Ondanks inschrijving in het handelsregister geen bestuurder?

Sander Schouten Sander Schouten 1 augustus 2018 3 min

In een recente zaak werd een bestuurder aansprakelijk gesteld door de curator van de vennootschap. Het bestuurderschap werd echter ontkent ondanks het feit dat de betreffende persoon was ingeschreven als bestuurder in het handelsregister. Kan de curator deze persoon aanspreken en hoever strekt de verantwoordelijkheid van een statutair bestuurder? Advocaat insolventierecht Sander Schouten bespreekt de uitspraak.

Kennelijk onbehoorlijk bestuur

Een eigenaresse van een zwemschool wordt na faillissement van de vennootschap aangesproken door de curator. De curator is van mening dat het bestuur haar taak kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en aannemelijk is dat deze kennelijk onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Er zou onder meer niet zijn voldaan aan de administratie– en publicatieplicht, er zouden te hoge salarissen zijn betaald en verlieslatende activiteiten zijn ontplooid.

Bestuurder zonder bestuurshandelingen?

De aangesproken bestuurster ontkent bestuurder te zijn en stelt dat zij geen bestuurlijke werkzaamheden heeft verricht. Ze zou alleen zwemles hebben gegeven en aandelen hebben overgenomen in de vennootschap. Ze zou geen weet hebben gehad van haar inschrijving als bestuurder. Die inschrijving zou door de notaris zijn aangekruist en verzorgd. De administratie en belastingaangiftes zijn na datum faillissement bijgewerkt. Tevens zou er de laatste jaren winst zijn gemaakt zodat mogelijke administratieve tekortkomingen geen oorzaak van het faillissement zijn geweest. Negatieve publicaties zouden het faillissement hebben veroorzaakt.

Verantwoordelijkheid van een bestuurder

De rechtbank overweegt dat iedere bestuurder in beginsel verantwoordelijk is voor de algemene gang van zaken binnen een vennootschap, waaronder het voeren van een deugdelijke administratie. De stelling dat er geen bestuurshandelingen zijn verricht doet daaraan niet af. De rechtbank stelt vast dat de administratie per datum faillissement niet op orde was en niet is voldaan aan de publicatieplicht. Deze situatie kan niet worden hersteld door nadien alsnog zaken bij te werken.

Curator betwist andere oorzaak faillissement

Uit verklaringen blijkt dat een specifieke instantie de afgifte van zwemdiploma’s al geruime tijd voor faillissement heeft gestaakt in verband met het niet nakomen van afspraken. De curator betwist dan ook dat een online hetze staking van de diploma-uitgifte heeft veroorzaakt. Er is volgens de curator dan ook geen andere oorzaak voor het faillissement.

Advocaat insolventierecht en curator bij faillissement

De rechtbank houdt een definitief oordeel nog even aan. De aangesprokene krijgt een laatste mogelijkheid om te bewijzen dat zij niet kan worden aangemerkt als bestuurder. Ook mag zij nader onderbouwen dat de negatieve publicaties ervoor hebben gezorgd dat er geen diploma’s werden afgegeven (en niet het gestelde onbehoorlijk bestuur).

Wordt vervolgd.