Werknemer dient zelf een ontbindingsverzoek in en rechter kent bijna € 400.000 toe

Sander Schouten Sander Schouten 7 april 2020 4 min

Het komt misschien niet vaak voor, maar de mogelijkheid bestaat wel degelijk: ook een werknemer kan een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter indienen. In dat geval hoeft er geen bijzondere opzeggingsgrond te worden aangevoerd. De werknemer kan ontbinding aanvragen als sprake is van ‘omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen’. Indien de kantonrechter de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer ontbindt wegens ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, is de werkgever de transitievergoeding verschuldigd én kan de werkgever een billijke vergoeding moeten betalen. Centric heeft zeer recent de deksel op de neus gekregen. Arbeidsrecht-advocaat Sander Schouten bespreekt de uitspraak van de Rechtbank Den Haag.

Lekken naar de pers en samenspannen met ex-partner

In 1997 trad de werknemer in dienst bij Centric waar hij laatstelijk de functie van CCO bekleedde. Het volledige eigendom van het Centric-concern is in handen van één persoon (hierna X). Eind juni beschuldigde X de werknemer ervan dat hij informatie over gebeurtenissen bij Centric naar de pers zou hebben gelekt, wat ertoe zou hebben geleid dat het NRC hierover een artikel publiceerde. Daarnaast verweet X de werknemer dat hij samen met de voormalige CEO en zijn ex-partner tegen hem zou samenspannen. Hierop werd het vertrouwen in de werknemer opgezegd.

Excuses maar vertrouwen is weg

Enkele dagen later bood X toch zijn excuses aan en kwam hij terug op zijn beschuldigingen. Wel bleef X volhouden dat hij geen vertrouwen meer had in de werknemer. X stelde de werknemer vrij van werk en onthief hem uit zijn bestuurstaken. De werknemer protesteerde tegen de vrijstelling van werk en ontheffing, maar Centric ging daar niet op in.

Afgesloten van e-mailaccount en telefoon en vertrek aangekondigd

Vervolgens werd de werknemer afgesloten van zijn e-mailaccount en mobiele telefoon. Vervolgens verscheen op de website van het regionaal dagblad een bericht waarin X aangaf dat de wegen van de werknemer en Centric zullen scheiden. Ook werd het vertrek van de werknemer intern bekendgemaakt en aangegeven dat hij zijn werkzaamheden per direct zou neerleggen. Daarnaast werden alle klanten geïnformeerd.

Ontbindingsverzoek vanuit de werknemer

De werknemer was het niet eens met deze gang van zaken en diende zelf een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter in, onder veroordeling van Centric om aan hem een transitievergoeding en billijke vergoeding te betalen. Ook wilde de werknemer ontheven worden uit zijn concurrentie- en relatiebeding.

Ernstig verwijtbaar handelen

De kantonrechter is het met de werknemer eens dat Centric ernstig verwijtbaar jegens hem heeft gehandeld door hem onterecht te beschuldigen van ‘lekken’ naar de pers en samenspannen tegen X. Centric kan deze stelling niet staven met enig bewijs. Bovendien kan Centric niet bewijzen dat de werknemer in strijd met gegeven instructies een contract met DNB had gesloten. Er bestond voor Centric dus ook geen aanleiding het vertrouwen in de werknemer op te zeggen. Ook het laten aannemen van de zus van de werknemer kan niet tot die conclusie leiden. Immers, nergens blijkt uit dat deze indiensttreding nadelige gevolgen had voor Centric.

Transitievergoeding en billijke vergoeding

Vanwege het ernstig verwijtbaar handelen van Centric, maakt de werknemer in de eerste plaats aanspraak op de transitievergoeding van € 327.667 bruto. Dit bedrag is gelijk aan één jaarsalaris. In de tweede plaats heeft de werknemer recht op een billijke vergoeding volgens de kantonrechter. De kantonrechter stelt de billijke vergoeding vast op een bedrag gelijk aan drie bruto maandsalarissen: € 69.272,73 bruto. Tot slot oordeelt de kantonrechter dat Centric de werknemer niet aan het concurrentie- en relatiebeding mag houden.

Conclusie

Deze uitspraak bevestigt maar weer eens dat een werkgever te allen tijde zorgvuldig dient te handelen en moet voorkomen dat door haar toedoen een onomkeerbare situatie ontstaat, welke van dien aard is dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet eindigen. Anders kan dit geld, heel veel geld kosten. De kans is reëel dat Centric het hier niet bij laat zitten en in hoger beroep gaat.