De wet bepaalt dat partijen in het rechtsverkeer zich over en weer moeten gedragen conform de redelijkheid en billijkheid. Onder bepaalde omstandigheden betekent dit dat een partij géén beroep meer kan doen op een recht dat hem eerder wel toekwam. Dit wordt rechtsverwerking genoemd.
Rechtsverwerking is een onderdeel van de redelijkheid en billijkheid. Het is een verweer van de schuldenaar dat zijn schuldeiser die eerst een bepaalde vordering op hem had, die vordering nú niet meer kan inroepen.
Voor rechtsverwerking moet er sprake zijn van bijzondere omstandigheden die bij de schuldenaar het gerechtvaardigd vertrouwen wekken dat de schuldeiser afziet van zijn recht om nakoming te vorderen. Van rechtsverwerking kan tevens sprake zijn als de schuldenaar door de bijzondere omstandigheden in zijn rechtspositie onredelijk wordt benadeeld.
Een beroep op rechtsverwerking wordt niet snel aanvaard. De wet bepaalt dat het in te roepen recht in de gegeven omstandigheden een onaanvaardbaar resultaat moet opleveren. Dit betreft een hoge drempel.
In de meeste rechtspraak is aangenomen dat de schuldeiser een actieve handeling of gedraging moet doen, om te spreken van rechtsverwerking. Dit kan bijvoorbeeld doordat de schuldeiser in een eerder stadium heeft erkent dat de schuldenaar aan zijn verplichtingen heeft voldaan, of doordat de schuldeiser bij de schuldenaar een gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt. De rechtbank Rotterdam overwoog recent dat sprake kan zijn van rechtsverwerking, als de schuldeiser stelt een vordering te hebben op zijn schuldenaar, maar deze vordering ondanks herhaaldelijk verzoek van de schuldenaar niet met bewijsstukken onderbouwt.
In een recente conclusie heeft de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad echter de ruimte opengelaten dat mogelijk ook sprake kan zijn van rechtsverwerking, als de schuldeiser (enkel) te lang niets van zich heeft laten horen. Desalniettemin heeft zich in de rechtspraak tot op heden nog geen geval voorgedaan waarin een rechter een beroep op rechtsverwerking accepteerde, enkel om de reden dat de schuldeiser te lang heeft stilgezeten.
Voor rechtsverwerking is het in beginsel dus onvoldoende dat de schuldeiser gedurende een lange tijd niets van zich heeft laten horen. Wanneer een schuldeiser echter te lang stilzit, kan er mogelijk wel sprake zijn van verjaring. In dat geval kan een schuldeiser ook geen aanspraak meer maken op zijn recht.
De advocaten van AMS hebben veel ervaring met contracteren en procederen. Daarnaast adviseren de advocaten van AMS veelvuldig bedrijven en particulieren bij het bepalen van hun (rechts)positie. De advocaten zijn sterk betrokken bij de zaken van hun cliënten, werken met korte lijnen en bieden scherpe tarieven.