Geschillen in de bouw gaan regelmatig over geld. Discussie over meerwerk facturen of gebreken in opgeleverd werk kan ertoe leiden dat facturen onbetaald blijven. In sommige gevallen schort de opdrachtgever terecht zijn betalingsverplichting op, in andere gevallen ontbreekt iedere rechtsgrond of staat het bedrag dat wordt opgeschort niet in verhouding tot hetgeen de aannemer nog aan werkzaamheden moet verrichten.
In een incasso geschil kan een aannemer, net zoals iedere andere schuldeiser, een incassotraject starten. Hierbij valt te denken aan het aanmanen en sommeren van de opdrachtgever en het in rekening brengen van rente wegens te late betaling.
Gaat het om een niet-betwiste factuur dan kan de aannemer zijn vordering incasseren door het voeren van een incasso kort geding. Om betaling zeker te stellen en te voorkomen dat een opdrachtgever middelen om de factuur te voldoen wegsluist, kan beslag ten laste van de debiteur worden gelegd.
Wordt de factuur wel door de opdrachtgever betwist dan zal de aannemer zijn vordering moeten instellen in een gewone bodemprocedure bij de rechtbank of, in geval van een arbitragebeding, bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw.