Negatieve publiciteit kan een reputatie ernstig beschadigen. In de Leidraad van de Raad voor de Journalistiek is uitgewerkt aan welke regels een journalist zich dient te houden. Uitgangspunt is dat journalisten hun werk zorgvuldig moeten doen, onafhankelijk zijn en waken voor (de schijn van) belangenverstrengeling.
In de Leidraad wordt onder meer ingegaan op het beginsel van wederhoor en de mate waarin de privacy mag worden aangetast. Journalisten moeten wederhoor toepassen bij personen die door een publicatie gediskwalificeerd worden, maar het beginsel van wederhoor geldt niet voor columns en recensies.
Een journalist moet er verder voor waken dat de privacy van personen niet verder wordt aangetast dan noodzakelijk is. Voor bekende Nederlanders geldt dat zij zich meer moeten laten welgevallen dan niet bekende Nederlanders.
De voornaamste taak van de Raad voor de Journalistiek is het behandelen van klachten. Maar voordat je een klacht kunt indienen bij de Raad moet je de klacht eerst voorgelegd hebben aan het betreffende medium. Dat moet binnen drie maanden na de betreffende journalistieke gedraging.
Het betreffende medium, althans de hoofdredacteur daarvan, heeft vervolgens één maand de gelegenheid om de klacht naar tevredenheid van de klagende partij af te handelen. Gebeurt dat niet, dan kan de klacht voorgelegd worden aan de Raad voor de Journalistiek. Dat moet schriftelijk of online en wel uiterlijk binnen zes maanden na het plaatsvinden van de journalistieke gedraging waar het om gaat.
Nadat de journalist tegen wie de klacht is gericht heeft gereageerd wordt er een zitting bepaald. Tijdens deze mondelinge behandeling krijgen beide partijen de gelegenheid om hun standpunten toe te lichten en kan de leden van de Raad vragen stellen. Beide partijen kunnen zich bij laten staan door een advocaat, die ter zitting het woord mag voeren.
Na ongeveer zes tot acht weken geeft de Raad zijn beslissing, die gepubliceerd wordt op de website van de Raad.