Wel of niet gebonden aan contract met vervalste handtekening: AMS legt uit!
In hopeloze gevallen roept een debiteur nog weleens tijdens een zitting dat de handtekening onder een contract niet de zijne is geweest en dat hij daarom niet zou hoeven te betalen of nakomen. Dit beroep wordt meestal bij gebrek aan geloofwaardigheid of bewijs ter zijde geschoven, maar soms is er echt sprake van een vervalste handtekening. Gaat degene van wie de handtekening is vervalst automatisch vrijuit of kan hij toch worden gehouden aan het – kennelijk – niet door hem ondertekende contract? Deze vraag werd beantwoord in een recent geschil. Advocaat incassorecht Hidde Reitsma licht de uitspraak toe.
Leaseovereenkomst met BV
In deze zaak speelde het volgende. Een leasemaatschappij sloot in 2017 een leaseovereenkomst met BV X. De leaseovereenkomst is door partijen ondertekend. Bij de handtekening staat dat BV X is vertegenwoordigd door bestuurder A. In 2020 stopt BV X met de maandelijkse betalingen. De leasemaatschappij gaat over tot ontbinding van de overeenkomst en vordert de achterstallige termijnen en het lease-object van BV X in een procedure.
Handtekening bestuurder vervalst
BV X voert als verweer aan dat zij helemaal niet gebonden is aan de leaseovereenkomst, omdat deze niet door bestuurder A is getekend maar door diens broer B. Bestuurder A zou niets van de leaseovereenkomst hebben geweten. De handtekening is vervalst, aldus bestuurder A / BV X.
Niet gebonden aan contract
De rechter overweegt dat als er sprake is van een vervalste handtekening, degene wiens handtekening is vervalst zich er doorgaans op kan beroepen dat de verklaring (welke is ondertekend) niet van hem afkomstig is. Met andere woorden, een geslaagd beroep op een vervalste handtekening houdt in dat die persoon niet gebonden is aan de overeenkomst. Ook als de wederpartij te goeder trouw was en mocht aannemen dat de handtekening echt was.
Vervalsing niet voorkomen
Maar als degene wiens handtekening is vervalst kan worden verweten dat de wederpartij de (vervalste) handtekening voor echt heeft gehouden, dan slaagt een beroep op vervalsing niet. Dit is bijvoorbeeld het geval als degene wiens handtekening is vervalst eraan heeft meegewerkt of zonder voorzorgsmaatregelen te treffen heeft toegelaten dat de vervalser de gelegenheid kreeg om de schijn bij de wederpartij te wekken dat het een echte handtekening betrof.
Opgewekte schijn bij wederpartij
De kantonrechter vindt dat het aan bestuurder A kan worden aangerekend dat bij de leasemaatschappij de (onjuiste) schijn is gewekt dat het contract door bestuurder A was getekend. De broer was namelijk door A ingeschakeld om de administratie en het contact met derden te onderhouden. Bestuurder A hield hierop geen enkel toezicht. Er waren dus geen voorzorgsmaatregelen genomen om te voorkomen dat de broer schijn bij derden kon wekken. Bovendien heeft A in de jaren dat het leasecontract liep niet ingegrepen. Er zijn gewoon maandelijkse termijnen betaald (tot aan het moment van het verzuim).
AMS Advocaten bij incassogeschillen
Resumerend, de rechter vindt dat bestuurder A zich – in deze omstandigheden – niet achteraf kan beroepen op een kennelijk vervalste handtekening. BV X is wel degelijk gehouden het contract na te komen en de vorderingen van de leasemaatschappij worden toegewezen.