aspectenverzoeken in het kader van de whoa (art. 378 faillissementswet)

WHOA

De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) is een herstructureringsprocedure waarbij een schuldenaar zijn crediteuren een akkoord kan aanbieden. Daarnaast kan worden verzocht om aanwijzing van een herstructureringsdeskundige. Als een herstructureringsdeskundige is aangewezen, is hij (of zij) degene die het akkoord aanbiedt.

De crediteuren van de schuldenaar worden ingedeeld in klassen. Iedere klasse krijgt de gelegenheid om te stemmen over het akkoord. Als een 2/3e meerderheid in een klasse vóór stemt, is het akkoord door die klasse aangenomen.

Als niet alle crediteuren met het akkoord instemmen, kan de schuldenaar de rechtbank verzoeken om het akkoord te homologeren (goed te keuren) en daarmee ook tegenstemmende crediteuren aan het akkoord te binden. Daarbij toetst de rechter – heel kort samengevat – of het akkoord voldoet aan de wettelijke eisen (art. 384 Faillissementswet).

Aspectenverzoek

Een schuldenaar (of een herstructureringsdeskundige, als die is aangewezen) kan de rechtbank voordat het akkoord ter stemming wordt voorgelegd verzoeken om een beslissing te geven over aspecten die van belang zijn in het kader van het tot stand brengen van een WHOA-akkoord. Dit wordt een aspectenverzoek genoemd en is geregeld in art. 378 Faillissementswet. Een aspectenverzoek kan bijvoorbeeld nuttig zijn als wordt getwijfeld of het akkoord (of de totstandkoming daarvan) voldoet aan de wettelijke eisen. Verder kan het aspectenverzoek gebruikt worden als een bestuurder weigert in te stemmen met indiening van een homologatieverzoek en daar geen goede reden voor heeft. In zo’n situatie kan de beslissing van de rechtbank in de plaats treden van de instemming van het bestuur.

Deskundigen

De rechtbank kan deskundigen benoemen als zij dit nodig acht voor een door haar te nemen beslissing in het kader van een aspectenverzoek. De verslagen die een deskundige opstelt, moeten bij de griffie worden neergelegd zodat stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders dit in kunnen zien.

Zienswijze en bindende kracht beslissing

Voordat de rechtbank beslist op een aspectenverzoek, stelt zij de schuldenaar, de herstructureringsdeskundige (als die is aangewezen), de observator (als die is aangesteld), de schuldeisers en aandeelhouders van wie de belangen rechtstreeks geraakt worden door de beslissing in de gelegenheid om een zienswijze te geven.

De beslissing van de rechtbank naar aanleiding van een aspectenverzoek is slechts bindend voor schuldeisers en aandeelhouders die in de gelegenheid zijn gesteld om een zienswijze te geven.

Geen beslissing op aanvullend aspectenverzoek ter zitting

Verder is het van belang om alle aspecten waarover een beslissing wordt verzocht duidelijk in het schriftelijke aspectenverzoek op te nemen. In een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde de rechtbank dat geen beslissing kan worden gegeven over een ter zitting ter sprake gebrachte onduidelijkheid (namelijk of benadeelden zich op een banksaldo mochten verhalen, of dat de bank een beroep kon doen op verrekening), omdat de betrokken partijen niet de gelegenheid hebben gehad om hun zienswijze daarover te geven.