Bestuurders aansprakelijk voor onrechtmatige dividenduitkering

Sander Schouten Sander Schouten 14 april 2016 3 min

Voor door een vennootschap aangetrokken financiering bedong de bank een hoofdelijke aansprakelijkheid van een derde partij. De vennootschap zelf kon de financiering van de bank niet op het afgesproken tijdstip terugbetalen. De derde partij keerde vervolgens nagenoeg haar hele kapitaal als dividend uit aan haar aandeelhouders, waardoor ook die derde partij voor de vordering van de bank geen verhaal meer bood. De bank sprak daarop de betrokken bestuurders van die derde partij tot terugbetaling aan. Advocaat Ondernemingsrecht Sander Schouten legt uit hoe de rechter in dit geval tot een oordeel kwam.  

Rechter: sprake van wetenschap van benadeling

Volgens de rechter stond in deze kwestie vast dat het vermogen van de derde partij door uitkering van het dividend aanzienlijk was verminderd. De rechtbank constateerde ook dat de bestuurders van deze derde partij bekend waren met het feit dat de vennootschap die het krediet aanvroeg de bank niet meer kon terugbetalen. De rechter meende om die reden dat de bestuurders van de derde partij er dus rekening mee hadden moeten houden dat die derde partij door de bank aangesproken zou gaan worden. Volgens de rechter was er dus sprake van wetenschap van benadeling. Een “moeten weten” (geobjectiveerde wetenschap) zou in het kader van de onderhavige kwestie overigens ook voldoende zijn geweest.  

Onrechtmatig handelen door derde partij

In eerdere jurisprudentie is de norm ontwikkeld die inhoudt dat bestuurders die uitvoering geven aan een dividendbesluit aansprakelijk kunnen zijn voor de schade van een derde partij als de vennootschap er rekening mee moet houden (na uitkering van dat dividend) niet meer aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. Volgens de rechter was in deze procedure sprake van schending van die norm. De dividenduitkering was nagenoeg geheel gelijk aan de volledige reserves van de vennootschap, zodat haar verhaalspositie daardoor hoe dan ook drastisch was verslechterd. Omdat de bestuurders volgens de rechtbank moesten weten dat de bank voor terugbetaling van het krediet ook bij deze vennootschap zou kunnen gaan aankloppen, oordeelde de rechtbank dat het uitvoering geven aan het dividendbesluit onder deze omstandigheden als onrechtmatig viel te kwalificeren.

Schade voor de bank gelijk aan dividenduitkeringen

De schade van de bank werd in dit geval gelijk gesteld met het bedrag dat aan dividend was uitgekeerd. De bank kan zich door deze uitspraak voor dat bedrag dus nu ook verhalen op de betrokken bestuurders van die derde partij die nagenoeg het gehele vermogen als dividend uitkeerde. Dividenduitkeringen die uiteindelijk als gevolg hebben dat een vennootschap niet aan haar verplichtingen kan voldoen kunnen onder geschetste omstandigheden dus onrechtmatig zijn. Dat geldt eens te meer als de bestuurders die uitvoering gaven aan het dividendbesluit, wisten of moesten weten dat het gevolg van die dividenduitkering zou kunnen betekenen dat de vennootschap haar schulden niet meer kan betalen. In dat geval is bestuursaansprakelijkheid dus een reëel risico.

Aandeelhouders aansprakelijk onrechtmatige dividenduitkering

De aandeelhouders zijn in onderhavige kwesties vaak bij uitstek de partijen die van dividenduitkeringen profiteren. Echter kunnen aandeelhouders onder omstandigheden ook worden aangesproken uit hoofde van onrechtmatige daad. Bij aansprakelijkheid van aandeelhouders kan ook het aandeelhoudersbesluit dat heeft geleid tot de dividenduitkering als onrechtmatig gekwalificeerd worden. Als een dividenduitkering ten nadele van schuldeisers van een vennootschap heeft gestrekt kan naast bestuurdersaansprakelijkheid dus ook sprake zijn van aandeelhoudersaansprakelijkheid. Ook bij aandeelhouders moet de wetenschap van benadeling dan hebben bestaan.