Belemmeringsverbod Waadi staat aan inroepen concurrentiebeding in de weg

Sander Schouten Sander Schouten 31 januari 2022 4 min

Het gebeurt steeds vaker dat werkgevers werknemers detacheren om bij een klant van de werkgever (de inlener) onder diens leiding en toezicht werkzaamheden te verrichten. In de meeste arbeidsovereenkomsten van deze werknemers is een concurrentie- en/of relatiebeding opgenomen waarin verboden wordt om na afloop van het dienstverband bij de inlener in dienst te treden. Maar vaak wordt vergeten dat de Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (Waadi) een belemmeringsverbod bevat. Dit belemmeringsverbod zorgt ervoor dat de werkgever die een werknemer aan een inlener ter beschikking stelt niet mag en kan voorkomen dat die werknemer na afloop van zijn dienstverband rechtstreeks bij de inlener in dienst treedt. Het concurrentie- en relatiebeding is dan niet geldig. Let op, dit belemmeringsverbod staat er niet aan in de weg een concurrentie- of relatiebeding in de arbeidsovereenkomst op te nemen op basis waarvan de werknemer wordt belemmerd om bij een concurrent van de uitzendwerkgever in dienst te treden. Onlangs boog de Rechtbank Rotterdam zich weer over zo’n kwestie. Arbeidsrecht advocaat Sander Schouten bespreekt deze uitspraak.

Relatie- en concurrentiebeding


Het bedrijf waar de werknemer in dienst was, detacheert werknemers binnen de ICT branche. De werknemer zelf trad ook in dienst als medewerker ICT. In zijn arbeidsovereenkomst is een relatie- en concurrentiebeding opgenomen. Het relatiebeding geldt voor twee jaar. Ook het concurrentiebeding heeft een duur van twee jaar en kent een gebiedsbeperking met een straal van 100 kilometer met als middelpunt het kantoor van waaruit de werknemer altijd werkte.


Eigen onderneming opgericht


De werknemer heeft op 23 oktober 2019 – toen hij nog in dienst was bij de werkgever – samen met een collega een eigen bedrijf opgericht. Zijn bedrijf is statutair gevestigd in Rotterdam en de onderneming houdt zich bezig met het detacheren van IT-professionals. Later is gebleken dat de statutaire zetel is verplaatst naar Groningen.


Via eigen bedrijf werkzaam bij politie


Nadat de werknemer uit dienst trad bij zijn eigen werkgever per 1 januari 2020, is hij vanuit zijn eigen bedrijf voor 36 uur gedetacheerd bij de Nationale Politie. Vanuit zijn functie werkt hij voornamelijk in Rotterdam en soms op de locatie in Driebergen. De Nationale Politie is ook een opdrachtgever van zijn ex-werkgever.


Werkgever start een procedure


De werkgever vordert in deze procedure onder andere dat de werknemer alle concurrerende activiteiten moet staken en gestaakt moet houden gedurende een periode van twee jaar. Ook vraagt de werkgever een verklaring voor recht dat de werknemer zijn concurrentiebeding heeft geschonden.

Werknemer doet beroep op belemmeringsverbod


De werknemer stelt zich op het standpunt dat het concurrentiebeding nietig is omdat het in strijd is met het belemmeringsverbod uit de Waadi. In het verlengde stelt de werknemer een reconventionele vordering in door een verklaring voor recht te vragen dat hij niet onrechtmatig concurreert met zijn werkgever en in het geval het concurrentiebeding niet nietig zou zijn, vraagt hij de kantonrechter het concurrentiebeding te wijzigen c.q. te matigen en hem een vergoeding toe te kennen omdat het concurrentiebeding hem belemmert elders een baan te vinden.

In beginsel sprake van strijd met concurrentiebeding


De kantonrechter overweegt allereerst dat de werknemer in beginsel in strijd handelt met zijn concurrentiebeding, omdat hij een virtueel kantoor in Groningen heeft geopend en de werknemer daar ook niet fysiek aanwezig is en omdat hij binnen een straal van 100 kilometer van zijn oude standplaats werkzaam is voor de Nationale Politie.


Maar concurrentiebeding is niet geldig


Maar de kantonrechter gaat verder door te oordelen dat het concurrentiebeding uit de arbeidsovereenkomst niet geldig is omdat het in strijd is met artikel 9a Waadi. Het detacheren van ICT-personeel valt namelijk onder het begrip “ter beschikking stellen van arbeidskrachten” in de zin van de Waadi. De kantonrechter oordeelt dat het concurrentiebeding niet in aanmerking komt voor conversie. Met andere woorden: het nietige concurrentiebeding kan niet worden omgezet in een geldig concurrentiebeding. De werknemer wordt dan ook in het gelijk gesteld en zijn gevorderde verklaring voor recht wordt toegewezen.