Smartengeld is de vergoeding van immateriële schade. Immateriële schade ziet op nadeel dat iemand lijdt welke -anders dan bij vermogensschade- niet direct in geld kan worden uitgedrukt. Voorbeelden van immateriële schade zijn (geestelijk) letsel, aantasting in zijn persoon en reputatieschade.
Vaststelling smartengeld
Volgens de wet heeft de benadeelde recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van immateriële schade. De rechter stelt het smartengeld “ex aequo et bono” vast waarbij hij rekening moet houden met alle omstandigheden van het geval. Ten aanzien van lichamelijk letsel gaat het volgens de Hoge Raad met name om de aard, de ernst en de duur van de pijn, het verdriet en de gederfde levensvreugde.
Smartengeldgids
Bij zijn begroting dient de rechter rekening te houden met bedragen die andere rechters eerder in soortgelijke gevallen hebben toegekend. Daarom wordt er in de praktijk vaak gerefereerd aan de zogenaamde Smartengeldgids, een jaarlijkse ANWB-uitgave waarin rechterlijke uitspraken zijn verzameld van eerder toegewezen vergoedingen.