In een recent arbeidsgeschil wordt een werknemer van de ene op de andere dag ontslagen. De werknemer stapt naar de rechter. De kantonrechter komt al snel tot de conclusie dat er volstrekt geen rechtsgeldige reden was de werknemer te ontslaan, laat staan op staande voet. Wat heeft dit oordeel voor financiële gevolgen voor de partijen? Advocaat arbeidsrecht Sander Schouten bespreekt de verschillende vergoedingen waarop de werknemer recht heeft bij onterecht ontslag.
Onterecht ontslag op staande voet
De werknemer in kwestie was het niet eens met zijn ontslag. In dat geval moet de kantonrechter oordelen of het ontslag terecht gegeven is. In dit geval oordeelde de rechter dat dit niet het geval was. De werknemer heeft echter berust in de beëindiging van het dienstverband en heeft zelfs al een nieuwe baan gevonden. In de procedure ging het daarom enkel nog over de hoogte van de vergoedingen die de werknemer heeft gevorderd.
Vergoeding wegens onregelmatige opzegging
Op grond van artikel 7:672 BW heeft een werknemer bij onregelmatige opzegging recht op het loon dat hij zou hebben ontvangen als de arbeidsovereenkomst regelmatig (dat wil zeggen met inachtneming van de opzegtermijn) was opgezegd. In dit geval was de werknemer op 5 december 2015 ontslagen. De overeenkomst had echter tegen het einde van de maand moeten worden opgezegd met inachtneming van de reguliere opzegtermijn van 2 maanden. De kantonrechter wijst een bedrag aan loon toe over de periode van 5 december 2015 tot 1 maart 2016.
Transitievergoeding
Werknemer maakt ook aanspraak op een transitievergoeding. Werknemers met een dienstverband van 2 jaar of langer hebben wettelijk recht op een transitievergoeding in geval van een onvrijwillige beëindiging of niet-voortzetting van de arbeidsovereenkomst. Ook deze vergoeding wordt door de rechter toegewezen, met toekenning van rente ingaande een maand na de dag waarop het arbeidscontract is geëindigd.
Billijke vergoeding
Tot zover de standaard vergoedingen waar een werknemer recht op heeft. Dan tot slot de billijke vergoeding. Bij deze vordering heeft de kantonrechter vrij spel. Hij kan, rekening houdend met alle omstandigheden van het geval, een vergoeding toekennen aan de werknemer als de werkgever heeft opgezegd in strijd met de voorschriften die gelden voor ontslag. Deze billijke vergoeding is met het nieuwe ontslagrecht ingevoerd. Echter, de hoogte van deze vergoeding is volledig aan de rechter en dat leidt tot uiteenlopende vergoedingen.
Creatieve rekenwijze billijke vergoeding
De kantonrechter in kwestie houdt er geheel eigen berekeningen op na. Hij gaat uit van een hypothetisch voortbestaan van de arbeidsovereenkomst van twee jaar. Niet langer, want de toekomst is altijd onzeker, meent de rechter. Uitgaande van het loon dat de werknemer is misgelopen door zijn (onterecht) ontslag komt hij uit op een bepaald bedrag. Daarop brengt hij in mindering een deel van het loon dat de werknemer nu verdient bij zijn nieuwe werkgever. Slechts een deel, immers ook dit dienstverband is onzeker, aldus de rechter.
Nieuwe kantonrechtersformule?
Vervolgens trekt hij er ook de transitievergoeding en het reeds toegewezen loon over de opzegtermijn vanaf. En dan komt hij uiteindelijk op een bedrag aan billijke vergoeding van € 6.700. Op zichzelf een niet onredelijke methode. Zou dit de nieuwe kantonrechtersformule kunnen worden? De toekomst zal het leren.