3 min lezen

Reformatio in peius – kan hoger beroep je duur komen te staan?

NL

In het kort

  • Een appellant mag door het instellen van hoger beroep in beginsel niet in een slechtere positie belanden dan in eerste aanleg.
  • Deze regel beschermt het vertrouwen in het rechtsmiddel en moet voorkomen dat hoger beroep wordt ontmoedigd.
  • In deze zaak stelde SEG dat het hof dit verbod had geschonden door De Vrij in hoger beroep een hogere schadevergoeding toe te kennen dan door de rechtbank was toegekend.

Mag je door in hoger beroep Ons burgerlijk procesrecht kent het beginsel dat er onderzocht wordt in twee instanties: een ieder heeft het recht op een nieuwe behandeling van de zaak door een hogere rechter.
» Meer over hoger beroep
hoger beroep
te gaan slechter af zijn dan in eerste aanleg? In het conflict tussen De Vrij en SEG kwam deze vraag scherp naar voren – bekijk de achtergrond van de zaak voor meer details.

Bescherming van procespartijen

Het beginsel van reformatio in peius betekent dat een partij die een hoger beroep instelt, daar niet slechter mag uitkomen dan wanneer zij geen beroep had ingesteld. Dit beginsel is niet wettelijk verankerd, maar is wel stevig verankerd in de Nederlandse rechtspraktijk en jurisprudentie. Het beoogt het vertrouwen in het procesrecht te waarborgen: een partij moet zich veilig voelen om in beroep te gaan zonder risico op ‘straf’ door een slechtere uitkomst.

In civiele zaken geldt dit beginsel echter niet absoluut. Een uitzondering kan zich voordoen als de wederpartij De tegenpartij in een procedure of de partij met wie een contract is gesloten.
» Meer over wederpartij
wederpartij
ook (incidenteel) hoger beroep instelt, of als de rechter bevoegd is ambtshalve een verdergaande beslissing te nemen. Dit roept spanningsvragen op tussen procedurele zekerheidsrecht Zakelijke rechten die strekken tot ter zekerheid van een vordering, zoals pand en hypotheek.
» Meer over zekerheidsrecht
zekerheid
en materiële rechtvaardigheid.

SEG’s bezwaar: het hof ging verder dan de eerste rechter

In de zaak tussen De Vrij en SEG stelde SEG in cassatie Het beroep dat tegen een arrest van het Hof kan worden ingesteld bij de Hoge Raad
» Meer over cassatie
cassatie
dat het hof het verbod op reformatio in peius had geschonden. De rechtbank wees in eerste aanleg een schadevergoeding toe aan De Vrij van € 4,75 miljoen terwijl het gerechtshof in hoger beroep een ruimere vergoeding toekende: in totaal € 5,2 miljoen wegens gemiste kans op betere arbeidsvoorwaarden én aanvullende schadeposten.

SEG voerde aan dat De Vrij het vonnis van de rechtbank zelf niet had aangevochten op dit punt. Daardoor, zo meende SEG, kon het hof niet méér toewijzen dan de rechtbank had gedaan. Volgens SEG had het hof met zijn hogere toewijzing de rechtsstrijd uitgebreid en daarmee het verbod op reformatio in peius doorbroken.

Advies van de procureur-generaal: geen schending

De procureur-generaal adviseert het standpunt van SEG te verwerpen. Hoewel De Vrij in hoger beroep enerzijds suggereerde zich te kunnen verenigen met de schadebegroting van de rechtbank, stelde hij anderzijds ook dat zijn oorspronkelijke vorderingen alsnog volledig moesten worden toegewezen. Die dubbele formulering laat ruimte voor interpretatie. De uitleg van processtukken en stellingen is echter voorbehouden aan de feitenrechter. Het hof mocht daarom concluderen dat De Vrij de schadebegroting in eerste aanleg in voldoende mate had betwist.

Bovendien bleef het hof binnen de juridische grondslag van het geschil: de schending van de mededelingsplicht door SEG. De hogere schadevergoeding vloeide voort uit een andere waardering van de omvang van die schade, niet uit een andere juridische beoordeling.

Met andere woorden: De Vrij had wél (voorwaardelijk) appel ingesteld tegen het oorspronkelijke vonnis, en het hof bleef binnen de grenzen van de rechtsstrijd. Er is dus geen sprake van reformatio in peius.

Reflectie: reformatio in peius in het (sportrechtelijk) proces

In civiele procedures is – anders dan in strafzaken – meer ruimte voor een inhoudelijke beoordeling van de rechtsstrijd, met name wanneer partijen incidenteel hoger beroep instellen. Juist daarom is het in hoger beroep van belang om scherp te blijven op de precieze afbakening van het geschil. Alleen dan kan worden voorkomen dat een ogenschijnlijk behaald voordeel in eerste aanleg alsnog wordt uitgehold in de appelprocedure.

Bij geschillen waarin belangenverstrengeling centraal staat, verdient niet alleen de materiële kant aandacht. Ook de procesrechtelijke dimensie is cruciaal. Want zelfs wanneer de inhoudelijke argumentatie overtuigt, kunnen procedurele misstappen of een onjuiste inschatting van de omvang van het hoger beroep alsnog tot een ongunstige – en mogelijk ‘in peius’ – uitkomst leiden.

In het volgende deel bespreken we de aansprakelijkheid De gehoudenheid van een persoon of bedrijf om schade ontstaan uit een onrechtmatige daad of wanprestatie te vergoeden.
» Meer over aansprakelijkheid
aansprakelijkheid
van de bemiddelaar: hoe ver reikt zijn zorgplicht De verplichting van een opdrachtnemer om de zorg van een goed opdrachtnemer in acht te nemen.
» Meer over zorgplicht
zorgplicht
, en onder welke voorwaarden kan hij worden aangesproken voor geleden schade?

Jari Bakx

Jari Bakx

Bij AMS Advocaten werkt Jari op de sectie ondernemingsrecht. Jari adviseert en procedeert in commerciële en ondernemingsrechtelijke geschillen en begeleidt zowel nationale als internationale cliënten in transacties bij herstructureringen, overnames en financieringen.
Ravel Residence