV is verdeeld.
» Meer over aandeel
aandelen werden overgedragen aan een tijdelijke beheerder. Voorts wees de Ondernemingskamer een tijdelijk bestuur aan. Daarmee kwam hij op afstand van het bedrijf dat hij zelf oprichtte en groot maakte.
Het tijdelijke bestuur besloot afgelopen zomer om Centric te verkopen. Sanderink heeft in verband daarmee publiekelijk bezwaren geuit. Volgens hem werd hij door een interim bestuur van zijn eigendom beroofd en was dit
onrechtmatig
Ieder handelen of nalaten dat in strijd is met een wet of met de maatschappelijke betamelijkheid.
» Meer over onrechtmatig
onrechtmatig. Na een biedingsproces is de onderneming verkocht aan een consortium van ondernemers.
Omdat het bestuur vreesde dat Sanderink zou proberen (uitvoering van) de transactie te frustreren heeft zij verzocht hem te verbieden (rechts)handelingen te verrichten die beogen de verkoop van Centric aan te tasten, de verkoop te gehengen en te gedogen en geen publieke uitlatingen te doen dat de verkoop onrechtmatig is.
Sanderink heeft geen verweer gevoerd tegen de verzoeken. Dat heeft ermee te maken dat Sanderink al langere tijd moeite heeft een advocaat te vinden en het bij de Ondernemingskamer verplicht is een advocaat te hebben. Sanderink heeft nog op eigen titel een e-mail aan de Ondernemingskamer, maar deze heeft de Ondernemingskamer buiten beschouwing gelaten.
Ook zonder zijn verweer heeft de Ondernemingskamer onderkend dat verkoop tegen de zin van de uiteindelijk belanghebbende ongebruikelijk en verstrekkend is. De gevolgen zijn namelijk onomkeerbaar en grijpen diep in in de rechten van Sanderink. Volgens de Ondernemingskamer is het daarom vereist dat de verkoop noodzakelijk is in het belang van Centric, er geen alternatieve, minder diep ingrijpende maatregel voorhanden is en dat bij het verkoopproces zeer zorgvuldig is gehandeld.
Na vaststelling door de Ondernemingskamer dat de verkoop onder de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd is, komt zij tot de conclusie dat er een zorgvuldig, transparant en competitief verkoopproces heeft plaatsgevonden, waarbij Sanderink bovendien steeds op de hoogte is gehouden en in de gelegenheid is gesteld – na ondertekening van een geheimhoudingsovereenkomst (hetgeen hij weigerde) – om mee te doen. Het verkoopproces was gericht op het behalen van de hoogst mogelijke opbrengst, hetgeen ook in belang van Sanderink is. De Ondernemingskamer meent dan ook dat Sanderink de (uitvoering van) de transactie zal moeten gehengen en gedogen.
De Ondernemingskamer wijst echter de andere verzoeken van Centric af. Daartoe overweegt de Ondernemingskamer dat het te ver gaat om Sanderink af te houden van zijn grondwettelijke recht tot toegang tot de rechter en zijn recht op vrije meningsuiting te beperken.
Tot slot heeft de Ondernemingskamer uit eigen beweging – en in feite als ‘obiter dictum’ de verzoeken aan artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM. Dat is de Europese regel waarin het recht op eigendom is gewaarborgd. Eigendom is – in juridische zin – het sterkste recht. Inperking van dit recht kan alleen op basis van een deugdelijke wettelijke basis, en dan voor zover dit in het algemeen belang is en er een ‘fair balance’ is tussen de eisen van het algemeen belang en de bescherming van het fundamentele eigendomsrecht van Sanderink.
De Ondernemingskamer komt tot de conclusie dat aan de vereisten is voldaan. Daartoe overweegt de Ondernemingskamer onder meer dat het maatschappelijke belang is gediend bij het voortbestaan van Centric gezien haar positie als IT-leverancier voor onder meer overheidsdiensten, een redelijke prijs voor de aandelen is gewaarborgd door het competitieve verkoopproces en de verkoop proportioneel is in het kader van de ‘fair balance’.
De uitspraak toont aan dat – onder buitengewone omstandigheden – het Nederlandse enquêterecht een effectief juridisch middel is om problemen op te lossen. Ook in minder extreme situatie biedt een procedure bij de Ondernemingskamer oplossingen voor vastgelopen samenwerkingen en andere vennootschappelijke geschillen. AMS heeft de kennis en ervaring in huis om partijen daadkrachtig bij te staan. Neem gerust vrijblijvend contact op.