De verhuurder van een 290-bedrijfsruimte (winkel, horecapand, etc.) mag renovatiewerkzaamheden aan het gehuurde uitvoeren of zelfs de huurovereenkomst opzeggen in verband met renovatie.
In het huurrecht wordt onder renovatie verstaan: het zodanig vernieuwen of verbeteren van het gehuurde dat sprake is van een verandering in aard of omvang. Het gaat dus niet om regulier onderhoud, maar om werkzaamheden die leiden tot een wezenlijke verbetering of vernieuwing van het pand. Volgens de Hoge Raad (HR 2003, NJ 2003/386) is sprake van renovatie als:
Renovatie kan zowel bouwkundig (bijv. herindeling van de ruimte, uitbreiding) als functioneel van aard zijn (bijv. verduurzaming, energiebesparing). Ook de intentie van de verhuurder speelt een rol: gaat het om modernisering of waardevermeerdering, dan duidt dat op renovatie.
Artikel 7:296 lid 1 sub b BW bepaalt dat de verhuurder de huurovereenkomst kan opzeggen als hij het gehuurde wil renoveren en die renovatie zonder beëindiging van de huurovereenkomst niet mogelijk is.
De rechtbank zal in zo’n geval op verzoek van een advocaat huurrecht toetsen of:
Voorbeelden van gevallen waarin renovatie een opzeggingsgrond vormt:
De verhuurder moet bij opzegging wegens renovatie in ieder geval een redelijke termijn hanteren en – indien van toepassing – een verhuisvergoeding aanbieden.
In veel gevallen is opzegging niet nodig, omdat renovatie met behoud van de huurovereenkomst kan plaatsvinden. Artikel 7:220 lid 2 BW biedt dan uitkomst: de verhuurder mag werkzaamheden uitvoeren, mits hij de huurder tijdig een redelijk voorstel doet.
Een voorstel is redelijk als:
De huurder mag een voorstel alleen weigeren als sprake is van onredelijke overlast, onvoldoende informatie of disproportionele gevolgen. Bij geschillen hierover oordeelt de kantonrechter.
Een goed renovatievoorstel bevat minimaal:
Het is raadzaam om het voorstel schriftelijk te doen, met een redelijke reactietermijn voor de huurder (meestal 4 tot 6 weken).
Indien de huurder zonder goede reden weigert in te stemmen met een redelijk voorstel, kan de advocaat van de verhuurder nakoming of ontbinding van de overeenkomst vorderen bij de rechter. De rechter zal dan beoordelen of het voorstel voldoende redelijk is gelet op alle omstandigheden.
Bij een geslaagd beroep op artikel 7:220 lid 2 BW mag de verhuurder de werkzaamheden uitvoeren, zelfs als de huurder nog bezwaar heeft. In de praktijk kiezen veel verhuurders er dan toch voor om tot een regeling te komen om vertraging en conflicten te vermijden.
Wilt u als verhuurder een renovatie doorvoeren of overweegt u opzegging van de huurovereenkomst op grond van artikel 7:296 BW? Of bent u huurder en twijfelt u of u een renovatievoorstel moet accepteren?
De huurrechtadvocaten van AMS Advocaten hebben ruime ervaring met renovatiegeschillen, opzeggingstrajecten en het opstellen of beoordelen van redelijke voorstellen.