Oplevering door stilzwijgende aanvaarding: de sanctie bij niet meewerkende opdrachtgever
In het kort
- Aannemer verplicht werk te vervaardigen en op te leveren.
- Voor oplevering is medewerking opdrachtgever nodig.
- Weigert de opdrachtgever (ten onrechte) mee te werken of laat hij niets horen dan kan er sprake zijn van stilzwijgende aanvaarding (fictieve oplevering).
- Bij ingebruikname werk door opdrachtgever in beginsel sprake van stilzwijgende aanvaarding.
Een aannemer is verplicht om een bouwwerk tot stand te brengen en op te leveren (art. 7:750 BW). Voor de oplevering heeft hij echter de medewerking van de opdrachtgever nodig. Het werk kan pas als opgeleverd worden beschouwd wanneer de opdrachtgever het aanvaardt. Hij kan het werk ook weigeren. Maar wat als de opdrachtgever niets doet: niet aanvaarden, maar ook niet weigeren? Kan hij zo (moedwillig) de oplevering traineren? En wat als de opdrachtgever het werk ten onrechte weigert? Wanneer is het werk dan wél opgeleverd? In deze blog bespreek ik deze opleveringsperikelen vanuit de positie van de aannemer.
Oplevering van het werk: waarom het moment zó belangrijk is
De opleveringsdatum is in het bouwrecht een sleutelmoment. Zij bepaalt onder meer wanneer de oplevertermijn opeisbaar wordt, wanneer het risico op het werk overgaat en tot welk moment een boete wegens te late oplevering kan worden gevorderd. Voor de inwerkingtreding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) was de oplevering bovendien bepalend voor de aansprakelijkheid voor gebreken. Nu blijft de aannemer ook na oplevering aansprakelijk voor gebreken, waardoor de oplevering voor dat aspect aan belang heeft ingeboet.
Aannemer: werk is gereed voor oplevering
Artikel 7:758 BW regelt de oplevering. Het begint ermee dat de aannemer aan de opdrachtgever meldt dat het werk gereed is voor oplevering. De opdrachtgever kan het werk vervolgens binnen een redelijke termijn keuren en hetzij aanvaarden, hetzij weigeren. Bij aanvaarding kan hij nog opleverpunten aanwijzen. Bij weigering moet hij aangeven waarom het werk nog niet als opgeleverd wordt beschouwd.
Opdrachtgever doet niets
De wet voorziet in de situatie waarin de opdrachtgever nalaat te reageren op de gereedmelding. De sanctie is dat het werk dan stilzwijgend wordt geacht te zijn aanvaard: de zogenoemde fictieve oplevering. Deze regeling voorkomt dat een opdrachtgever door passief of strategisch gedrag — bijvoorbeeld om boetes te rekken of een betalingsverplichting op te schorten — de oplevering kan blijven uitstellen.
Stilzwijgende aanvaarding
Ook wanneer de opdrachtgever wél in actie komt na de gereedmelding, kan sprake zijn van stilzwijgende aanvaarding. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde dat alleen (tijdig) keuren niet voldoende is: de opdrachtgever moet zich óók uitlaten over aanvaarding (al dan niet onder voorbehoud) of weigering, bij gebreke waarvan het werk alsnog als stilzwijgend aanvaard geldt (ECLI:NL:RBMNE:2020:1766).
Anderzijds mag een aannemer niet uitgaan van stilzwijgende aanvaarding wanneer hem al duidelijk is dat de opdrachtgever het werk niet opleveringsgereed acht (RvA 8 juli 2015, nr. 35.353). De aannemer kan dus niet te kwader trouw een fictieve oplevering afdwingen.
Stilzwijgende aanvaarding is vormvrij en kan blijken uit stilzitten, maar ook uit gedragingen. Zo oordeelde het Hof Arnhem-Leeuwarden dat de opdrachtgever het werk stilzwijgend had aanvaard door de factuur te betalen en met het schip weg te varen (ECLI:NL:GHARL:2022:9376).
Feitelijke ingebruikname van het werk
Regelmatig stellen opdrachtgevers zich – met name in procedures – op het standpunt dat “het werk nooit is opgeleverd”, soms zelfs jaren nadat de aannemer zijn laatste werkzaamheden heeft verricht. In veel gevallen houdt deze stelling geen stand, omdat het werk (bijvoorbeeld een woning) allang in gebruik is genomen. Door feitelijke ingebruikname wordt de opdrachtgever ook geacht het werk stilzwijgend te hebben aanvaard (ECLI:NL:GHSHE:2020:2057; zie ook het voorbeeld van het wegvarende schip).
Als de ingebruikname echter uit nood is geboren (bijvoorbeeld omdat de opdrachtgever geen andere woning meer heeft), is daarmee niet zonder meer sprake van (fictieve) oplevering (ECLI:NL:RBMAA:2012:BY3171). Bij consumenten geldt bovendien dat stilzwijgende aanvaarding door ingebruikname niet al te lichtvaardig mag worden aangenomen: van hen kan niet zomaar worden verwacht dat zij de consequenties daarvan overzien.
Onterechte weigering
De tweede situatie waarin de oplevering wordt belemmerd, is wanneer de opdrachtgever het werk ten onrechte weigert. Volgens hem voldoet het werk nog niet en hoeft hij het daarom niet te aanvaarden. Blijkt achteraf dat er geen gebreken zijn — of in ieder geval geen gebreken die ingebruikname in de weg stonden — dan wordt de opdrachtgever eveneens geacht het werk stilzwijgend te hebben aanvaard. Ook de opdrachtgever die (achteraf) stelt dat door het niet-ondertekenen van het proces-verbaal het werk is geweigerd, komt bedrogen uit (ECLI:NL:RBLIM:2022:2615).
UAV: strengere termijnen
In § 9 UAV en § 24 UAV-GC is een vergelijkbare regeling opgenomen als artikel 7:758 BW, maar met striktere termijnen en een nauwkeurige procedure voor opname en (niet-)aanvaarding van het werk. Daardoor is er minder ruimte voor stilzitten of vertraging door de opdrachtgever. Daar staat tegenover dat de aannemer de procedure strikt moet volgen voordat stilzwijgende aanvaarding kan worden aangenomen (ECLI:NL:RBDHA:2019:1239).
Conclusie
De oplevering is meer dan een formeel eindmoment van een bouwproject. Zij bepaalt essentiële rechten, verplichtingen en risico’s van zowel opdrachtgever als aannemer. Wanneer een formele oplevering uitblijft — al dan niet bewust — biedt de wet uitkomst via de fictieve oplevering. Tegelijkertijd laat de jurisprudentie zien dat zorgvuldige communicatie over de staat van het werk van belang blijft.