Stroman persoonlijk aansprakelijk voor schade failliete boedel

Hidde Reitsma Hidde Reitsma 20 september 2012 3 min

De rechtbank Haarlem heeft in een recente uitspraak uiteengezet dat een stroman al snel onrechtmatig handelt jegens schuldeisers van die vennootschap en (als de betrokken derde failliet is) jegens de schuldeisers van die derde. Een stroman laat welbewust toe dat een derde de feitelijke controle over een door de stroman gecontroleerde vennootschap uitoefent. Advocaat insolventierecht en curator Hidde Reitsma legt uit.

Stroman of katvanger persoonlijk aansprakelijk stellen

De rechtszaak was aangespannen door de curator van een natuurlijk persoon, tegen een derde die oprichter, bestuurder en enig aandeelhouder was van een besloten vennootschap (BV) die na het faillissement was opgericht. In de procedure kwam vast te staan dat de gefailleerde bij de BV feitelijk aan de touwtjes trok, en dat de gedaagde dus niet meer dan een stroman of een katvanger was. Verder kwam vast te staan dat gefailleerde via die BV feitelijk (privé) inkomen genereerde, dat hij echter buiten zijn faillissement hield. Volgens het wettelijk systeem zou dat geld natuurlijk in de boedel moeten komen om te kunnen worden uitgedeeld aan de schuldeisers van de gefailleerde. De curator verweet de katvanger dat hij door aldus te handelen –door de gefailleerde vrij te laten in zijn doen en laten binnen de vennootschap, terwijl hij wist dat hij failliet was verklaard, en dat de gefailleerde op deze manier privéinkomen buiten zijn faillissementsboedel hield- onrechtmatig heeft gehandeld jegens de schuldeisers van de betreffende vennootschap.

Schade: alle niet in de boedel gekomen bedragen

De volgende vraag die zich in zo’n procedure altijd voordoet is de vraag wat de schade is die de boedel of de crediteuren hebben geleden door de handelwijze van de stroman. De curator stelt dat die schade gelijk is aan het bedrag van de betalingen die werden gedaan aan de gefailleerde in privé en familieleden van de gefailleerde, die als inkomen in de faillissementsboedel hadden moeten komen. De rechtbank oordeelt dat vaststaat dat de betalingen aan de gefailleerde in privé zijn toegekomen, dus in de boedel hadden moeten vallen en dat reeds daarom de schade van de boedel gelijk is aan het bedrag. De vraag of het bedrag dat aan de gefailleerde is toegekomen wel of niet als een redelijke beloning voor de door hem verrichte werkzaamheden kan worden beschouwd, acht de rechtbank niet ter zake doende. Evenmin acht de rechtbank van belang dat met de bedragen een aantal privé crediteuren zijn betaald. De betaalde crediteuren kwamen namelijk niet voor op de crediteurenlijst van het faillissement. De rechtbank wijst de hele vordering van de curator dan ook toe.

Bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement

Deze zaak is een variatie op veel voorkomende thema’s bij een bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement. Een bestuurder van een vennootschap die weet of behoort te weten dat hij met zijn handelwijze schade aanricht bij derden, of dat nu is doordat hij weet dat de crediteuren van een vennootschap die hij vertegenwoordigt toch nooit betaald zullen kunnen worden, of omdat (zoals in dit geval) via een bepaalde constructie gelden buiten de boedel en dus niet ten goede van de crediteuren van een derde komen, handelt in principe onrechtmatig.