In een recent vonnis in kort geding vorderde een werknemer schorsing van een concurrentiebeding. Hoewel de trend in de rechtspraak is dat dergelijke vorderingen doorgaans niet veel kans van slagen hebben, vond de Voorzieningenrechter in deze zaak dat de werknemer een punt had: door de wijziging van de core business van zijn werkgever was het concurrentiebeding veel zwaarder gaan drukken. De gevorderde schorsing werd toegewezen. Arbeidsrecht advocaat Sander Schouten licht toe.
Schriftelijk concurrentiebeding in arbeidsovereenkomst
De feiten in deze zaak waren als volgt. Werkgever is een bedrijf (aanvankelijk) gericht op het op de markt brengen van Laaf producten (een soort kabouters bekend van de Efteling attractie ‘Land van Laaf’). Met werknemer wordt in 1996 een arbeidsovereenkomst gesloten waarin een concurrentiebeding was opgenomen, inhoudende dat werknemer na einde van het dienstverband gedurende een periode van 2 jaar niet voor zichzelf noch voor anderen werkzaamheden mag verrichten welke gelijk of anderszins concurrerend zijn met die van werknemer. Werknemer was aangesteld als commercieel verantwoordelijke voor het vermarkten van de Laaf producten.
Wijziging activiteiten van werkgever
Werknemer maakte na een aantal jaar promotie en werd algemeen directeur van het bedrijf. Vanwege de teruglopende vraag, besloot werkgever rond 2003 af te stappen van de Laaf-business om zich te vervolgens richten op het ontwikkelen en uitvoeren van spaar- en promotieconcepten voor met name supermarktketens (Wuppies e.d.). Werknemer werd in 2012 ontslagen maar kreeg kort daarop een baan aangeboden bij een ander bedrijf.
Verzoek schorsing concurrentiebeding in kort geding
Werknemer start met behulp van een advocaat arbeidsrecht een kort geding procedure en vordert schorsing van het concurrentiebeding zodat hij de baan kan aannemen. Hij voert onder meer aan dat het concurrentiebeding zwaarder is gaan drukken omdat zijn functie is gewijzigd (hij is algemeen directeur geworden) en omdat het werkgebied van werkgever volledig gewijzigd is ten opzichte van de situatie in 1996.
Concurrentiebeding zwaarder gaan drukken?
In de uitspraak wordt allereerst benadrukt dat het uitgangspunt is dat een concurrentiebeding opnieuw schriftelijk moet worden overeengekomen indien de wijziging in de arbeidsverhouding van zo ingrijpende aard is, dat het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. Het enkele feit dat zich een ingrijpende wijziging van de arbeidsverhouding heeft voorgedaan, is doorgaans onvoldoende voor het aannemer van het oorzakelijk verband met het aanmerkelijke zwaarder gaan drukken van het beding. De Voorzieningenrechter acht in deze zaak dat de wijziging van de functie van werknemer kan worden gezien als een normale carrièreontwikkeling. Daarnaast heeft werknemer erkend dat de feitelijke situatie niet wezenlijk is veranderd door de functiewijziging.
Advocaat arbeidsrecht voor schorsing concurrentiebeding
Wel is de rechter van oordeel dat als gevolg van de wijziging in activiteiten van werkgever het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. Werknemer is immers in dienst getreden als commercieel verantwoordelijke voor het vermarkten van Laaf producten. Met het oog op die activiteiten is het concurrentiebeding gesloten. Bij met die activiteiten concurrerende werkzaamheden valt hooguit te denken aan de handel in andere tuinkabouters of andere tuin- of interieurbeeldjes en aanverwante producten. Voldoende aannemelijk is geworden dat et ontwikkelen van en de handel in spaar- en promotieconcepten dat niet is. Bovendien is voldoende aannemelijk geworden dat werkgever met deze activiteiten een ruime en andere markt bedient dan zij deed met de Laaf producten en dat er zeer veel andere bedrijven zijn die iets dergelijk doen. Daardoor belemmert het in 1996 gesloten concurrentiebeding werknemer aanzienlijk meer in het vinden van een nieuwe werkkring dan toen hij dienst trad. De Voorzieningenrechter schorst daarom het concurrentiebeding.