Turboliquidatie mogelijk bij onderneming met schulden?

Sander Schouten Sander Schouten 26 januari 2017 3 min

De arbeidsovereenkomst van een werknemer wordt door werkgever opgezegd wegens bedrijfseconomische redenen, er wordt werknemer op dat moment salaris en vakantiegeld tot een specifieke datum beloofd. Vlak na de opzegging wordt de onderneming door een besluit van de algemene vergadering ontbonden. De uitbetaling heeft nooit plaatsgevonden dus vordert werknemer alsnog betaling. Kan dit nu de onderneming is ontbonden? Sander Schouten gaat in deze blog dieper in op het fenomeen turboliquidatie waar het in deze uitspraak om draaide.

Is turboliquidatie mogelijk bij een onderneming met schulden?

Een BV kan – zoals iedere rechtspersoon – worden ontbonden op grond van een in de wet opgesomde ontbindingsgrond. Indien de ontbonden onderneming op het moment van ontbinding nog beschikt over vermogen blijft de rechtspersoon voortbestaan totdat de vereffening is afgerond. Een onderneming die op het moment van de ontbinding geen baten meer heeft, houdt onmiddellijk op te bestaan. Waardoor er geen vereffening plaatsvindt. Een ontbinding waarna geen vereffening plaatsvindt wegens het ontbreken van baten wordt een turboliquidatie genoemd. De vraag die zich in onderhavige zaak voordeed was of een turboliquidatie mogelijk is in geval de onderneming nog schulden heeft. Oftewel, of onder het woord “baat” mede dient te worden verstaan een schuld.

Werknemer vindt ontbindingsbesluit onrechtmatig

De advocaat van de werknemer verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat de onderneming niet is opgehouden te bestaan door het ontbindingsbesluit. De advocaat voert daartoe aan dat de vennootschap ten onrechte door middel van turboliquidatie is ontbonden, omdat er ten tijde van de ontbinding nog wel sprake was van een baat, namelijk haar vordering op de vennootschap.

Rechter: schuld moet niet als baat worden beschouwd

De kantonrechter heeft geoordeeld dat een schuld niet als een baat moet worden beschouwd. Uit een uitspraak van de Hoge Raad leidt zij af dat een turboliquidatie mogelijk is indien geen baten aanwezig zijn. De Hoge Raad legt in de wet in voorstaand arrest namelijk strikt uit: als er op het tijdstip van de ontbinding geen baten zijn houdt de vennootschap op te bestaan, ongeacht of er schulden zijn. Verder overweegt de kantonrechter dat als de wetgever gewenst had dat er een uitzondering zou gelden ingeval de ontbonden vennootschap nog schulden had, zou deze uitzondering expliciet zijn benoemd. De vordering van de werknemer kan gezien bovenstaande niet als een baat worden aangemerkt, omdat de onderneming is opgehouden te bestaan op het moment van ontbinding.

Turboliquidatie wordt gebruikt om faillissementen te omzeilen

Op het eerste gezicht lijkt een gevolg van deze uitspraak te kunnen zijn dat deze een handvat biedt voor mogelijke fraudeurs om een faillissement te omzeilen door simpelweg een vennootschap met schulden te ontbinden door turboliquidatie. Met als gevolg dat een onderzoek naar eventuele paulianeuze rechtshandelingen en gronden voor bestuurdersaansprakelijkheid door de curator, wordt vermeden. Hoewel de heersende gedachte in de jurisprudentie lijkt te zijn dat rechtspersonen met schulden ontbonden kunnen (of zelfs moeten) worden, lopen bestuurders toch een risico. In diverse uitspraken van de rechtbank is een bestuurder van een door middel van turboliquidatie ontbonden rechtspersoon persoonlijk aansprakelijk bevonden, omdat er ten tijde van de ontbinding nog schulden bestonden.