Geschillenregeling

Het Burgerlijk Wetboek kent een procedure gericht op het beslechten van aandeelhoudersgeschillen door hun wegen definitief te doen scheiden door een gedwongen overdracht van de aandelen. Dit kan door middel van uitstoting (art. 2:336 BW) of uittreding (art. 2:343 BW) van een aandeelhouder. In de uittredingsprocedure kan een aandeelhouder vorderen dat zijn aandelen worden overgenomen, wanneer hij in zijn belangen wordt geschaad door (de) andere aandeelhouder(s). Bij de uitstotingsprocedure kunnen één of meer aandeelhouders van een andere aandeelhouder vorderen dat deze zijn aandelen overdraagt.

Wanneer een verzoek wordt toegewezen, dient de koopprijs te worden bepaald. Hiervoor vraagt de Ondernemingskamer doorgaans een deskundigenbericht over de waardering van de onderneming. Het is in de geschillenregeling ook mogelijk om een correctie op de koopprijs te verzoeken door middel van een billijke verhoging van de koopprijs, of om samenhangende vorderingen in te stellen, zoals bijvoorbeeld vorderingen uit hoofde van een aandeelhoudersovereenkomst, voortvloeiende uit onrechtmatige concurrentie of onbetaalde managementvergoeding.

De geschillenregeling is met de invoering van de Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure (de Wagevoe) ingrijpend veranderd. AMS Advocaten schreef over de belangrijkste wijzigingen deze pagina.