Onlangs heeft het hof een interessante uitspraak gedaan over aansprakelijkheid als gevolg van een onterecht ingeroepen retentierecht. De eiser stelde schade te hebben gelegen als gevolg van het onrechtmatig terughouden van een scheepslading. Heeft de gedaagde onrechtmatig gehandeld door te dreigen een retentierecht uitoefenen voor een vordering die uiteindelijk niet werd toegewezen? Advocaat incassorecht Hidde Reitsma licht de zaak toe.
Geschil met rederij over waarde van scheepslading
Gedaagde in deze zaak is een reder die met het volgeladen zeeschip ‘Majestic’ vanuit Brazilië naar Nederland voer. Tijdens de reis was de eigenaar van de lading failliet gegaan. Er meldde zich een nieuwe eigenaar die de reder verzocht de lading aan haar af te leveren. De reder heeft vervolgens een factuur van ruim $1,7 miljoen verzonden die de eigenaar niet heeft betaald want volgens hem was hij slechts $ 1 miljoen schuldig.
Reder dreigt zijn retentierecht uit te oefenen
De reder heeft toen aangekondigd dat hij na aankomst van het schip in Amsterdam een retentierecht op de lading zou uitoefenen (door het gesloten houden van de luiken) totdat zijn factuur was betaald. Een effectief pressiemiddel aangezien de lading niet alleen kostbaar was maar ook van bederfelijke aard! Alleen als de eigenaar -naast de reeds verrichte betaling van $ 1 miljoen- een bankgarantie van $ 1 miljoen zou verstrekken, zou de reder de lading vrijgeven. De eigenaar had geen keus dan aan deze voorwaarde te voldoen.
Uitkomst procedure: reder geen vordering (meer) op eigenaar
In een vervolgens gevoerde bodemprocedure oordeelde de rechtbank (ruim 3 jaar later!) dat de reder geen nadere vordering meer had op de eigenaar. De lading was waard wat de eigenaar al had betaald. Met dit vonnis in hand zou voor velen de kous af zijn. Immers, nu kwam de bankgarantie te vervallen (aangezien de uitspraak van de rechtbank in kracht van gewijsde was gegaan).
Schadevergoeding wegens onterechte dreiging retentierecht?
Maar niet voor deze eigenaar. Hij heeft de reder vervolgens gedagvaard en eiste een fikse schadevergoeding wegens schade die hij had geleden als gevolg van het onrechtmatig terughouden van de lading, het ten onrechte pretenderen van inmiddels non-existent gebleken vordering, het afdwingen van de bankgarantie van $ 1 miljoen en het pas na ruim 3 jaar teruggeven van deze garantie.
Hof: oneigenlijk gebruik pressiemiddel is onrechtmatige daad
Het hof overweegt dat door de reder een retentierecht werd uitgeoefend (althans hiermee werd gedreigd) en zekerheid in de vorm van een bankgarantie werd bedongen voor een niet bestaande vordering. Dat is onrechtmatig jegens de eigenaar. De reder heeft het pressiemiddel van het retentierecht dat haar dus niet toekwam gebruikt om de eigenaar een bankgarantie te laten stellen. Hij die een onrechtmatige daad pleegt is verplicht de schade die de ander daardoor lijdt te vergoeden. Hoe groot deze schade precies is staat niet exact vast maar deze omvat in ieder geval de kosten die gemaakt zijn voor de bankgarantie.