Bestuurdersaansprakelijkheid: wanneer is de bestuurder van een B.V. aansprakelijk?
De bestuurder van een B.V. kan in meerdere gevallen aansprakelijk zijn voor de schulden van die B.V. Onze advocaten schreven al eerder over bestuurdersaansprakelijkheid. Zo kan, als een B.V. failliet is gegaan, het bestuur aansprakelijk zijn voor alle schulden van die B.V. De rechter dient dan vast te stellen dat sprake is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur, terwijl aannemelijk moet zijn dat het faillissement daar ook door is veroorzaakt. Advocaat bestuurdersaansprakelijkheid Hidde Reitsma legt uit.
Schuldeiser kan bestuurder van een oninbare debiteur aansprakelijk stellen
Een schuldeiser wiens vordering niet kan worden voldaan (omdat de debiteur failliet is, is ontbonden, of omdat deze simpelweg niet betaalt) is niet afhankelijk van de acties van een curator. In sommige gevallen gaat een B.V. die stopt met betalen zelfs niet failliet, maar wordt overgegaan tot ontbinding van de B.V. In dat geval wordt geen curator benoemd (waar bestuurders niet altijd op zitten te wachten), maar wordt de B.V. simpelweg uitgeschreven uit het handelsregister. Vaak laten schuldeisers in dat geval hun hoop op verhaal varen, en boeken zij hun vorderingen af. De brutalen hebben de halve wereld. HEt kan ook anders. Een schuldeiser kan de bestuurder aansprakelijk stellen.
Bestuur is aansprakelijk als het wist of moest weten dat schuld niet betaald zou worden
De Hoge Raad heeft al in 1989 geoordeeld dat indien een bestuurder van een B.V. bij het aangaan van een overeenkomst wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de door hem vertegenwoordigde vennootschap de uit die overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet zou (kunnen) nakomen onrechtmatig handelt jegens de crediteur van die B.V., en uit dien hoofde persoonlijk aansprakelijk is. Deze regel heet de ‘Beklamel-norm’, naar het gelijknamige arrest van de Hoge Raad van 6 oktober 1989.
Selectieve bepaling kan ook onrechtmatig zijn
Mijn kantoorgenoot Sander Schouten schreef ook al eerder over selectieve betaling. Als de bestuurder van een B.V. selectief betalingen verricht waarvan het gevolg is dat andere schuldeisers niet meer kunnen worden voldaan, kan dit onrechtmatig zijn.
Voor bestuurders van ondernemingen in financiële nood levert dit nog al eens een dilemma op. Uitgangspunt is immers dat een schuldenaar vrij is in zijn keuze welke schuldeiser hij het eerste betaalt. Selectieve betaling is pas onrechtmatig als de bestuurder weet of behoort te begrijpen dat als gevolg daarvan andere schuldeisers niet of niet in gelijke mate voldaan (zullen) krijgen. Vuistregel is dat indien en zolang nog redelijkerwijs kan worden besloten tot selectieve betaling over te gaan, bijvoorbeeld omdat nog zicht is op continuïteit van de onderneming en afwending van een faillissement, selectieve betaling is toegestaan. Op het moment dat geen reëel uitzicht meer bestaat op redding van de onderneming, kan de bestuurder niet langer bepaalde crediteuren wel en bepaalde crediteuren niet betalen. Doet hij dat wel dan handelt hij onrechtmatig jegens de onbetaalde crediteuren en kan hij door hen aansprakelijk worden gesteld.
Specialist op gebied van bestuurdersaansprakelijkheid
De advocaten van AMS hebben jarenlange ervaring in het optreden in zaken over bestuurdersaansprakelijkheid en zijn dan ook volledig op de hoogte van de meeste recente rechtspraak op dit gebied. Ze hebben zowel opgetreden voor benadeelde schuldeisers als ook voor aangesproken bestuurders.