De vrijheid van meningsuiting en persvrijheid zijn fundamenten van een democratische samenleving. Maar die vrijheid brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee. Burgers die menen onzorgvuldig te zijn behandeld door een journalist of medium, kunnen terecht bij de Raad voor de Journalistiek. Deze onafhankelijke instantie oordeelt over journalistiek handelen en toetst of de gedragsregels voor de pers zijn nageleefd.
De Raad voor de Journalistiek is een zelfregulerend orgaan dat klachten behandelt over journalistieke gedragingen. De Raad is geen rechterlijke instantie, maar biedt een alternatief voor mensen die zich onterecht, onjuist of onzorgvuldig behandeld voelen door de pers. De uitspraak van de Raad is niet bindend, maar wordt in de praktijk serieus genomen door media en journalisten, mede vanwege de reputatieschade die een gegrond verklaarde klacht kan opleveren.
De Raad is samengesteld uit een mix van journalisten, juristen en andere deskundigen, en wordt ondersteund door een secretariaat dat de procedures begeleidt. De Raad houdt toezicht op het naleven van de journalistieke beroepsnormen, zoals geformuleerd in de Leidraad voor de Journalistiek.
De leidraad van de Raad bevat gedragsregels voor verantwoorde journalistiek. Het is geen wetboek, maar een normatief kader dat richting geeft aan professioneel journalistiek handelen. Enkele kernprincipes uit de leidraad zijn:
Het is mogelijk om via een advocaat een klacht in te dienen bij de Raad voor de Journalistiek, mits aan enkele voorwaarden is voldaan:
De klacht moet worden ingediend binnen drie maanden na publicatie van het gewraakte journalistieke product, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn.
Een klacht kan digitaal worden ingediend via het formulier op de website van de Raad voor de Journalistiek. Daarbij moeten de volgende documenten worden bijgevoegd:
Na ontvangst van de klacht beoordeelt het secretariaat eerst of de klacht ontvankelijk is. Wordt de klacht niet-ontvankelijk verklaard, dan eindigt de procedure daar. Zo niet, dan volgt de inhoudelijke behandeling. Het medium of de journalist krijgt vervolgens de gelegenheid schriftelijk te reageren op de klacht. De klager mag daarop een schriftelijke repliek indienen, gevolgd door een dupliek van de wederpartij. In veel gevallen kiest de Raad voor een hoorzitting, waarbij beide partijen hun standpunt mondeling kunnen toelichten. Partijen worden hiervoor uitgenodigd en kunnen zich laten bijstaan door een advocaat.
Na bestudering van de stukken en eventueel de hoorzitting komt de Raad tot een uitspraak. De uitspraak wordt gepubliceerd op de website van de Raad. De Raad oordeelt of de journalist of het medium zorgvuldig heeft gehandeld volgens de leidraad.
De uitspraak kan luiden:
Hoewel de uitspraak geen juridisch afdwingbare gevolgen heeft, hechten media in de regel veel waarde aan het oordeel van de Raad. Een gegrondverklaring wordt meestal opgevolgd door rectificatie of andere passende maatregelen.