Termijnbescherming

Een huurder van een middenstandsbedrijfsruimte heeft recht op een termijnbescherming van vijf plus vijf jaar (5+5). De bepalingen over het huurrecht in de wet schrijven voor dat de huurovereenkomst voor 290 bedrijfsruimte automatisch voor een periode van vijf jaar geldt en dat de huurovereenkomst na ommekomst van die periode automatisch wordt verlengd met een tweede periode van vijf jaar, zodat de totale lengte van de huurovereenkomst minimaal tien jaar is.

Van deze regel mag niet ten nadele van de huurder van bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW worden afgeweken. Deze bescherming dient ervoor te zorgen dat de ondernemer (huurder) zijn investeringen terug kan verdienen. De huurder kan zelf wel na 5 jaar opzeggen, maar de verhuurder niet. Alleen als er sprake is van enkele in de wet opgenoemde uitzonderingsgevallen is de verhuurder bevoegd na 5 jaar de huurovereenkomst op te zeggen.

Is een kortere duur dan vijf jaar overeengekomen (maar langer dan twee jaar), dan geldt de huurovereenkomst toch voor vijf jaar. En zelfs al is er niets afgesproken of in de huurovereenkomst staat dat die voor onbepaalde tijd is aangegaan, is er toch sprake van huurovereenkomst van vijf jaar. De huurovereenkomst die is aangegaan voor langer dan vijf jaar, maar korter dan tien jaar, wordt na het verstrijken van die overeengekomen duur eveneens verlengd met een tweede termijn, en wel zodanig dat de totale duur op tien jaar komt.