Naam verkeerd in vonnis; beslag mogelijk?

Thomas van Vugt Thomas van Vugt 11 januari 2016 3 min

In een recente procedure bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bleek dat voor een procespartij steeds een verkeerde naam was gehanteerd. Ook in het uiteindelijke vonnis was deze foutieve, en zelfs niet bestaande rechtspersoon opgenomen. Kan deze situatie nog worden hersteld? Advocaat Thomas van Vugt legt uit.

 

 

Verkeerde vermelding procespartij

In de kwestie die voorlag eiste een schuldeiser betaling van een rekening door de tegenpartij. De naam van de schuldeiser werd in de gehele procedure die volgde op een bepaalde manier geschreven. Nadat het vonnis was gewezen bleek dat deze naam niet overeen kwam met de daadwerkelijke naam van de schuldeiser, de genoemde partij bestond zelfs niet. Inmiddels was de betreffende schuldeiser gefailleerd en had de curator op basis van het vonnis al diverse beslagen gelegd. De aangesproken partij vorderde in kort geding opheffing van de beslagen. Deze vordering werd toegewezen. De curator ging echter in hoger beroep.

Herstel op grond van artikel 31 Rv

Over het algemeen geldt, op grond van artikel 31 Rv, dat een rechter te allen tijde op verzoek van een partij of ambtshalve een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fouten die zich voor een eenvoudig herstel lenen, verbetert. Dit nadat partijen zich over dit herstel hebben kunnen uitlaten. In deze procedure stelt het hof dat daarbij over het algemeen de volgende maatstaf wordt gehanteerd; herstel is mogelijk indien de vergissing voor gedaagde kenbaar was, als de gedaagde niet wordt benadeeld of in zijn verdediging wordt geschaad en rectificatie tijdig kan plaatsvinden.

Executie vonnis niet bestaande rechtspersoon

In deze zaak had geen herstel tijdens de procedure plaatsgevonden. Daarnaast was de zaak al begonnen met de tenuitvoerlegging van het vonnis. De curator had al beslag gelegd. Kon dit wel plaatsvinden? Het hof overweegt dat tenuitvoerlegging in beginsel kan plaatsvinden indien een rechter, ook in executiegeschil achteraf, de gedingstukken verbeterd leest. De maatstaf die daarbij wordt gehanteerd is of de wederpartij heeft begrepen of had moeten begrijpen welke naam de juiste naam was. Het hof overweegt daarbij of er voor de wederpartij geen twijfel over heeft kunnen bestaan dat met de onjuiste aanduiding, zowel in het vonnis als in het exploot, tot aanzegging van de executie de juiste, materiële procespartij werd aangeduid.

Beslagen moeten worden opgeheven

Hoewel de curator van de inmiddels gefailleerde, schuldeisende en onjuist aangeduide partij stelde dat de wederpartij had moeten begrijpen dat het al die tijd om zijn curanda te doen was, ging het hof daar gezien alle feiten en omstandigheden niet in mee. Het bekrachtigde het vonnis van de voorzieningenrechter. De beslagen moeten worden opgeheven.

AMS Advocaten: procesadvocaten

Heeft u vragen over de gevolgen van een foutieve tenaamstelling van procespartijen of in meer algemene zin over de tenuitvoerlegging van een vonnis? Neem dan gerust contact met ons op.