Een rechtspersoon wordt ontbonden door een besluit van het orgaan dat daartoe bevoegd is -veelal de algemene vergadering- en als de rechtspersoon een stichting is door een besluit van het bestuur of door het orgaan dat volgens de statuten tot ontbinding besluit. Voorts kan een rechtspersoon worden ontbonden door het intreden van een gebeurtenis waarin statutair is voorzien, door de rechter in specifieke door de wet bepaalde gevallen, door de Kamer van Koophandel (KvK) in geval van slapende rechtspersonen. Ontbinding vindt voorts plaats na faillietverklaring door ofwel de opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel (“bij gebrek aan baten”) hetzij door insolventie (die intreedt vanaf de verificatievergadering indien daarop geen akkoord is aangeboden). Tot slot wordt een vereniging of coöperatie ontbonden indien deze geheel geen leden meer heeft.
Na ontbinding blijft de rechtspersoon voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van het vermogen nodig is. Officieel dient in stukken en aankondigingen die van de vennootschap uitgaan aan de naam te worden toegevoegd: in liquidatie. Liquidatie wil zeggen: vereffening, dat wil zeggen dat de bezittingen te gelde worden gemaakt om uitgekeerd te worden. Pas als de vereffening eindigt, houdt de rechtspersoon op te bestaan. Een ontbonden rechtspersoon bestaat in principe nog, tenzij deze geen baten meer heeft. De te vereffenen ontbonden rechtspersoon (“ in liquidatie”) houdt dus in geval van pas op te bestaan op het moment dat de vereffening gereed is. Wanneer dat is, is in principe aan de vereffenaars -veelal worden de bestuurders statutair tot de vereffenaars aangewezen. Zij moeten van het feit dat de rechtspersoon is opgehouden te bestaan opgave doen in het handelsregister.
Een reguliere vereffening na ontbinding houdt niets meer in dan dat de statutair aangewezen vereffenaars (dat zijn bijna altijd de voormalige bestuurders) de bezittingen van de vennootschap, dan wel haar onderneming te gelde maken en de baten daarvan uitkeren aan de gerechtigden. De rangorde die daarbij moet worden gehanteerd wordt in de wetsartikelen over vereffening niet genoemd, uiteraard dient daarbij de standaard wettelijke rangorde te worden aangehouden. Uitgangspunt is dat schuldeisers in volgorde van hun rang moeten worden betaald, wat betekent dat preferente schuldeisers geheel moeten zijn voldaan voordat “gewone” (concurrente) schuldeisers kunnen worden voldaan. Pas daarna kunnen eventuele achtergestelde schuldeisers worden voldaan. Als er dan nog een saldo is -nadat alle schuldeisers dus zijn voldaan- komt dat ten goede aan de aandeelhouders. Bij verenigingen en stichtingen moet een eventueel batig saldo worden uitgekeerd overeenkomstig de statuten. De statuten van stichtingen bepalen bijvoorbeeld vaak dat een batig saldo van een stichting zal worden uitgekeerd aan een stichting met een overeenkomstig doel.
Indien de vennootschap op het moment van ontbinding geheel geen baten meer heeft -waarbij de feitelijke situatie maatgevend is- houdt de vennootschap door het ontbindingsbesluit van rechtswege op te bestaan. Dit wordt wel turboliquidatie genoemd. Het komt er dus op neer dat de hele vereffeningsfase achter wegen kan blijven, omdat er niets te vereffenen (te gelden te maken) valt. De rechter kan toetsen of een turboliquidatie rechtmatig was. Weliswaar wordt bij het ontbindingsformulier dat in het handelsregister van de Kamer van Koophandel wordt ingeschreven melding gemaakt van het feit dat ten tijde van het ontbindingsbesluit geen baten aanwezig waren, maar van belang is dat de feitelijke situatie maatgevend is, niet of de vereffenaar niet bekend is met baten. De regels omtrent turboliquidatie maken het dus mogelijk om voor de ontbindingsfase al “uitverkoop” te houden. Het bestuur moet daarbij uiteraard zoveel mogelijk de gelijkheid van schuldeisers in acht nemen, maar ook als er daarna geen baten meer zijn maar wel schulden, leidt een ontbindingsbesluit er in dat geval toe dat de vennootschap van rechtswegen ophoudt te bestaan.
Omdat de verwachting is dat vanwege de coronacrisis veel bedrijfsbeëindigingen via turboliquidatie zullen gaan plaatsvinden is er al geruime tijd een wetsvoorstel in behandeling, dat bepaalde verplichtingen aan het bestuur oplegt in geval van turboliquidatie: de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie. Deze wet verplicht om binnen 10 dagen na het ontbindingsbesluit de volgende stukken in het handelsregister de deponeren
Met het deponeren van deze stukken krijgen schuldeisers en andere belanghebbenden die niet worden voldaan in elk geval enig inzicht in de wijze waarop turboliquidatie heeft plaatsgevonden. Indien schuldeisers daarbij niet zijn betrokken, kunnen zij op grond hiervan overwegen de bestuurders aan te spreken.