Hoge Raad: NOW- en TVL-vorderingen zijn verpandbaar

Daan van Poorten Daan van Poorten 15 december 2025 4 min

In het kort

  • De Hoge Raad heeft op 12 december 2025 arrest gewezen over de vraag of vorderingen uit coronasteun (NOW en TVL) overdraagbaar zijn en dus geldig verpand kunnen worden.
  • De zaak draaide om de stelling van de curator dat die subsidievorderingen door hun bestedingsdoel en subsidievoorwaarden een persoonlijk karakter hebben en daarom onoverdraagbaar zijn.
  • De Hoge Raad oordeelde dat het gewone geldvorderingen zijn, die overdraagbaar zijn en onder een pandrecht kunnen vallen.

De Hoge Raad heeft op 12 december 2025 een arrest gewezen over de goederenrechtelijke status van coronasteun (‘Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid’ (NOW) en de ‘Regeling tegemoetkoming vaste lasten’ (TVL)) en de mogelijkheid tot verpanding van de coronasteun. Vorderingen uit hoofde van de NOW en de TVL zijn overdraagbaar en daarmee verpandbaar. Dat is relevant voor financiers, curatoren en ondernemers die tijdens en na corona met steunregelingen en zekerheden te maken kregen. Advocaat faillissementsrecht Daan van Poorten licht de uitspraak in deze blog nader toe.

Verpanding coronasteun

De zaak draaide om een failliete onderneming waarvan de bank vóór faillissement een stil pandrecht had op alle (toekomstige) vorderingen. Na faillissement werden NOW- en TVL-gelden uitgekeerd en door de bank verrekend. De curator stelde dat dit niet mocht, omdat deze subsidievorderingen naar hun aard onoverdraagbaar zouden zijn en dus niet rechtsgeldig verpand waren en ook niet door de bank mochten worden verrekend.

Overdraagbaarheid

De rechtbank overwoog dat vorderingsrechten in beginsel overdraagbaar zijn, tenzij de wet dat verbiedt of de aard van het recht zich daartegen verzet. Dat laatste is uitzonderlijk en vereist een sterk persoonlijk karakter, of een rechtsverhouding die meebrengt dat de vordering bij deze schuldeiser moet blijven. Volgens de curator vielen de NOW- en TVL-vorderingen onder die uitzondering. Het gaat om geldvorderingen waarvan de inhoud niet verandert bij een andere schuldeiser, want de overheid moet hetzelfde bedrag betalen onder dezelfde voorwaarden. De regelingen zijn bovendien generiek van aard. Toekenning hangt af van objectieve criteria, zoals omzetverlies en vaste rekenregels. Persoonlijke kwaliteiten van de aanvrager spelen geen wezenlijke rol.

Relevante omstandigheden

In de concrete zaak waren de volgende omstandigheden daarbij van belang. De subsidies worden achteraf uitgekeerd, terwijl de lonen en vaste lasten waarop de steun zag al betaald waren, veelal met bankkrediet. Het doel van de regelingen over die periode was daarmee al bereikt. Dat de uitbetaling vervolgens bij de bank terechtkomt, doet daaraan niet af. Ook het feit dat subsidies aan bestedingsvoorwaarden zijn gebonden, maakt dit niet anders. Na overdracht blijft de oorspronkelijke subsidieontvanger verantwoordelijk voor naleving. Als voorwaarden worden geschonden, kan de overheid intrekken en terugvorderen. Dat is een kwestie van het recht op de subsidies en geen reden om goederenrechtelijke onoverdraagbaarheid aan te nemen.

De Hoge Raad

De Hoge Raad bevestigt in zijn arrest van 12 december 2025 dat publiekrechtelijke geldvorderingen in beginsel overdraagbaar zijn. Onoverdraagbaarheid kan volgen uit de wet of uit de aard van het recht. Een persoonlijk karakter kan daarbij een rol spelen, ook als dat voortvloeit uit de onderliggende rechtsverhouding. De Hoge Raad oordeelt dat vorderingen uit hoofde van deze regelingen gewone geldvorderingen zijn. Door overdracht of verpanding verandert de prestatie van de overheid niet. De vorderingen hebben geen persoonlijk karakter en kunnen ook door een ander worden uitgeoefend.

Het doel van de regelingen leidt niet tot een ander oordeel. Dat NOW is bedoeld voor loonkosten en TVL voor vaste lasten, betekent niet dat de vorderingen daarom onoverdraagbaar zijn. De regelingen schrijven niet voor dat juist deze uit te keren bedragen rechtstreeks en exclusief aan werknemers of vaste-lastencrediteuren moeten worden betaald. Bovendien worden de subsidies achteraf uitgekeerd, waardoor directe besteding uit diezelfde betaling vaak feitelijk onmogelijk is.

De Hoge Raad benadrukt ook dat zodra een subsidie is uitgekeerd, deze onderdeel wordt van het vermogen van de ontvanger en in beginsel vatbaar is voor verhaal door schuldeisers. Onoverdraagbaarheid zou geen garantie bieden voor correcte besteding. Dat toezicht ligt bij de subsidieverlener.

Wat betekent dit voor de praktijk

NOW- en TVL-vorderingen zijn overdraagbaar en kunnen onder een pandrecht vallen. Banken mochten daarop vertrouwen en mogen, onder de bekende faillissementsrechtelijke voorwaarden, verrekenen. Voor curatoren betekent dit dat coronasteun in beginsel niet buiten bestaande zekerheden valt. De mogelijkheden om bepaalde vorderingen contractueel onverpandbaar te maken, zijn sinds 1 juli 2025 sterk beperkt door het verpandingsverbod.