Vervalt een concurrentiebeding na faillissement?

Sander Schouten Sander Schouten 29 juni 2015 3 min

In een recent kort geding tussen zestien werknemers en twee curatoren vorderden de werknemers schorsing of beperking van hun non-concurrentiebeding, welke was overeengekomen met hun inmiddels gefailleerde werkgever. De curatoren hielden de werknemers aan deze voor hen ongunstige bepaling. Houdt een concurrentiebeding stand na een faillissement? Advocaat insolventierecht Sander Schouten bespreekt een recente uitspraak.

Failliete onderneming verkocht aan een derde

Een grote papierhandel met 450 werknemers wordt failliet verklaard, en twee curatoren worden benoemd. Werknemers worden ontslagen en de curatoren verkopen de failliete onderneming vervolgens aan een derde. Er wordt een doorstart gerealiseerd. In de arbeidsovereenkomsten van werknemers is een non-concurrentiebeding opgenomen op grond waarvan een werknemer onder meer niet zonder toestemming binnen een jaar na beëindiging van zijn dienstbetrekking direct of indirect werkzaamheden mag verrichten voor een vennootschap die concurrerend is met die van de werkgever.

Nieuwe arbeidsovereenkomsten met directe concurrent

Een aantal werknemers heeft in de tussentijd echter al een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten met een directe concurrent van de failliete vennootschap. Deze werknemers vorderen vervolgens schorsing en de curatoren handhaving van het concurrentie- en geheimhoudingsbeding. De curatoren vorderen daarnaast een verbod om aan de slag te gaan bij hun nieuwe werkgever en een voorschot op boetes die zouden zijn verbeurd door overtreding.

Doorstarter kan werknemer niet aan beding houden

De voorzieningenrechter stelt allereerst vast dat een concurrentiebeding niet vervalt of wordt geschorst door een faillissement. Wel kan een (te) ruim geformuleerd beding worden beperkt. Een doorstarter kan een overgenomen werknemer niet zonder meer aan het beding houden, deze zal eerst opnieuw schriftelijk tussen partijen moeten worden overeengekomen. De doorstarter kan zich wenden tot de curator met betrekking tot handhaving van het concurrentiebeding.

‘Bedrijfsdebiet wordt aangetast en marktwaarde gaat omlaag’

Ten aanzien van de positie van de curatoren overweegt de Voorzieningenrechter dat zij een over het algemeen in rechte te respecteren belang hebben bij de nakoming van een concurrentiebeding ten einde te voorkomen dat het zogenoemde bedrijfsdebiet wordt aangetast en de marktwaarde van te verkopen vennootschap afneemt. Echter, als de activiteiten van de failliete werkgever door de curator zelf zijn gestaakt (bijvoorbeeld bij een doorstart) vervalt dit belang aldus de voorzieningenrecht in deze zaak.

Tegenvorderingen van de curatoren worden afgewezen

Dit kan over het algemeen anders zijn indien een verkoop op handen is en valt of staat met staking/ handhaving van het beding. Mede gezien de overige omstandigheden wijst de voorzieningenrechter in deze kwestie het verzoek van de werknemers tot schorsing van het niet-concurrentiebeding (in aanloop naar een bodemprocedure) toe. De tegenvorderingen van de curatoren worden afgewezen.

Advocaat insolventierecht Amsterdam

Verschillende advocaten van AMS treden regelmatig zelf op als curator, en zijn gespecialiseerd in het insolventie- en arbeidsrecht. Heeft u vragen over de (uit)werking van een concurrentie- of geheimhoudingsbeding (ook wel geheimhoudingsverklaring), of over de gevolgen van een faillissement voor werkgevers of werknemers? Neem dan contact met ons op.