2 min lezen

de enquêteprocedure als breekijzer

Sjoerd Yntema
Sjoerd Yntema
Neem contact op

De enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer is een uniek instrument binnen het Nederlandse ondernemingsrecht. Deze procedure heeft van oudsher tot doel de gang van zaken binnen de vennootschap te onderzoeken en, indien nodig in te grijpen door voorzieningen te treffen. In de praktijk wordt het enquêterecht echter vaak strategisch ingezet om een patstelling te doorbreken of een aandeelhoudersgeschil te beslechten. Het succes van de enquêteprocedure als “breekijzer” schuilt met name in de mogelijkheid van de Ondernemingskamer om in elke stand van de procedure onmiddellijke voorzieningen te treffen​.

Wanneer aandeelhouders de Ondernemingskamer verzoeken een enquête te gelasten, combineren zij dit vaak met een verzoek om onmiddellijke voorzieningen te treffen. Als er een dringend belang is, kan de Ondernemingskamer verstrekkende voorzieningen bevelen die direct en diep ingrijpen in de verhoudingen binnen de vennootschap, zoals bijvoorbeeld:

  • Schorsing of ontslag van bestuurders of commissarissen;
  • Benoeming van een onafhankelijk bestuurder of commissaris, eventueel met bijzondere bevoegdheden of een doorslaggevende stem​;
  • Beperking van aandeelhoudersrechten, zoals het bevriezen van stemrechten of kapitaalverhogingen alleen met OK-toestemming;
  • Overdracht van aandelen aan een beheerder (bewindvoerder), om zo de zeggenschapsverhoudingen tijdelijk te wijzigen (bijv. één aandeel aan een derde toewijzen zodat een 50/50-verhouding doorbroken wordt)​.


Met deze “toolbox” kan de Ondernemingskamer zeer snel voor een doorbraak in een geschil zorgen en ontstaat er rust binnen de onderneming, wat partijen de gelegenheid geeft om naar een definitieve oplossing toe te werken – bijvoorbeeld een uitkoop van een aandeelhouder of herstructurering van het bedrijf.

De enquêteprocedure is dus vaak een middel om impasses te doorbreken en partijen tot een minnelijke regeling te dwingen. Tegelijk is de procedure gericht op het herstel van gezonde verhoudingen binnen de vennootschap​. Mocht uit het onderzoek wanbeleid blijken, dan kan de Ondernemingskamer in de tweede fase zogenaamde eindvoorzieningen treffen (bijvoorbeeld ontslag van bestuurders of ontbinding van de vennootschap). In veel gevallen komt het daar echter niet van, omdat aandeelhouders tegen die tijd al tot een schikking zijn gekomen.

Tot voor kort moesten aandeelhouders voor een definitieve scheiding (uitstoting/uittreding) na een enquête nog apart een procedure voor de rechtbank aanhangig maken, maar per 1 januari 2025 is de bevoegdheid van de Ondernemingskamer uitgebreid, zodat voortaan in veel gevallen binnen één procedure bij de Ondernemingskamer zowel voorlopige maatregelen als definitieve geschillenbeslechting kunnen plaatsvinden (zie geschillenbeslechting).

Nieuws-
brief

Ravel Residence