Geldlening: privé of als vertegenwoordiger vennootschap i.o.? AMS legt uit!

Hidde Reitsma Hidde Reitsma 12 november 2018 3 min

Mocht een entiteit, zoals een besloten vennootschap of naamloze vennootschap, nog niet zijn opgericht dan is het wel al mogelijk om namens deze vennootschap te handelen. Dit moet echter kenbaar zijn voor derden en de nog niet opgerichte vennootschap wordt vertegenwoordigd door te handelen onder naam ‘[naam] BV i.o.’ of ‘[naam] NV i.o.’. In de onderhavige zaak ging het in hoger beroep (onder meer) over de vraag of een vertegenwoordiger in privé of namens de nog niet opgerichte vennootschap handelde. Advocaat ondernemingsrecht Hidde Reitsma legt uit.

Privé of als vertegenwoordiger BV i.o.?

In hoger beroep kwam de vraag naar voren of de oprichter van een vennootschap in privé of in hoedanigheid als vertegenwoordiger van zijn vennootschap i.o. een geldleningsovereenkomst van € 60.000,- was aangegaan. In eerste aanleg was door de rechtbank geoordeeld dat de lening in privé was aangegaan en dus ook in privé door de leningnemer diende te worden terugbetaald.

Overeenkomst van geldlening

Om de vraag te beantwoorden of en in welke hoedanigheid de overeenkomst van geldlening is aangegaan hanteert het hof twee arresten van de Hoge Raad (HR 11 maart 1977 (Kribbebijter) en uitspraak HR 28 november 2014). In deze arresten stelt de Hoge Raad dat het gaat om wat partijen jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en daaruit mochten afleiden.

Handelend namens vennootschap?

Op basis van bovenstaande criteria toetst het hof de feiten in deze kwestie. Uit de feiten blijkt dat geldnemer niet in de geldleningsovereenkomst wordt aangeduid als een vertegenwoordiger die handelt namens een vennootschap i.o., maar als privé-persoon zonder dat wordt verwezen naar de onderneming. Ook uit de handtekening op de laatste pagina van de overeenkomst wordt geen melding gemaakt van het bedrijf.

Akte van oprichting: privé storting

Daar komt bij dat ook uit de ‘overwegingen’, ook wel ‘considerans’ genoemd, geen melding wordt gemaakt dat de lening als lening voor een onderneming moet worden aangemerkt. Uit de akte van oprichting van de onderneming blijkt dat beide oprichters € 60.000,- hebben ingebracht. Hieruit leidt het hof af dat de oprichter in privé een kapitaalstorting van € 60.000,- heeft gedaan. Dat deze kapitaalstorting voortvloeit uit een lening maakt het nog geen lening die is aangegaan door de vennootschap in oprichting.

Lening om vennootschap op te richten

Op basis van bovenstaande bekrachtigt het hof dan ook het vonnis in eerste aanleg en oordeelt dat de lening in privé is aangegaan. Dat de lening uiteindelijk is aangewend om een storting te doen van € 60.000,- ten behoeve van de oprichting van de vennootschap, resulteert er niet in dat de lening plots een lening is die is aangegaan door de desbetreffende vennootschap in oprichting.

Advocaat bij oprichting vennootschap i.o.

Uit bovenstaand arrest blijkt aan de ene kant dat een entiteit in oprichting al kan beginnen met ondernemen voordat de daadwerkelijke entiteit is opgericht. Ook toont dit arrest tevens de keerzijde: de handelingen dienen namelijk goed en degelijk gedocumenteerd te worden zodat voorkomen wordt dat de oprichter in privé uiteindelijk aansprakelijk kan worden gehouden. Een advocaat kan daar bij helpen.