3 min lezen

Mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement: de administratie van de vennootschap speelt een belangrijke rol

NL

In het kort

  • De curator in het faillissement vorderde van bestuurders A en B betaling van openstaande rekening-courantverhoudingen tussen de failliete BV en de bestuurders. Daarnaast sprak hij hen aan voor het boedeltekort.
  • Het hof oordeelde dat de curator niet kon volstaan met een verwijzing naar de administratie van de BV, aangezien hij die administratie tegelijkertijd ook als onvolledig en gebrekkig kwalificeerde.
  • De bestuurders wisten aan te tonen dat andere feiten en omstandigheden dan de gebrekkige administratie oorzaak waren van het faillissement. De curator wist het tegendeel niet te bewijzen. Het hof oordeelde dan ook dat de bestuurders niet persoonlijk aansprakelijk waren voor het boedeltekort.
  • Deze zaak laat mooi zien wat het belang is van een correcte administratie en de mogelijke gevolgen voor bestuurders wanneer die administratie gebrekkig is.

Wat gebeurt er als een curator Een door de rechtbank aangewezen persoon die is belast met het beheer en de beschikking over het vermogen van een gefailleerde.
» Meer over curator
curator
zijn vorderingen baseert op een administratie van een BV die hij zelf gebrekkig noemt? Het hof Den Bosch oordeelde recent over deze vraag in een procedure waar bestuurders werden aangesproken in faillissement. Advocaat ondernemingsrecht Clemens Oomes bespreekt deze interessante zaak.

De feiten: faillissement en vorderingen van de curator

Bestuurders A en B waren via hun persoonlijke holdingvennootschappen aandeelhouder en bestuurder van Y BV. Y BV was op haar beurt enig aandeelhouder en bestuurder van X BV. Beide vennootschappen vroegen in 2020 faillissement aan. De curator in de faillissementen vorderde van A en B betaling van openstaande rekening-courantverhoudingen tussen Y BV en de bestuurders. Daarnaast sprak de curator de bestuurders aan voor het boedeltekort.

In eerste aanleg wees de rechtbank de vorderingen van de curator af. De curator ging tegen dit vonnis in hoger beroep Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep
.

Hoger beroep: de rekening-courantvorderingen en de gebrekkige administratie

De curator stelde in hoger beroep dat er rekening-courantvorderingen van Y BV op de bestuurders bestonden en baseerde deze vordering op de administratie van de vennootschap. De bestuurders betwistten dit en voerden aan dat deze administratie niet op orde was en dat de vorderingen dus berustten op foutieve boekingen van management fees.

De bestuurders verklaarden tijdens de mondelinge behandeling bij het hof dat zij voor het eerst van de curator hadden begrepen dat er een rekening-courantschuld aan Y bleek uit de boekhouding. Als zij dit eerder hadden opgemerkt, zouden zij dit hebben rechtgezet, voordat zij het faillissement aanvroegen.

Het hof oordeelde dat de bestuurders inderdaad pas later op de hoogte waren geraakt van de rekening-courantverhoudingen. De curator had volgens het hof niet aangetoond dat deze vorderingen daadwerkelijk bestonden en geen administratieve fout waren.

Het hof benadrukte dat de curator ter bewijs In het Nederlandse procesrecht geldt als hoofdregel dat de rechter alleen die feiten of rechten aan zijn beslissing ten grondslag mag leggen, die in de rechtszaak aan hem ter kennis zijn gekomen of zijn gesteld en die zijn komen vast te staan.
» Meer over bewijs
bewijs
van de rekening-courantvorderingen niet kon volstaan met een verwijzing naar de administratie van Y BV, aangezien hij die administratie tegelijkertijd ook als onvolledig en gebrekkig kwalificeerde, een standpunt dat de bestuurders in beginsel erkenden.

Bestuurdersaansprakelijkheid: bewijsvermoeden van onbehoorlijk bestuur

Het hof stelde dus vast dat de administratie onvolledig en gebrekkig was. De bestuurders hadden niet voldaan aan hun boekhoudplicht en hadden daarnaast verzuimd om de jaarrekening tijdig te publiceren. Daarmee stond als gevolg van de werking van artikel 2:248 BW onbehoorlijke taakvervulling door de bestuurders vast. Dit kon door de bestuurders niet meer worden weerlegd. Daarnaast ontstond door deze omstandigheid het vermoeden dat deze onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement was. Zou dat vermoeden vast komen te staan, dan zouden de bestuurders aansprakelijk zijn voor het boedeltekort: het totaal van de onbetaalbare schulden in het faillissement.

Dit vermoeden konden de bestuurder wel proberen te weerleggen. De bestuurders dienden hiervoor aannemelijk te maken dat andere feiten of omstandigheden een belangrijke(re) oorzaak van het faillissement waren. Wanneer zij daarin zouden slagen, lag het vervolgens op de weg van de curator om alsnog aan te tonen dat het onbehoorlijk bestuur wél een belangrijke oorzaak was van het faillissement.

In deze zaak slaagden de bestuurders erin om het vermoeden te ontkrachten. Het hof oordeelde dat zij aannemelijk hadden gemaakt dat externe factoren, zoals de coronapandemie en hoge accountantskosten, het faillissement grotendeels hadden veroorzaakt. De curator wist het tegendeel niet (voldoende) te bewijzen.

Conclusie

Wat deze zaak bijzonder maakt, is dat de curator enerzijds de administratie van Y BV gebruikte om zijn vordering bewezen te krijgen, terwijl hij anderzijds stelde dat diezelfde administratie gebrekkig was, om zijn andere vordering te onderbouwen. De bestuurders weten zich ondanks deze omstandigheid met succes tegen allebei de vorderingen te verweren.

Dat het de bestuurder(s) niet altijd lukt om het bewijsvermoeden van artikel 2:248 BW te weerleggen blijkt uit onze eerdere blog over dit onderwerp.

Bij AMS Advocaten hebben wij uitgebreide ervaring met complexe vraagstukken rondom bestuurdersaansprakelijkheid Een breed, algemeen begrip voor de aansprakelijkheid van de bestuurder van een rechtspersoon jegens ofwel die rechtspersoon of een of meer schuldeisers of andere belanghebbenden bij die rechtspersoon. De wet kent een aantal specifieke bepalingen over bestuurdersaansprakelijkheid.
» Meer over bestuurdersaansprakelijkheid
bestuurdersaansprakelijkheid
in faillissement. Wij adviseren daarbij zowel bestuurders als curatoren. Heeft u een vergelijkbare kwestie of vragen over dit onderwerp? Neem gerust contact met ons op.

Clemens Oomes

Clemens Oomes

Sinds april 2024 heeft Clemens zich verbonden aan AMS Advocaten, waar hij zich richt op de civielrechtelijke advies- en procespraktijk, met een focus op het ondernemingsrecht.
Ravel Residence