Eigenrichting eigenaar bij doorbreking retentierecht: onrechtmatige daad?
Een aannemer heeft een bijzonder recht in hand bij niet-betaling door een opdrachtgever. Hij kan een beroep doen op zijn retentierecht. Dit retentierecht moet vervolgens worden gerespecteerd door de schuldenaar maar ook door derden. Het eigenmachtig teniet doen van een retentierecht (door sloten door te knippen bv.) is in beginsel onrechtmatig. Advocaat bouwrecht Marco Guit licht een recente uitspraak hierover toe.
Aannemer doet beroep op retentierecht na wanbetaling
Een aannemer voert bouwwerkzaamheden uit in een huurpand in opdracht van de huurder. De huurder voldoet de facturen niet en de aannemer gaat over tot uitoefening van zijn retentierecht: hij plaatst hekken om het pand en zet deze af met eigen sloten. De huurder gaat kort hierop failliet. Dan komt de verhuurder in het verhaal. Hij vindt de hekken maar niets en knipt de sloten door en laat de hekken verwijderen. De (curator van de inmiddels eveneens failliete) aannemer protesteert en tracht het retentierecht te doen herleven door weer eigen sloten te plaatsen maar wordt hierin verhinderd door de verhuurder.
Vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatige daad
De curator start een procedure bij de rechtbank en vordert een verklaring voor recht dat de aannemer een rechtsgeldig retentierecht uitoefende op het pand en dat de verhuurder onrechtmatig heeft gehandeld door dit retentierecht eigenmachtig te doorbreken. Voorts moet de verhuurder aansprakelijk worden gesteld voor de door de aannemer geleden schade, aldus de curator. De verhuurder brengt in verweer dat er nooit sprake was van een rechtmatig retentierecht omdat de aannemer nimmer de feitelijke macht had over het pand.
Was er sprake van feitelijke macht?
Om rechtsgeldig beroep op het retentierecht te kunnen doen moet er sprake van een opeisbare vordering, samenhang tussen de vordering van de retentor en de vordering van de schuldenaar tot afgifte van de zaak door de retentor en de retentor moet feitelijk macht uitoefenen over de zaak. De curator is opgedragen te bewijzen dat de aannemer ten tijde van het uitoefenen van zijn retentierecht inderdaad de feitelijke macht over de zaak had. Omwille van proceseconomische redenen heeft de rechtbank al wel vast de vraag naar de onrechtmatigheid behandeld.
Rechtbank: eigenrichting verhuurder is onrechtmatig
De rechtbank is van oordeel dat als vast komt te staan dat de aannemer een rechtsgeldig beroep kon doen op zijn retentierecht, de verhuurder in dat geval onrechtmatig heeft gehandeld. Doordat de verhuurder zich eigenmachtig de toegang tot het pand heeft verschaft, heeft de aannemer de feitelijke macht over het pand verloren en is het retentierecht komen te vervallen. Hierdoor is ook de mogelijkheid van de aannemer om zich na executie te kunnen verhalen op de verkoopopbrengst van het pand verloren gegaan. De verhuurder wordt dan aansprakelijk gesteld voor de door de aannemer geleden schade.
AMS Advocaat bij beroep op retentierecht
Het retentierecht is de bevoegdheid om de nakoming van de verplichting tot afgifte van de zaak aan de wederpartij op te schorten totdat de wederpartij de vordering van degene die de zaak onder zich heeft, heeft voldaan. Het retentierecht geeft een schuldeiser met andere woorden het recht om de zaak van de schuldenaar onder zich te houden. Voorts geeft het retentierecht de retentor de bevoegdheid zich met voorrang te verhalen op de (verkoopopbrengst van de) zaak tegenover allen tegen wie het retenrecht kan worden ingeroepen. Ook een verhuurder die niet de schuldenaar is heeft een retentierecht te respecteren!