3 min lezen

Ex-man veroordeeld om vraagprijs woning te verlagen

NL

In een echtscheidingsconvenant zijn vaak bepalingen opgenomen over de verkoop van de echtelijke woning. De ex-man die het gezamenlijke huis waarin hij nog woonde tegen een irreële vraagprijs bij een internetmakelaar in de verkoop had gezet, voldeed volgens de Voorzieningenrechter Almelo niet aan zijn verplichtingen uit het convenant en werd veroordeeld de woning tegen een lagere vraagprijs bij een lokale makelaar aan te bieden. Advocaat verbintenissenrecht Thomas van Vugt bespreekt de uitspraak.

 

Convenant tot ontbinding geregistreerd partnerschap

Ter beëindiging van een geregistreerd partnerschap dient een convenant tot ontbinding te worden opgesteld. Hierin worden zaken zoals verdeling van de boedel, alimentatie en de woning geregeld. Een dergelijk convenant wordt opgesteld bij een notaris of advocaat en ook door hen medeondertekend. Vervolgens kan een ambtenaar van de burgerlijke stand het partnerschap ontbinden. Als er kinderen in het spel zijn dan kan alleen de rechtbank het geregistreerd partnerschap ontbinden. In het convenant dat in deze zaak was opgesteld, was onder meer bepaald dat de man in de gemeenschappelijke woning zou blijven wonen op voorwaarde dat hij de (nog op beide partners rustende) hypotheekverplichting zou oversluiten op zijn naam danwel de woning binnen een jaar te koop zou zetten zodat met de verkoopopbrengsten de hypotheekschuld kon worden afgelost.

Woning te koop aangeboden bij internetmakelaar

De man kreeg een hypotheek op zijn naam niet rond en zette het huis, conform convenant, in de verkoop, echter niet op een voor de vrouw acceptabele wijze: het huis was bij een internetmakelaar te koop gezet, was lange tijd niet op Funda te vinden en had bovendien een vraagprijs van € 275.000 (aanvankelijk zelfs hoger) die, volgens de vrouw, niet overeenkwam met de marktwaarde. De man deed aldus niet een echte poging het huis te verkopen.

Vrouw start kort geding tegen ex-partner

In het kort geding dat vervolgens door de vrouw was aangespannen, vorderde zij onder meer de man te veroordelen om de woning te koop aan te bieden bij een NVM-makelaar met kennis van de woningmarkt ter plaatse van de woning, om de woning te koop aan te bieden tegen een reële vraagprijs van maximaal € 195.000 (welk bedrag gelijk was aan de laatst vastgestelde ROZ-waarde) en tot slot om de woning niet onder de € 180.000 te verkopen.

Voorzieningenrechter: vraagprijs niet reëel

De Voorzieningenrechter overweegt allereerst dat de rechtsbetrekking tussen partijen wordt beheerst door hun convenant en door de eisen van redelijkheid en billijkheid Een bron van ongeschreven objectief recht waaraan mensen zich moeten gedragen jegens elkaar.
» Meer over redelijkheid en billijkheid
redelijkheid en billijkheid
. De wijze waarop de man thans uitvoering geeft aan de bepalingen in het convenant getuigt er onvoldoende van dat hij deze eisen in acht neemt, aldus de rechter. De Voorzieningenrechter is het met de vrouw eens dat de rol van de internetmakelaar vaag is en acht aannemelijk dat een lokale makelaar in het algemeen meer mogelijkheden heeft om de woning veelvuldig en optimaal in beeld te brengen bij potentiële kopers. Mat betrekking tot de prijs is de rechter van mening dat de huidige vraagprijs inderdaad te hoog ligt gelet op de vraagprijs van andere woningen. Omdat de man aannemelijk heeft gemaakt dat een reële verkoopopbrengst eerder rond de € 250.000 ligt, wordt de man veroordeeld om de woning aan te bieden tegen een vraagprijs van maximaal € 250.000 en om de woning niet te verkopen voor een prijs onder de € 200.000. En hij moet een “gewone” makelaar in de buurt in schakelen. Dit alles op straffe van een dwangsom.

Thomas van Vugt

Thomas van Vugt

Thomas adviseert en procedeert met name op het gebied van het verbintenissenrecht, het vastgoedrecht, en mediarecht. Bekijk hier zijn track record. Volg Thomas op Twitter en LinkedIn.

Ravel Residence