Anti-ronselbeding: wel of niet geldig bij contract voor bepaalde tijd?
Volgens artikel 7:653 BW mag de werknemer met een contract voor bepaalde tijd niet worden beperkt in zijn bevoegdheid om na afloop van het dienstverband elders werkzaam te zijn. Bedingen die deze bevoegdheid beperken, zoals bijvoorbeeld een concurrentiebeding, zijn in beginsel vernietigbaar. Maar hoe zit het met anti-ronselbedingen? Vallen die ook onder deze bepaling? Advocaat arbeidsrecht Sander Schouten legt uit aan de hand van recente jurisprudentie.
Arbeidsovereenkomst bepaalde tijd
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch deed onlangs een interessante uitspraak over dit onderwerp. In deze casus werkte de werknemer als recruiter op basis van een jaarcontract voor de werkgever. In de arbeidscontracten van de werkgever was standaard een anti-ronselbeding opgenomen. Dit betekent: een verbod om na het einde van het dienstverband personeel van de werkgever te ronselen om elders (bijvoorbeeld bij de ex-werknemer of diens nieuwe werkgever) in dienst te treden.
Beperking bevoegdheid werknemer elders te werken
De vraag die aan het hof was voorgelegd, was of een (anti-)ronselbeding een beding is ex artikel 7:653 BW. Dit artikel luidt -voor zover hier relevant- als volgt:
- Een beding tussen de werkgever en de werknemer waarbij deze laatste wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn, is slechts geldig indien
- de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan; en
- de werkgever dit beding schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer.
- In afwijking van lid 1, aanhef, en onderdeel a, kan een beding als bedoeld in lid 1 worden opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, indien uit de bij dat beding opgenomen schriftelijke motivering van de werkgever blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.
Concurrentie- en relatiebeding: niet bij bepaalde tijd
De wetgever heeft bij dit artikel in ieder geval het concurrentiebeding voor ogen gehad. Volgens rechtspraak beperkt ook een relatiebeding de vrijheid van een werknemer om elders in dienst te treden. Volgens het hof moet worden onderzocht welke werkzaamheden door de werknemer worden verricht en in hoeverre deze werkzaamheden door het anti-ronselbeding worden beperkt.
Werkzaamheden recruiter: ronselen personeel
In deze zaak betreft het een recruiter wiens werk het juist is om personeel te werven door deze weg te trekken (zeg maar: ronselen) bij andere werkgevers. Het hof is van oordeel dat het anti-ronselbeding hier onmiskenbaar een beperking op vormt. Het beding is aldus op grond van artikel 7:653 BW niet geldig.
Uitzondering bij gemotiveerde noodzaak bedrijfsbelang
Van de uitzondering ex art. 7:653 lid 2 BW (zwaarwegende bedrijfsbelangen bij beding) is geen sprake. De werkgever heeft niet in de arbeidsovereenkomst aangegeven waarom een anti-ronselbeding noodzakelijk zou zijn voor het bedrijfsbelang. Hoewel het hof niet uitsluit dat er voldoende argumenten zijn om ondanks het contract voor bepaalde tijd de werknemer toch aan een anti-ronselbeding te houden, laat het hof zich hier verder niet over uit.
AMS advocaten bij advies arbeidscontracten
De conclusie die uit dit arrest kan worden getrokken is dat een anti-ronselbeding in een contract voor bepaalde tijd goed moet worden gemotiveerd in het contract zelf. Doet de werkgever dit niet, dan kan het beding worden vernietigd.