4 min lezen

Wetsvoorstel: oordeel bedrijfsarts wordt leidend bij de zogenoemde toets op re-integratie-inspanningen

NL

Gedurende 104 weken arbeidsongeschiktheid hebben werkgevers en zieke werknemers re-integratieverplichtingen om de werknemers terug te laten keren in het arbeidsproces. Kleine werkgevers ervaren deze (financiële) re-integratieverplichtingen als pittig, wat logischerwijs ook weer gevolgen heeft voor werknemers. Werkgevers zijn minder snel geneigd een vast contract Een akte (schriftelijke vastlegging) van een overeenkomst.
» Meer over contract
contract
aan te bieden. Om de werkgevers tegemoet te komen is bij brief van 20 december 2018 een pakket aan maatregelen voorgesteld aan de Tweede Kamer dat de loondoorbetalingsverplichtingen makkelijker, duidelijker en goedkoper maakt. Daarbij blijft de ontslagbescherming voor werknemers van twee jaar bij ziekte overigens ongewijzigd. Arbeidsrechtadvocaat Sander Schouten bespreekt een van deze voorstellen uit het wetsvoorstel.

Spoor 1 en spoor 2: hoe zit het ook alweer?

Sinds de invoering van de Wet verbetering poortwachter in 2002, wordt een actieve houding van de werknemer en werkgever verwacht voor wat betreft het herstel en de re-integratie van een zieke werknemer. Re-integratie is primair gericht op terugkeer binnen het eigen bedrijf, al dan niet in een aangepaste functie (spoor-1-traject). Als het voor een zieke werknemer niet mogelijk is om te re-integreren bij de eigen werkgever, dienen werkgever en werknemer te kijken of het werk bij een andere werkgever hervat kan worden (spoor-2-traject).

Is het verplicht een arbodienst in te schakelen?

Ja, sinds 1 juli 2017 zijn werkgevers verplicht zich te laten adviseren door een erkende arbodienst of bedrijfsarts bij het begeleiden van zieke werknemers. De rol van de bedrijfsarts of arbodienst is tweeledig: (i) hij is verantwoordelijk voor een adequate probleemanalyse en (ii) hij heeft een adviseren rol inzake de werkhervatting. Op basis van het periodieke advies van de bedrijfsarts richten werkgever en werknemer het re-integratietraject in.

Na 104 weken nog steeds arbeidsongeschikt: wat nu?

Als een werknemer na 104 weken nog steeds niet in staat is om het eigen dan wel aangepast werk te hervatten, vraagt de werknemer een WIA-uitkering aan bij het UWV. Bij deze aanvraag dient de werknemer een re-integratieverslag (RIV) te overleggen. Het UWV beoordeelt vervolgens op grond van het re-integratieverslag of de werkgever en de werknemer samen voldoende re-integratie-inspanningen hebben verricht. Dat is de zogenoemde RIV-toets. Als het UWV oordeelt dat een werkgever onvoldoende aan re-integratie heeft gedaan, dan kan het UWV de loondoorbetalingsperiode van de werkgever met maximaal één jaar verlengen (loonsanctie). Als de werknemer te weinig heeft gedaan aan de terugkeer naar het werk, dan kan het UWV de WIA-uitkering geheel of gedeeltelijk weigeren.

Voor werkgevers is de RIV-toets niet altijd begrijpelijk

Voor werkgevers is het niet altijd inzichtelijk hoe en waarom het UWV een beslissing neemt over het wel of niet opleggen van een loonsanctie in het kader van de WIA-beoordeling. Ik heb toch een bedrijfsarts of arbo-arts ingeschakeld en dat advies gedurende 104 weken ziekte keurig opgevolgd? Ik kan er toch niets aan doen dat de bedrijfsarts de belastbaarheid van de werknemer te laag heeft ingeschat of te laat heeft aangegeven dat de werknemer weer belastbaar is voor (aangepast) werk? Waarom is de verzekeringsarts van het UWV een andere mening toegedaan? En waarom is het eigen oordeel van de verzekeringsarts een belangrijk element in het totaaloordeel van UWV over de re-integratie-inspanningen? Dit zijn vragen die wij vaak krijgen van werkgevers.

Advies van de bedrijfsarts wordt leidend bij de RIV-toets

Een van de afspraken van het wetsvoorstel is dat het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de arbeidsongeschikte werknemer leidend wordt bij de RIV-toets door het UWV. De verzekeringsarts van het UWV zal dit advies niet langer beoordelen. Dit zal leiden tot meer zekerheidsrecht Zakelijke rechten die strekken tot ter zekerheid van een vordering, zoals pand en hypotheek.
» Meer over zekerheidsrecht
zekerheid
voor werkgevers. De maatregel heeft dus als gevolg dat de RIV-toets louter zal berusten op een arbeidskundige beoordeling van het re-integratieverslag door het UWV. De arbeidsdeskundige beoordeelt of werkgever en werknemer de re-integratie-inspanningen hebben gepleegd die passend zijn bij het advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de werknemer. Op basis van dit oordeel bepaalt het UWV of de inspanningen voldoende zijn geweest of dat een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting wordt opgelegd.

De mogelijkheid tot het vragen van een second opinion en deskundigenoordeel blijven bestaan

Het wetsvoorstel brengt geen verandering in de toegang tot een second opinion van een andere bedrijfsarts. Net zoals nu kunnen werknemers die het tijdens de loondoorbetalingsperiode van 104 weken niet eens zijn met het advies van de bedrijfsarts over hun belastbaarheid een second opinion aanvragen bij een andere onafhankelijke bedrijfsarts. Ook de mogelijkheid voor werkgevers en werknemers om een deskundigenoordeel aan te vragen bij het UWV blijft intact.

Wat is wel het voordeel van deze maatregel voor werkgevers en werknemers?

Het UWV zal nog steeds loonsancties kunnen opleggen aan werkgevers, maar een van die grondslagen vervalt met dit wetsvoorstel. Immers, loonsancties als gevolg van een medisch verschil van inzicht tussen de eigen bedrijfsarts en de verzekeringsarts van het UWV zullen niet meer voorkomen. Voor werknemers heeft dit voorstel tot positief gevolg dat zij dan eerder een WIA-uitkering toegekend krijgen dan nu het geval is. Ook kan dit de balans tussen vaste en flexibele werknemers herstellen omdat het voor werkgevers aantrekkelijker kan worden om werknemers in vaste dienst te nemen.

Vanaf wanneer zou de wetswijziging in werking treden?

De wetswijziging is op donderdag 1 oktober aan de Tweede Kamer aangeboden en het doel is dat vanaf 1 september 2021 het medisch advies van de bedrijfsarts leidend is bij de RIV-toets.Wij volgen de ontwikkelingen op de voet en houden u daarvan op de hoogte.

Sander Schouten

Sander Schouten

Sander is sinds 2001 advocaat. Hij heeft bij twee middelgrote advocatenkantoren in Amsterdam ervaring opgedaan. Sander legt zich voornamelijk toe op de rechtsgebieden ondernemingsrecht, insolventierecht, verbintenissenrecht en arbeidsrecht. Volg Sander op LinkedIn of Twitter.

Ravel Residence