Concurrentiebeding: laat de tekst controleren door een advocaat
Een aparte uitspraak in een rechtszaak van een werkgever tegen een ex-werknemer die bij de concurrent in dienst was getreden. Het tussen partijen overeengekomen concurrentiebeding bleek niet helemaal juridisch waterdicht. Waar kijkt een rechter naar bij een geschil over de uitleg van een concurrentiebeding? Advocaat arbeidsrecht Sander Schouten zet de zaak uiteen.
Schriftelijkheidsvereiste concurrentiebeding
In deze zaak zijn partijen in geschil over de uitleg van een concurrentiebeding dat was opgenomen in het arbeidscontract van de werknemer. De tekst van het beding is als volgt: “Het is de werknemer verboden om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de werkgever gedurende een tijdvak van drie jaren na het eindigen van de arbeidsovereenkomst binnen Nederland een bedrijf te beginnen of te voeren, dat dezelfde zaken en/of diensten levert als het bedrijf van de werkgever.” Op overtreding van het beding staat een contractuele boete.
Einde dienstverband bij werkgever
De werknemer is na beëindiging van zijn dienstverband bij werkgever in dienst getreden bij een concurrerend bedrijf. De werkgever heeft de werknemer vervolgens gedagvaard wegens overtreding van het concurrentiebeding en heeft een verbod en betaling van de verbeurte boete gevorderd. De werknemer is zich van geen kwaad bewust. De Kantonrechter wijst de vordering van de werkgever af. Hoger beroep volgt.
Haviltex-norm bij uitleg omstreden beding
Het hof stelt voorop dat bij de uitleg van een concurrentiebeding de zogenaamde Haviltex-norm als maatstaf moet worden genomen. Deze houdt in dat de betekenis van een omstreden beding in een schriftelijke overeenkomst door de rechter moet worden vastgesteld aan de hand van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedraging mochten toekennen, hebben afgeleid en van hetgeen zij redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
Letterlijke tekst van concurrentiebeding belangrijk
Bij het vaststelling van de bedoeling van partijen spelen de bewoordingen van het concurrentiebeding een belangrijke rol. Het hof vindt de formulering van het beding in deze zaak helder: dit beding verbiedt de werknemer niet om in dienst te treden van een concurrent maar ziet enkel op het zelf beginnen of voeren van een bedrijf. De stelling van de werkgever dat de werknemer door in dienst te treden bij de concurrent dit bedrijf “voert” wordt verworpen door het hof. Voorts overweegt het hof dat er ook geen andere feiten zijn aangevoerd waaruit blijkt dat partijen –ondanks de letterlijke tekst- een andere bedoeling hadden. De vordering van de werkgever wordt afgewezen.
Advocaat arbeidsrecht voor concurrentiebeding
Het concurrentiebeding kan op verschillende manieren tot juridische geschillen (rechtszaken) leiden. Onaangename verrassingen zoals in deze zaak kunnen worden voorkomen door de tekst van een concurrentie- of relatiebeding vooraf te laten controleren (of opstellen) door een advocaat. Hou altijd in de gaten of het beding weergeeft wat de bedoeling is.