3 min lezen

bestuurdersaansprakelijkheid

Hidde Reitsma
Hidde Reitsma
Neem contact op

Bestuurder aansprakelijk?

De schulden van een bedrijf, meestal een besloten vennootschap (BV), maar ook de naamloze vennootschap (NV), een coöperatie, een vereniging en een stichting, rusten alleen bij het bedrijf (de rechtspersoon) zelf, en niet bij de bestuurder of het bestuur, ook wel directeur en directie genoemd. Dat is de belangrijkste reden waarom veel ondernemers voor de BV kiezen. Maar als de bestuurder of het bestuur schulden maakt waarvan hij weet dat die niet kunnen worden voldaan, of zoveel gelden uit de BV haalt dat de schuldeisers niet meer betaald kunnen worden, kan de bestuurder zelf (persoonlijk) aansprakelijk worden voor die schulden. De advocaten van AMS hebben een ruime ervaring in het adviseren en procederen over (dreigende) aansprakelijkheid van bestuurders.

Interne bestuurdersaansprakelijkheid

Als het bestuur zich niet aan de regels houdt (en bijvoorbeeld in strijd handelt met de statuten), of zijn taak in het algemeen onbehoorlijk vervult, riskeert hij echter ook aansprakelijkheid tegenover de BV zelf. Sluit het bestuur bijvoorbeeld een groot contract terwijl de statuten eisen dat de aandeelhouders daarvoor eerst toestemming geven, dan is het contract (meestal) geldig, maar is het bestuur wel aansprakelijk voor de gevolgen hiervan.

Bestuursaansprakelijkheid in faillissement

Gaat een bedrijf failliet, dan kijkt de curator altijd of sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid. Hij kan het bestuur aanspreken om alle schulden van het bedrijf te betalen als sprake is geweest van ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’ (wanbeleid) en aannemelijk is geworden dat dit wanbeleid het faillissement heeft veroorzaakt.

Wanbeleid: curator vs advocaat

De wet geeft de curator een belangrijke voorsprong als het bestuur een potje heeft gemaakt van de administratie of de jaarstukken niet op tijd heeft gedeponeerd: in dat geval staat vast dat sprake is van wanbeleid, en moet de bestuurder aannemelijk maken dat dit niet de oorzaak was van het faillissement. In de praktijk komt het dan ook nogal eens voor dat bestuurders door curatoren worden aangesproken als niet aan de administratieplicht of publicatieplicht is voldaan. Dat gebeurt zelfs terwijl soms helemaal niet aannemelijk is dat het faillissement daardoor is veroorzaakt. Het is dan ook belangrijk dat het bestuur zorgt dat de jaarstukken kloppen en tijdig worden gedeponeerd, en dat er een deugdelijke administratie wordt gevoerd.

Administratieplicht

De wet bepaalt dat de bestuurder van een rechtspersoon verplicht is om van ‘de vermogenstoestand van de rechtspersoon’ een administratie bij te houden. Dit wordt de administratieplicht genoemd. Het bestuur dient op eenvoudige wijze de rechten en plichten van de BV te kennen. De beoordeling of is voldaan aan de administratieplicht, is dus altijd subjectief: de wet schrijft niet voor hoe een administratie moet worden gevoerd. In de praktijk is het raadzaam om alle contracten en facturen toegankelijk te bewaren, en ervoor te zorgen dat alle betalingen snel in een boekhoudsysteem worden verwerkt.

Jaarrekening deponeren; deponeringsplicht

De wet bepaalt dat (het bestuur van) de rechtspersoon uiterlijk dertien maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening moet hebben openbaar gemaakt. Een BV moet jaarlijks – in principe uiterlijk vijf maanden na het einde van het boekjaar – de jaarrekening opmaken. Deze jaarrekening moet uiteraard een juist beeld geven van de financiële positie van de onderneming. Kleinere en middelgrote bedrijven kunnen in veel gevallen volstaan met publicatie van een verkorte balans en winst- en verliesrekening.

Over AMS advocaten

De ondernemingsrecht advocaten van AMS hebben – als advocaat van bestuurders, maar ook in de rol van curator – een ruime ervaring op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid. Ook is hun praktijkervaring als curator buitengewoon waardevol in het kunnen inschatten van de procesrisico’s.

Nieuws-
brief

Ravel Residence