3 min lezen

Cessie-en verpandingsverboden

NL

In een recente uitspraak heeft de rechtbank Limburg beslist over de werking van een cessieverbod (een verbod om een vordering over te dragen). Tussen partijen was in geschil of het cessieverbod ertoe leidt dat de vordering niet meer rechtsgeldig kan worden overgedragen aan een derde. Op grond van art. 3:83 lid 2 BW is het immers mogelijk om de cessie van een vordering onmogelijk te maken. Art. 3:83 lid 2 BW geldt overeenkomstig voor de (on)verpandbaarheid van bijvoorbeeld een geldvordering. Afhankelijk van de werking van een cessie- en verpandingsverbod kan het verbod tegen derden worden ingeroepen. In deze blog bespreekt advocaat Sjoerd Yntema de werking van een cessie- en verpandingsverbod.

De cessie en verpanding van een vordering

De wet maakt het mogelijk een vordering over te dragen of deze te verpanden. Dit staat in artikel 3:83 lid 1 BW. De schuldeiser heeft belang bij de overdraagbaarheid of verpandbaarheid van vorderingen, omdat dit een belangrijke manier van financiering voor de schuldeiser kan zijn. De schuldenaar daarentegen heeft er vaak juist belang bij dat een vordering niet kan worden overgedragen of verpand. De schuldenaar kan zich dan immers geconfronteerd zien met een ‘nieuwe’ schuldeiser, met alle gevolgen van dien.

De werking van een cessie- en verpandingsverbod

Partijen kunnen echter overeenkomen dat de mogelijkheid om een vordering over te dragen of te verpanden wordt begrensd. Dit is geregeld in artikel 3:83 lid 2 BW. Wanneer partijen een dergelijke afspraak maken, staat deze afspraak aan een rechtsgeldige overdracht Overdracht is het overdragen van een recht (indien het een recht van eigendom betreft: in eigendom) aan een ander.
» Meer over overdracht
overdracht
of verpanding Verpanding is het vestigen van een pandrecht op een goed.
» Meer over verpanding
verpanding
van een vordering in de weg. Dit is de zogenaamde ‘goederenrechtelijke werking’ van een cessie- en verpandingsverbod.

Partijen kunnen met een cessie- en verpandingverbod ook slechts ‘verbintenisrechtelijke werking’ hebben beoogd. In dat geval is het wel mogelijk dat een vordering wordt overgedragen of verpand aan een derde. De overdracht of verpanding van het vorderingsrecht door de schuldeiser leidt dan slechts tot een wanprestatie Niet nakomen van verplichtingen uit overeenkomst maakt schadeplichtig.
» Meer over wanprestatie
wanprestatie
jegens de schuldenaar.

Problematiek bij de werking van een cessie- en verpandingsverbod

In de praktijk is het lang niet altijd duidelijk of aan een bepaald cessie- en verpandingsverbod al dan niet goederenrechtelijke werking toekomt. Vaak stelt de schuldeiser zich dan op het standpunt dat het gaat om de verbintenisrechtelijke werking, terwijl de schuldenaar beweert dat aan het verbod goederenrechtelijke werking toekomt.

Uitleg van een cessie- en verpandingsverbod

In het geval er een geschil is over de werking van een cessie- en verpandingsverbod, moet de werking van dergelijke verboden worden vastgesteld door middel van de uitleg ervan. Bij de uitleg van cessie- en verpandingsverboden spelen de bedoelingen van de contractspartijen en de (tekstuele) inhoud van het verbod een doorslaggevende rol. Deze uitleg wordt ook wel de ‘objectieve Haviltexmaatstaf’ genoemd en is geïntroduceerd in een belangrijk arrest van de Hoge Raad.

Goederenrechtelijke werking

In de regel komt aan een cessie- en verpandingsverbod goederenrechtelijke werking toe als de vordering niet kan worden overgedragen of verpand. Hierbij is de formulering van het verbod erg belangrijk. Het niet kunnen overdragen of verpanden van een vordering impliceert namelijk dat de vordering zelf onoverdraagbaar of onverpandbaar is.

Verbintenisrechtelijke werking

Ondanks dat de goederenrechtelijke werking van cessie- en verpandingsverboden het uitgangspunt is, kan het, zoals eerder besproken, wenselijk zijn dat aan het verbod verbintenisrechtelijke werking toekomt. In de regel komt aan een verbod verbintenisrechtelijke werking toe in het geval de vordering niet mag worden overgedragen of verpand. Het niet mogen overdragen of verpanden van een vordering impliceert namelijk dat het alleen tussen partijen geldt.

Vragen over de werking van een cessie- en verpandingsverbod?

In de praktijk ontstaat er tussen de schuldeiser en schuldenaar dikwijls onenigheid over de werking van een cessie- en verpandingsverbod. De advocaten van AMS hebben ruime ervaring in het adviseren en procederen over dergelijke kwesties.

Sjoerd Yntema

Sjoerd Yntema

Sjoerd is sinds september 2019 verbonden aan AMS Advocaten. Hij adviseert en procedeert voornamelijk op de rechtsgebieden ondernemingsrecht en algemeen verbintenissenrecht. Volg Sjoerd op LinkedIn.

Ravel Residence