4 min lezen

whoa stappenplan

Mariëlle de Wild
Mariëlle de Wild
Neem contact op

Op het moment dat een vennootschap voorziet dat zij op korte termijn niet meer aan haar (financiële) verplichtingen kan voldoen dan kan het raadzaam zijn om bij een advocaat informatie in te winnen over de mogelijkheden voor het starten van een WHOA traject.

Voor de totstandkoming van een WHOA-akkoord vereist dat aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Aan de hand van onderstaande stappenplan wordt het WHOA-traject van het begin tot het eind beschreven.

1. Startverklaring

De schuldenaar die een WHOA-traject heeft aangevangen kan bij de rechtbank een startverklaringdeponeren. Het deponeren van een startverklaring is niet verplicht maar is doorgaans wel raadzaam. Door het deponeren van een startverklaring verkrijgt de vennootschap toegang tot diverse voorzieningen. Aan het deponeren van de startverklaring zijn geen kosten verbonden.

Bij het deponeren van de startverklaring moet de vennootschap een keuze maken tussen een openbare of besloten procedure. Bij een besloten akkoordprocedure zijn alleen de schuldenaar (de aanbieder van het akkoord) en degenen aan wie het akkoord wordt aangeboden betrokken. Bij een openbare procedure kunnen ook niet bij het akkoord betrokken schuldeisers van de aanvang van het WHOA-traject kennis nemen doordat de procedure kenbaar wordt gemaakt in het insolventieregister.

2. Klassenindeling

Het WHOA-akkoord kan aan nagenoeg iedere schuldeiser en aandeelhouder van een vennootschap worden aangeboden. Uitgezonderde schuldeisers betreffen de werknemers.

Het is niet verplicht om alle schuldeisers aandeelhouders bij een WHOA-akkoord te betrekken. De niet betrokken schuldeisers/aandeelhouders zijn bij de goedkeuring van het WHOA-akkoord dan ook niet geboden en kunnen aanspraak maken op volledige nakoming.

Met betrekking tot de partijen die de schuldenaar bij het WHOA-akkoord wil betrekken geldt dat er een klassenindeling moet worden gemaakt. Bij het opstellen van de klassenindeling moet – er op basis van de wet – rekening worden gehouden met de rechten die de betreffende betrokken partijen hebben; de in een klasse bevindende partijen moeten onderling gelijke rechten hebben.

3. Inhoud aan te bieden akkoord

Aan iedere klasse kan een van elkaar afwijkend akkoord worden aangeboden. Dat betekent niet dat de schuldenaar volledig vrij is bij het bepalen van wat aan elke klasse wordt aangeboden. De wet bepaalt dat schuldeisers of aandeelhouders die in een faillissementssituatie lager in rang zijn door een WHOA-akkoord niet een beter akkoord aangeboden mogen krijgen dan schuldeisers en aandeelhouders uit een hogere klasse, de zgn. ‘absolute priority rule’.

Naast het aanbieden van een geldbedrag aan de schuldeisers of aandelen kan het WHOA-akkoord op iets anders dan geld betrekking hebben. Gedacht kan worden aan een zgn. ‘debt of equity swap’ of de wijziging van contractsvoorwaarden.

4. Stemming

Nadat er een klassenindeling is gemaakt en ook is besloten wat aan de betreffende schuldeisers en aandeelhouders zal worden voldaan moet het akkoord ter stemming worden gebracht.

De schuldeiser kan voorafgaand aan het in stemming brengen van het akkoord de rechtbank vragen om het akkoord te controleren (art. 378 Fw). Een dergelijk verzoek moet door een advocaat worden ingediend.

Stemming vindt per klasse plaats. Er is sprake van instemming door een klasse als het besluit is genomen door schuldeiser(s) die tezamen ten minste 2/3 vertegenwoordigen van het totale bedrag van de vordering in die betreffende klasse. Indien dat het geval is dan kan de rechter het akkoord verbindend verklaren (zgn. homologeren).

5. Stemverslag

Van de stemming dient binnen 7 dagen nadien een verslag te worden opgesteld. In dit verslag moet worden opgenomen wie er hebben gestemd, op welke bedragen de betrokkenen recht hebben en de uitkomst van de stemming vermelden. Het verslag moet met de betrokken partijen worden gedeeld.

Indien alle aandeelhouders en schuldeisers – in alle klassen – voor het akkoord hebben gestemd dan is na betaling het WHOA-traject daarmee tot een einde gekomen. In het geval niet alle schuldeisers en aandeelhouders met het aangeboden akkoord hebben ingediend moet het akkoord ter goedkeuring aan de rechtbank worden voorgelegd ter goedkeuring, zgn. homologatie.

6. Goedkeuring (homologatie)

De goedkeuring door de rechtbank moet door een verzoek worden gedaan middels een zgn. homologatieverzoek. Het homologatieverzoek moet zo snel mogelijk nadat de uitkomst van de stemming – waarbij dus niet alle schuldeisers en aandeelhouders hebben ingestemd – bij de rechtbank worden gedaan en dient ook het verslag te worden overgelegd. Voor het doen van zo een verzoek is de schuldenaar griffierecht verschuldigd. En kan worden gedaan indien ten minste één klasse, die bestaat uit schuldeisers die bij faillissement van de schuldenaar naar verwachting een uitkering in geld tegemoet kunnen zien voorgestemd heeft, dan kan de schuldenaar de rechter verzoeken om het gehele akkoord voor alle schuldeisers verbindend te verklaren.

Als de rechter tot goedkeuring (homologatie) overgaat dan zijn alle bij het akkoord betrokken partijen aan het akkoord geboden. Het doet daarbij niet ter zake of de betrokken partij een stem heeft uitgebracht; ook betrokkenen die geen stem hebben uitgebracht of niet hebben ingestemd, zijn desalniettemin aan het akkoord gebonden (artikel 385 Fw). De goedkeuring heeft dus vergaande gevolgen voor tegenstemmende schuldeisers en/of aandeelhouders. Het akkoord kent derhalve een dwangkarakter.

De rechtbank kan op diverse – in de wet vastgelegde – algemene of aanvullende afwijzingsgronden haar goedkeuring onthouden aan een akkoord.

Tegen de beslissing van de rechtbank – goedkeuring of afwijzing van het akkoord – kan niet in hoger beroep worden gegaan.

Nieuws-
brief

Ravel Residence