Onderhuur

De huurovereenkomst waarbij een huurder van een ruimte deze geheel of gedeeltelijk onderverhuurt aan een derde. De huurder heeft zelf een huurovereenkomst met de hoofdverhuurder. De derde wordt onderhuurder genoemd. Tussen de onderhuurder en de hoofdhuurder gelden dezelfde huurrechtbepalingen als tussen de hoofdverhuurder en de hoofdhuurder.

In beginsel is onderhuur van woonruimte niet toegestaan zonder toestemming van de hoofdverhuurder. Bij sociale huurwoningen is onderhuur zelfs streng verboden en levert onderhuur een grond op voor beëindiging van de huurovereenkomst. Wel geniet de onderhuurder in dergelijke gevallen enige bescherming. Als de huurovereenkomst tussen de hoofdverhuurder en de hoofdhuurder eindigt, dan eindigt daarmee niet van rechtswege de huurovereenkomst met de onderhuurder (mits deze onderhuurder zijn hoofdverblijf heeft in het gehuurde). De hoofdverhuurder treedt dan in de plaats van de hoofdhuurder en de huurovereenkomst wordt in principe voortgezet. Wel kan de verhuurder van woonruimte binnen een bepaalde termijn een verzoek doen aan de rechter om de (onder)huurovereenkomst te beëindigen.

Bij bedrijfsruimte is onderhuur niet verboden tenzij in de huurovereenkomst anders is bepaald. Meestal bepaalt de huurovereenkomst dat de toestemming van de hoofdverhuurder vereist is doch deze toestemming zal niet op onredelijke gronden onthouden mogen worden.