Inlichtingenplicht werkgever bij beëindiging arbeidsovereenkomst
Onlangs oordeelde het gerechtshof Leeuwarden over de nietigheid van een beëindigingsovereenkomst die door zowel werkgever als werknemer was ondertekend. Het hof oordeelde dat de werkgever zijn inlichtingenplicht had geschonden bij het aangaan van de beëindigingsovereenkomst. Nu er geen wilsovereenstemming was ten aanzien van het aangaan van de beëindigingsovereenkomst, liep de arbeidsovereenkomst gewoon door. Advocaat arbeidsrecht in Amsterdam Sander Schouten legt uit.
Beëindigingsovereenkomst: inlichtingenplicht werkgever
In deze zaak speelde het volgende. Twee werknemers met de Duitse moedertaal waren sinds 2 jaar in dienst van de werkgever. Op enig moment heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de directeur van de werkgever en de werknemers. Tijdens dat gesprek is een beëindigingsovereenkomst aan hen voorgelegd. Beide partijen hebben deze overeenkomst getekend. In de overeenkomst is opgenomen dat partijen geen mogelijkheden zien om het dienstverband voort te zetten, en daarom hebben afgesproken de arbeidsovereenkomst te zullen beëindigen. De arbeidsovereenkomst zou volgens deze overeenkomst met wederzijds goedvinden eindigen zonder dat er een ontslagvergoeding zou worden uitgekeerd. Daarnaast was in de overeenkomst opgenomen dat beide partijen verklaren dat zij de arbeidsovereenkomst willen beëindigen en dat zij op de hoogte zijn van de gevolgen daarvan.
Werkgever biedt opnieuw arbeidscontract aan
Vlak na het einde van de arbeidsovereenkomst heeft de werkgever aan de werknemers opnieuw een arbeidsovereenkomst aangeboden. De werknemers hebben dit aanbod geweigerd. Daarbij hebben zij een beroep op de nietigheid dan wel de vernietigbaarheid van de beëindigingsovereenkomst gedaan. De werkgever stelde zich echter op het standpunt dat het dienstverband is geëindigd door de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst.
Wilsovereenstemming voor beëindiging vereist
Het hof oordeelde dat nu het ging om twee Duitse werknemers en de beëindigingsovereenkomst in de Nederlandse taal was opgesteld zonder dat er een vertaling ter aan de werknemers ter beschikking was gesteld, en de werknemers bovendien niet in de gelegenheid waren gesteld om over de overeenkomst juridisch advies in te winnen, de beëindigingsovereenkomst niet tot gevolg heeft dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Het hof overweegt daarbij dat in de gegeven omstandigheden de werkgever niet uitsluitend uit bereidheid van de werknemer tot het plaatsen van de handtekening mag afleiden dat de werknemer akkoord gaat met de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst.
Werkgever moet werknemer juist en volledig informeren
De werkgever moet zich er met een redelijke mate van zekerheid van vergewissen of de werknemer beseft dat zijn instemming wordt gevraagd met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en of hij de mogelijke consequenties van deze instemming voor zijn rechtspositie overziet. Er moet, kort gezegd, wilsovereenstemming bestaan met betrekking tot het beëindigen van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. Dat betekent dat van de werkgever mag worden verwacht dat hij de werknemer omtrent zijn rechtspositie volledige en juiste informatie verschaft. Het hof haakt hierbij aan bij een eerdere uitspraak van het hof Arnhem uit 2010.
Advocaat bij beëindiging arbeidsovereenkomst
De handtekening van een werknemer onder een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van een arbeidsovereenkomst biedt dus geen garantie dat deze arbeidsovereenkomst daarmee daadwerkelijk eindigt. AMS Advocaten in Amsterdam heeft gespecialiseerde kennis over het arbeidsrecht in huis. Onze arbeidsrecht advocaten kunnen enerzijds werkgevers bijstaan bij onder meer het ontslag van werknemers en anderzijds werknemers helpen indien hun dienstverband wordt beëindigd en zij een bijvoorbeeld een ontslagvergoeding willen bedingen.